- Uitglijden over een banaan die je niet zag liggen
- Iemand achter zijn rug stiekem op de schouder tikken, en dan wegduiken. De persoon zal vragend om zich heen kijken.
- Op een klapstoel gaan zitten, die inklapt. Je valt dus van de stoel.
- Twee mensen komen beiden van een andere kant de hoek om gelopen en botsen tegen elkaar aan.
- Tegen een glazen deur aanlopen
- Per ongeluk een taart in iemands gezicht duwen