bijvoeglijk naamwoord 2m

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

bijvoeglijk naamwoord 2m

een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...

1. een bijwoord
2. een zelfstandig naamwoord of persoonlijk voornaamwoord
3. een werkwoord
4. een lidwoord

Bekijk de zin: "Ze draagt een blauwe broek"
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

1. draagt
2. ze
3. broek
4. blauwe

Bekijk de zin: "Ze draagt een blauwe broek"
"Blauwe" zegt iets over:

1. draagt
2. broek
3. ze
4. blauwe

Dezelfde zin in het Frans: "Elle porte un pantalon bleu"
wat is het bijvoeglijk naamwoord?

1. elle
2. pantalon
3. porte
4. bleu

"Elle porte un pantalon bleu""
"bleu" zegt iets over...

1. porte
2. elle
3. pantalon
4. un

De plek van het bijvoeglijk naamwoord in het NEDERLANDS

1. VOOR het zelfstandig naamwoord
2. ACHTER het zelfstandig naamwoord

De plek van het bijvoeglijk naamwoord in het FRANS

1. VOOR het zelfstandig naamwoord
2. ACHTER het zelfstandig naamwoord

mannelijk enkelvoud (m.ev)	-
mannelijk meervoud (m.mv)	s
vrouwelijk enkelvoud (v.ev)	e
vrouwelijk meervoud (v.mv)	es

Het zelfstandig naamwoord is...

Het bijvoeglijk naamwoord krijgt op het einde een...

een bijvoeglijk naamwoord kan natuurlijk ook iets over IEMAND zeggen. 

Hij is groot = Il est grand

Zij is slim = Elle est intelligente

Dezelfde regel voor de uitgangen:

mannelijk enkelvoud (m.ev)	-
mannelijk meervoud (m.mv)	s
vrouwelijk enkelvoud (v.ev)	e
vrouwelijk meervoud (v.mv)	es

Hoe weet je of een zelfst.nw mannelijk of vrouwelijk of meervoud is?

1. dat weet je niet
2. kijk naar het lidwoord of de uitgang

welke lidwoorden zijn mannelijk?

1. la, une
2. le, un
3. les

welke lidwoorden zijn vrouwelijk?

1. la, une
2. le, un
3. les

welk lidwoord is meervoud?

1. la, une
2. le, un
3. les

"C'est une grande maison"

(Het is een groot huis)

het zelfst. nw "maison" is...

1. m.ev
2. m.mv
3. v.ev
4. v.mv

hoe weten we dat "maison" v.ev (vrouwelijk enkelvoud) is?

vul in.
Il est _____________ (grand)

1. grand
2. grandes
3. grande
4. grands

Vul in.
La maison est ___________ (vert)

1. vert
2. verts
3. verte
4. vertes

Vul in.
La fille ____________ achète une robe. (mignon)

1. mignon
2. mignonne
3. mignons
4. mignonnes

Eindigt het bijv. nw. al op een -e of -s?

Dan krijgt het geen extra -e of -s.

Voorbeeld: Le garçon timide (de verlegen jongen)

La fille timide (het verlegen meisje)

Het bijv. nw. 'timide' krijgt geen extra -e in de tweede zin, omdat die er al was. 

vul in: La chambre _____________ (adorable)

1. adorable
2. adorablee
3. adorables
4. adorablees

Les jeans ______ (gris)

1. grise
2. griss
3. gris
4. grises

uitzonderingen

Sommige bijv.nw veranderen meer van vorm gebaseerd op het zelfst. nw:

Deze moet je uit je hoofd leren.

m.ev	m.mv	v.ev	v.mv	vertaling
bon	bon s	bon ne	bon nes	goed
beau	beau x	belle	belle s	mooi
nouveau	nouveau x	nouv elle	nouvelle s	nieuw
vieu x	vieu x	vieille	vieille s	oud

let op!

Die bijv.nw en nog twee andere, komen altijd VOOR het zelfst. nw. Net als in het Nederlands. 

Dus BON, BEAU, NOUVEAU, VIEUX, GRAND & PETIT

komen VOOR het zelfst. nw

bon	beau	nouveau	vieux	grand	petit
goed	mooi	nieuw	oud	groot	klein

vul in: J'ai un ______ frère (grand)

1. grande
2. grandes
3. grand
4. grands

vul in: Il habite dans une _______ maison.

1. beau
2. beaux
3. belles
4. belle

vul in: il rencontre les ________ voisins (nouveau)

1. nouveau
2. nouveaux
3. nouvelle
4. nouvelles

komt "adorable" voor of achter het zelfst.nw?

1. voor
2. achter

komt "noir" voor of achter het zelfst.nw?

1. voor
2. achter

komt "vieux" voor of achter het zelfst.nw?

1. voor
2. achter

komt "nouveau" voor of achter het zelfst.nw?

1. voor
2. achter

samenvatting

Er zijn dus twee dingen om op te letten

1. De vorm

2. De plek

Hoe bepaal je de vorm?

Hoe bepaal je de plek?

Hoe goed denk je dat je het nu snapt?

1. super goed
2. wel oke
3. niet helemaal
4. totaal niet