1HA/1G H6 Nederland in de wereld P.2 afronding

Hoofdstuk 6:
Nederland in de wereld
Paragraaf 2.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6:
Nederland in de wereld
Paragraaf 2.

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
Terugblik naar vorige lessen. 

Lesdoelen

Nieuwe informatie par. 2

Werken aan weektaak.

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit wat een merk als Adidas met globalisatie te maken heeft

Slide 3 - Open vraag

Leg uit wat de multiculturele samenleving te maken heeft met globalisering

Slide 4 - Open vraag

Bedenk waarom het een voordeel is voor de Europese landen om zich aan te sluiten bij de EU

Slide 5 - Open vraag

Lesdoelen
  • Na vandaag kan je:

  • Uitleggen wat het bruto nationaal product is (bnp)
  • Uitleggen welke drie werksectoren er zijn
  • Verklaren waarom Nederlandse bedrijven succesvol zijn in alle drie de werksectoren
  • Verschillende soorten landbouw benoemen

Slide 6 - Tekstslide

Wordt er in Nederland veel of juist weinig geld verdient? leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

BNP
Nederland exporteert veel goederen. 30% van het bruto nationaal product wordt verdiend met de export.


bruto nationaal product = Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen


Belangrijk bij de export zijn:


Slide 8 - Tekstslide

Landbouw
Nederland exporteert veel landbouwproducten.
Denk aan:


Kaas en eieren
Bloemen en groenten


Verschillende soorten landbouw zijn:

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende soorten landbouw
Akkerbouw → het verbouwen van voedselgewassen op grote stukken grond

 
Tuinbouw → gespecialiseerd in een specifiek voedselgewas of bloemen


Veeteelt → het houden van dieren voor bepaalde producten


Bosbouw → het kweken van bomen voor de productie van hout

Slide 10 - Tekstslide

Industrie
Hightechproducten: producten waarvoor veel kennis nodig is om ze te maken (bijvoorbeeld medische apparaten).


Gewone producten, als fietsen, benzine, plastic.

Slide 11 - Tekstslide

Diensten
Dienstverlenende bedrijven werken veel met het buitenland.



Bv. Handelen in goederen of kennis

b.v: Nederlandse bedrijven weten veel over het voorkomen van overstromingen


Slide 12 - Tekstslide

Er wordt in Nederland dus geld verdient in drie sectoren...

Slide 13 - Tekstslide

Primaire sector
De primaire sector (ook wel de 1e sector)

 is werk waar producten direct uit de natuur worden gehaald.

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk banen die horen bij de primaire sector (waarbij producten uit de natuur worden gehaald)

Slide 15 - Open vraag

Secundaire sector
Secundaire sector: Producten uit de primaire sector worden hier bewerkt tot een eindproduct.

( ook wel de 2e sector genoemd)

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk welke banen er bij de secundaire sector horen.

Slide 17 - Open vraag

Tertiaire sector
Tertiaire sector: Bedrijven die een dienst aan andere verlenen een andere naam voor deze sector is ook wel dienstensector


Voorbeelden zijn:
winkelmedewerker
leraar
politieagent
buschauffeur

Slide 18 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 19 - Sleepvraag

Aan de slag!
Wat ga je doen? → je maakt de opdrachten van par. 2 af t/m 13
Hoe? → je leest de tekst van par. 2 + BB nummers
Met wie? → je mag samenwerken op fluistertoon
Hoe lang? → 20 min, tot het einde van de les

Slide 20 - Tekstslide