Grammatica Voorzetselvoorwerp en werkwoordstijden

Grammatica zinsdelen


Video uitleg

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen


Video uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag

VWO: 
opdracht 1, 2, 3 en 4 bladzijde 58 en 59

Slide 2 - Tekstslide

Wandelsporters moeten zorgen voor goed schoeisel en waterdichte kleding.

ow=
wg=
vv=

Slide 3 - Tekstslide

1. Vanaf de zijlijn spoorde de coach het team aan tot betere prestaties. 

ow = 
wg = 
lv =  
vv = 

Slide 4 - Tekstslide


Morgen gaat de lerares haar klas een beetje op de toets  voorbereiden. 

ow = 
wg = 
lv =  
vv = 

Slide 5 - Tekstslide


Tijdens zijn wandeling verbaasde de boswachter zich over de vele paddenstoelen. 

ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 6 - Tekstslide

 Opdracht 4

1. Over de winstcijfers van het bedrijf leken de aandeelhouders zeer tevreden.

ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 7 - Tekstslide

 
2. Zou de huidige directeur erg gehecht zijn aan dit schilderij van de oprichter?


ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 8 - Tekstslide

 
3. Waren de thuisblijvers nieuwsgierig naar de uitslag van de basketbalwedstrijd?


ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 9 - Tekstslide

 
4. In het maken van soiekbriefjes werd Jolanda bijzonder bedreven in 5 VWO.


ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 10 - Tekstslide

 
5. Het festivalterrein was absoluut niet berekend op tienduizend bezoekers.


ow = 
wg = 
lv = 
vv = 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Woordsoorten: werkwoordstijden

Slide 13 - Tekstslide

De onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t.)
• ik zal lezen  
• ik zal werken  
De voltooid tegenwoordige toekomende tijd (v.t.t.t.)
• ik zal gelezen hebben  
• ik zal gewerkt hebben  
De onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.)
• ik zou lezen  
• ik zou werken  
De voltooid verleden toekomende tijd (v.v.t.t.)
• ik zou gelezen hebben  
• ik zou gewerkt hebben
In het Nederlands heb je 8 werkwoordstijden 

De onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) 
• ik lees 
• ik werk 
De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) 
• ik las 
• ik werkte 
De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) 
• ik heb gelezen 
• ik heb gewerkt 
De voltooid verleden tijd (v.v.t.) 
• ik had gelezen 
• ik had gewerkt 

Slide 14 - Tekstslide

Woordsoorten: werkwoordstijden

Bekijk de video-uitleg

En maak opdracht 1, 2 en 4
Bladzijde 60 en 61

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide