P1-3 les 2 communicatieproces

1.4 Effectieve communicatie
Lesdoelen: 
  • Ik kan de voorwaarden voor effectieve communicatie beschrijven.
  • Ik begrijp waarom effectieve communicatie belangrijk is in het verkoopproces.
  • Ik kan voorbeelden geven van effectieve communicatie.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

1.4 Effectieve communicatie
Lesdoelen: 
  • Ik kan de voorwaarden voor effectieve communicatie beschrijven.
  • Ik begrijp waarom effectieve communicatie belangrijk is in het verkoopproces.
  • Ik kan voorbeelden geven van effectieve communicatie.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede communicatie is belangrijk in het verkoopproces omdat:

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het communicatieproces

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het communicatieproces
Zender: wil de boodschap geven
Medium: Teams, telefoon, radio, internet
Ontvanger: ontvangt de boodschap (geeft feedback)
Ruis: verstoring in het communicatieproces 
Coderen: verpakken van een boodschap
Decoderen: uitpakken van een boodschap 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruis

Slide 5 - Woordweb

De studenten moeten een voorbeeld geven van Ruis
Communicatieniveaus
1. Betrekkingsniveau = (hoe vat je het op?)
2. Inhoudsniveau = (concreet inhoudelijke informatie)

Bijvoorbeeld: 'dat is een mooie auto, die heeft heel wat geld gekost'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Affectieve voorwaarde: gebaren en de handelingen voor beide partijen dezelfde emotionele betekenis hebben.

Cognitieve voorwaarde: beide partijen op hetzelfde kennisniveau 

Technische voorwaarde: beide partijen dezelfde taal (ABN) spreken

Interpretatieve voorwaarde: beide partijen moeten dezelfde uitleg kunnen geven aan een boodschap. 
Bij welke voorwaarde ontstaan de meeste communicatiefouten in de verkoop?
A
Effectieve voorwaarde
B
Cognitieve voorwaarde
C
Technische voorwaarde
D
Interpretatieve voorwaarde

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koop, gebruik en afdankgedrag,
schrijf in je eigen woorden het verschil op tussen deze begrippen.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: 
Maken opdrachten 1.4 effectieve communicatie

Klaar? maken toepassingsvragen en reflectie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies