HV1: Jodendom h2 joods leven - sociaal

Jodendom
h2: Joods leven
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Vakantie 

Lezen en maken van opdrachten h2
Werken aan Vaardigheidsdoelen
;
A. Je kunt zelf een koosjer menu samenstellen.
B. Je kunt informatie uit een tekst kort en overzichtelijk samenvatten.
C. Je bent in staat om verschillen aan te geven tussen het joodse en het christelijke geloof.
D. Je kunt deze verschillen uitleggen.

Evalueren




Wat gaan we leren?

A. Je kunt de termen uit de begrippenlijst uitleggen. 
B. Je kunt de drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.
C. Je kunt vier momenten in het leven benoemen waarbij vaak rituelen plaatsvinden.
D. Je kunt bij vier momenten in het leven de joodse rituelen beschrijven.
E. Je kunt de namen van 7 joodse feesten opnoemen.
F. Je kunt van de joodse feesten beschrijven hoe ze gevierd worden.
G. Je kunt van de joodse feesten beschrijven op welk verhaal het is gebaseerd.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift:
1. Heb je deze meivakantie iets van godsdienst gezien? Wat was dit?

2. Waar was dit?

Slide 3 - Tekstslide

Lutherse Bijbel uit 1546
Een piëta 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Overhoren hoofdstuk 1 ahv lesdoelen 


Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk opdracht

Leerverhalen: 7 stuks

Slide 6 - Tekstslide

H. Je kent de de indeling van de synagoge.
H. filmpje/link
maak een overzicht in je schrift.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

            nakijken                               
schema synagoge
schetsen laten zien, bij twijfel

Termen: biema, menora, ark, vrouwengalerij, amoed




Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie van de doelen

D. Je kunt de 4 geloofspunten van de Joden uitleggen.

E. Je kent het verschil tussen orthodoxe, liberale en niet-godsdienstige joden.

F. Je weet hoe de Tenach is ingedeeld.

G. Je kunt uitleggen dat leren een belangrijk begrip is in het joodse geloof

H. Je kent de de indeling van de synagoge.

Bereiken van de doelen


 .






.



D.
1. Zij zijn Gods uitverkoren volk. Via het verbond met Abraham.
2. Joden vereren één God. Sjema": in Deuteronomium 6:4: “De Heer onze God, de Heer is één.”
3. Joden geloven in de komst van de Messias (brengt vrederijk).
4. Joden zien de Tora , de vijf boeken van Mozes met daarin de wetten, als de hoeksteen (basis) van de joodse godsdienst. 

Lezen 1C blz 10. Filmpje en opdracht 1.6
E
Lezen 1c en opdracht 1.7 
Liberale joden zijn minder streng met de regels dan orthodoxe joden. Niet-godsdienstige Joden voelen zich verbonden aan het volk, vieren de feesten, maar geloven zelf niet in God.
F.
  Lezen 1D en  filmpje.
TeNaCH
Tora, Nebiim, CHetoebim; 
wet, profeten, geschriften.
G.
Lezen 1d en opdracht 1.8 

Tora betekent onderwijs, de synagoge heet ook wel sjoel (school)
het Joods geloof draait om leren. Leren van de voorschriften en hun toepassing. Leren van Hebreeuws en leren van leerverhalen. Leren van de geschiedenis en geloofsverhalen.
H
Opdracht 1.10 en filmpje.

Slide 10 - Tekstslide

Joods leven
2a   eten en drinken

Lesdoel: Je kunt drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.
Schrijf deze op na het volgende filmpje.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maak opdracht 2.1
2.1
1 Niet als de balletjes van varkensvlees zijn
2  nee, kaas en vlees samen mag niet (frikandel = nooi kosher) =resten vlees
3 biefstuk wordt vaak niet volledig doorbakken (zit bloed in)
4 Lasagne zit vaak vlees en melk in; zonder vlees met champignons mag het wel
5 Kippensoep met stokbrood mag (er mag dan geen smeerkaas of kruidenboter op het stokbrood)

