Paragraaf 10, Stijl

Stijl
Kern
Communicatie, paragraaf 10
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stijl
Kern
Communicatie, paragraaf 10

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les(sen)
We hebben de onderdelen van spelling afgerond. Dit is voornamelijk zelfstudie! Dus je bestudeert de theorie zelf en je oefent in Kern. Nog niet (genoeg) gedaan? Blijf oefenen voor de toets!

Vorige les: start met het onderdeel formuleren, onderwerp stijl.

Slide 2 - Tekstslide

Wat heeft het spreekwoord 'C'est le ton qui fait la musique' te maken met stijl?

Slide 3 - Open vraag

Wat is stijl?
Stijl is de keuze uit mogelijke formuleringen om een gedachte vorm te geven.
 

Kunt u niet komen, meldt u zich dan bij mij af?
Kunt u niet komen, dan meldt u zich bij mij af.


Vorm en inhoud zijn met elkaar verbonden! 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is stijl?

Kleine aanpassingen in formuleringen kunnen dus al een graag verschil maken en de 'toon' van een formulering bepalen, zoals in het voordeeld op de vorige dia. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is stijl?
Je kunt je stijl op verschillende niveaus aanpassen:

  • Woordniveau; bijvoorbeeld ouderwetse of juist nieuwe woorden, formele of informele woorden, eenvoudige of moeilijke woorden
  • Zinsniveau; lange of korte zinnen, zinsvolgorde, passieve of actieve zinnen, gebruik van beeldspraak
  • Tekstniveau; grammaticale tijd, volgorde van tekstelementen, ruimtelijke beschrijvingen 

Slide 6 - Tekstslide

Afstemmen van stijl

Slide 7 - Tekstslide

Afstemmen van stijl

Slide 8 - Tekstslide

Afstemmen van stijl
Een begrafenis heeft een andere 'stijl' dan een carnavalsoptocht. Je past je kleding en stemming aan op de gebeurtenis. Dit is met teksten ook zo. 

Als je gaat solliciteren bij een pretpark, wordt er iets anders van jou als persoon verwacht, dan wanneer je solliciteert bij een advocatenkantoor. Je past je stijl van je brief dus hierop aan.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat jij anders zou dan als je solliciteert bij een discotheek en een museum.

Slide 10 - Open vraag

Volgende les

Communicatie, paragraaf 11

Begrijpelijk formuleren: zinslengte 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag

Maak opdracht 7, 9, 10 en 11  van paragraaf 10 uit het oefenboek. 
Je vindt de opdrachten op bladzijde 67 - 69. 

Slide 12 - Tekstslide