Unit 1 Lesson 2 (present simple/present continuous)

Unit 1 Lesson 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unit 1 Lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Today:
Homework/learning check




Lesson 2 listening:
- Ex 1 Video(blz. 12)
- Explain grammar present simple/present continuous (revision year 1+2)

- Ex. 8, 9, 10 (blz. 15-16)
- Ex. 4 (blz. 13)

Work independently:
Ex. 2, 3, 4, 6 (blz. 10-11)

Goals:
You can understand short explanations.
You can understand information about everyday topics.
You know the difference between the present simple and continuous














Slide 2 - Tekstslide

Exam texts vraag 1 t/m 7 af (dit zijn 3 teksten) + hand them in!

Study words 2 blz. 51/52 + spelling

Slide 3 - Tekstslide

Unit 1 Lesson 2

Exercise 1 page 12

Slide 4 - Tekstslide

Present simple: (tegenwoordige tijd)
Time to take notes!!
Weet je nog?
present simple gebeurt: vaak, altijd, soms, nooit, feiten

Hoe maak je dit: He/she/it in de zin? zet een -s achter het werkwoord.

Dus: he/she/it in de zin? Dan werkwoord + -s

I walk to school.
She walks to school.


Slide 5 - Tekstslide

Vragen


Ontkenningen
Vragen: 
Zet do/does vooraan in de zin. werkwoord -s

She works here. --> does she work here?
They like reading. --> Do they like reading?


Ontkenningen:
Zet don't/doesn't in de zin. werkwoord -s

She works here. --> She doesn't work here.
We like rain. --> We don't like rain.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!!

Medeklinker +Y:     Try --> tries Party--> parties.

 

 
Werkwoord met sis-klank:      watch --> watches

Slide 7 - Tekstslide

Present continuous
Dit is een actie die nu bezig is. Op dit moment.

Je vult in: am, are, is + werkwoord + ing.

I am teaching right now.
You are listening at the moment.

Je moet dus goed weten wanneer je 
am/are/is gebruikt.


Slide 8 - Tekstslide

Vragen


Ontkenningen
Vragen:
Je zet am/are/is vooraan.
We are writing now. --> Are we writing now?


Ontkenningen:

Je zet not/n't achter am/are/is.
I am watching tv. --> I am not watching tv.
She is here. -->  She isn't here.


Slide 9 - Tekstslide

Grootste verschillen:
  • Iets is nu bezig/ aan de gang.
Gebruik de -ing vorm.

  • Gebeurt iets: vaak, altijd, soms, nooit, feiten
Kies of je wel of geen s achter het werkwoord moet zetten.

Slide 10 - Tekstslide

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Slide 11 - Open vraag

(to teach) present continuous
She ..... English.

Slide 12 - Open vraag

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 13 - Open vraag

Present continuous :
She __________ (call) .

Slide 14 - Open vraag

Present simple of present continuous:
They _____ (to talk) now.
A
are to talk
B
are talking
C
talk
D
talks

Slide 15 - Quizvraag

Present simple of present continuous:
Lara _____ (to study) every Friday.
A
to study
B
is studying
C
studies
D
study

Slide 16 - Quizvraag

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house right now.

Slide 17 - Open vraag

Work on:

ex. 3, 4 page 10-11

Work independently:
Ex. 8, 9, 10 (blz. 15-16)


Ex. 2, 5, 6 (blz. 10-11)



Slide 18 - Tekstslide

Well done!

Homework lesson 3:
Ex. 2, 5, 6, 8, 9, 10 (blz. 10-1)
Learn words:
blz. 51, 52 + spelling
Learn expressions:
 A blz. 54 NE-EN + Spelling
Learn grammar:
Present simple vs. present continuous blz. 52 + notes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide