Aller + futur proche A1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Le verbe aller et le futur proche

Het werkwoord gaan en de toekomende tijd

Le verbe aller

Het werkwoord gaan is onregelmatig, net als zijn en hebben.

Wat betekent dit?

Vul de juiste vorm van het werkwoord aller in:
Nous ...

1. vont
2. allons
3. va
4. allez

Vul de juiste vorm van het werkwoord aller in:
Je ...

1. vas
2. vont
3. allez
4. vais

Vul de juiste vorm van het werkwoord aller in:
Anna ...

1. allons
2. va
3. vais
4. vas

Le futur proche 

De futur proche gebruik je als je in het Frans wilt zeggen dat iets binnenkort gaat gebeuren.

Je vais visiter Paris. = Ik ga Parijs bezoeken.

Mon ami va acheter un livre. = Mijn vriend gaat een boek kopen.

Wat heb je nodig om een futur proche te maken?

Zet de volgende woorden in de goede volgorde:
un ticket de métro - vais - acheter - je

Zet de volgende woorden in de goede volgorde:
regarder - tu - un match du PSG - vas

Au travail

Ga aan de slag met opdracht 29CDE, 30BC et 31.

Ben je hiermee klaar? Kijk dan naar opdracht 30D.

Ben je hier ook mee klaar? Werk aan taalportfolio (zie studiewijzer) of ga woordjes leren.

Devoirs

Jeudi le 16 mai:

Maak opdracht 29CDE, 30BC et 31

Leren werkwoord aller + futur proche