De Filmfabriek, gr 1/2, les 9

GROEP 1/2
LES 1: Filmgeschiedenis - stomme film

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidGeschiedenisBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Instructies

Dit is een les uit de doorlopende leerlijn 'De Filmfabriek'. Deze filmleerlijn bestaat uit 8 lessen, waarin de klas een eigen korte film leert maken. 

Onderdelen in deze les

GROEP 1/2
LES 1: Filmgeschiedenis - stomme film

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Introductie

Informatie: Stomme film

Opdracht: Slapstick uitvoeren 

Informatie: De Filmfabriek
Bespreek kort de lessen die gaan komen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

- Wat vind jij een stomme film? Waarom?
- Wat denk je dat er met een 'stomme film' wordt 
  bedoeld in de filmwereld?
 
- Bekijk nu het stomme filmpje op de volgende 
  slide. 
Introductie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

- Is het filmpje vroeger gemaakt, of nu? Waarom 
  denk je dat?
 
- Wat denk je dat er met een 'stomme film' wordt 
  bedoeld in de filmwereld?

Introductie
Ontdek het snel op de volgende slide!

Slide 6 - Tekstslide

X
Stomme film
Geluid
Stomme films hebben geen geluid. Alleen beeld. 
De dikke en de dunne
Oliver Hardy speelt 'de dikke' en Stan Laurel speelt 'de dunne'. Deze acteurs doen alsof ze dom zijn (maar dat zijn ze dus niet in het echt). 
Slapstick
Slapstick is een genre (stijl/categorie) met veel 'lichamelijke grapjes'. Bijv. uitglijden over een banaan, per ongeluk een taart in iemands gezicht duwen of tegen een glazen deur aanlopen. 
Charlie Chaplin
Charlie Chaplin was één van de meest beroemde acteurs van de hele wereld. Acteurs spelen 'toneeltje' en doen alsof. Charlie Chaplin speelde bijvoorbeeld vaak een grappige zwerver, maar was zelf (in het echt) geen zwerver. 
Charlie Chaplin maakte zelf ook veel korte stomme films. Hij was dus ook een filmmaker. De films die hij maakte en waar hij ook in speelde waren altijd heel grappig en bevatten veel 'slapstick' (lichamelijke grapjes).
Titelkaarten
Omdat er geen geluid bij stomme films was, werd er tekst toegevoegd aan een stomme film, zodat bezoekers toch begrepen waar de film over gaat. Deze teksten noemen we titelkaarten. 
Zwart/wit
Vroeger waren alle films en tv-programma's in het zwart/wit. Pas later kon er in kleur gefilmd worden. Omdat de stomme film heel oud is, waren de ook alijd in zwart/wit.

Slide 7 - Tekstslide

- Bekijk het stomme filmpje op de volgende slide. 

- Kun je vertellen welke grapjes je hebt gezien? 
  Zijn deze duidelijk (ook zonder tekst)?
Stomme film

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

- Kun je vertellen welke grapjes je hebt gezien? 
  Zijn deze duidelijk (ook zonder tekst)?
Stomme film

Slide 10 - Tekstslide

Wie kan een 'slapstick'-grapje laten zien, dus zonder geluid/woorden? 
Opdracht: Slapstick uitvoeren
Voorbeelden
- Uitglijden over een banaan die je niet zag liggen
- Iemand achter zijn rug stiekem op de schouder tikken, en dan wegduiken. De persoon zal vragend om zich heen kijken. 
- Op een klapstoel gaan zitten, die inklapt. Je valt dus van de stoel. 
- Twee mensen komen beiden van een andere kant de hoek om gelopen en botsen tegen elkaar aan. 
- Tegen een glazen deur aanlopen
- Per ongeluk een taart in iemands gezicht duwen 

Slide 11 - Tekstslide

Les 1 = Geschiedenis
Les 2 = Verhaal
Les 3 = Reclame
Les 4 = Personages en acteren
Les 5 = Art direction (attributen, kleding, etc.)
Les 6 = Muziek en geluid
Les 7 = Filmen
Les 8 = Montage
Informatie: De Filmfabriek
Rolverdeling
Welke les lijkt je het leukste? Waar wil je het meeste over weten? Waar wil je verantwoordelijk voor zijn?
Iedereen zal elke les volgen, maar welke rol wil je hebben tijdens dit project/tijdens het filmen?

Slide 12 - Tekstslide

Doe de sleepvraag op de volgende slide. 
Welke plaatjes horen bij vroeger en welke bij nu?
Stomme film
Info voor de leerkracht
Zet 'devices in de klas' uit. Je kunt de vraag klassikaal op het digibord doen. Bepaal zelf of je één specifieke leerling de beurt geeft om het antwoord te bepalen, om ga voor 'meeste stemmen gelden'.
Nadat je de plaatjes naar de vakken 'vroeger' of 'nu' hebt gesleept, druk je op 'controleren'. Bespreek de foute antwoorden. 

Slide 13 - Tekstslide

VROEGER
NU

Slide 14 - Sleepvraag

Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 15 - Tekstslide