Slide 13 - Tekstslide

Regels voor eten
1. Alleen reine dieren
=herkauwers met gespleten hoeven
= vissen met schubben en vinnen
= vogels die van graan of planten leven
2. Geen bloed
op voorgeschreven manier geslacht en thuis in zout en water gelegd
3. Vlees en zuivel niet samen
aparte keukens

Slide 14 - Tekstslide

Maken:

Bedenk zelf een koosjer-driegangenmenu en maak hier een menukaart voor. 
Driegangenmenu?
  • Voor-, hoofd- en nagerecht
  • Volgens de Joodse wetten
  • Op een mooi versierd kaartje

Slide 15 - Tekstslide

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblik                           10 min.
- Rituelen                               5 min.
- Opdracht 2.2                     5 min.
- Groepsopdracht            30 min.
- Afsluiten                             10 min.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom wonen de meeste Joden niet in Israël?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer ben je een Jood
A
Als je in Israël geboren bent
B
Als je in het oude testament gelooft
C
Als je moeder Joodse is
D
Als je je bekeert tot het jodendom

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer behoor je tot het Jodendom?
A
Als je moeder Joods is en jij gelooft in Jahweh
B
Als je je bekeerd hebt tot het Joodse geloof
C
Als je Moeder Joods is en jij gelooft niet in God
D
Als je in Israël woont

Slide 20 - Quizvraag

Welke is GEEN geloofspunt van de Joden
A
Het Joodse volk is uitverkoren door God
B
Het jodendom gelooft in één God
C
Joden geloven dat de Messias al is gekomen
D
Joden geloven dat de Tora de hoeksteen is van het Joodse geloof

Slide 21 - Quizvraag

Torah
Nebiim
Chetoebim
Wetten
Liederen
Wijsheid
Dromen en visioenen
Leefregels
Spreuken
Verhaal van Israël
Profeten/profetiën
Geschriften

Slide 22 - Sleepvraag

Wat mogen Joden wel eten?
A
Salami pizza
B
Lasagna
C
Biefstuk
D
Zalm

Slide 23 - Quizvraag

Joods leven
2B Rituelen
Lesdoel c: Je kunt vier momenten in het leven benoemen waarbij rituelen vaak plaatsvinden. 

Lesdoel d: Je kunt bij deze 4 momenten joodse rituelen beschrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Maak opdracht 2.2

Slide 25 - Tekstslide

Groepjes H1a:

Slide 26 - Tekstslide

Groepjes V1a:

Slide 27 - Tekstslide

Joodse rituelen - opdracht
Wat moet er in de presentatie staan?
- Wanneer voert men dit ritueel uit?
- Wat doet men tijdens dit ritueel?
- Waarom doet men dit ritueel? 
- Een verschil met dit ritueel uit het christendom
- Een leuk feitje over dit ritueel

timer
30:00

Slide 28 - Tekstslide

Nakijken 2.2 en lesdoelen
C.
Geboorte
Volwassen worden
Huwelijk
Sterven
D.
huwelijk: Bruidspaar staat onder ‘choepa’ , Bruidegom schuift ring aan rechterwijsvinger, drinken slokje wijn, Bruidegom trapt glas stuk,  ‘Mazzeltov!’ roepen 

sterfte: Zo snel mogelijk begraven worden,  Beetje aarde uit Israël, Niet cremeren, Steentje neerleggen door bezoekers 
D
geboorte: Besnijdenis , Wensen uitspreken, Naamgeving 8e dag
volwassen worden: Bar/bat mitswa, Voorlezen uit Tora 

Slide 29 - Tekstslide

Ten slotte
Voor volgende week:
Leren: begrippenlijst de woorden die beginnen met de letter A tot en met de woorden die beginnen met de letter K (van Antisemitisme tot Koosjer)

Slide 30 - Tekstslide

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 31 - Tekstslide

Maak opdracht 2.4 en  2.5

Joods leven: 2c   Feesten

Lesdoel E: Je kent de namen van de 8  joodse feesten.

Lesdoel F: Je beschrijft hoe die feesten gevierd worden.

Lesdoel G: Je weet op welk verhaal het feest gebaseerd is.
timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Nabespreken; mondeling!!

in volgorde van boekje:
antwoorden lln, daarna filmpje

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Extra
Er zijn nog meer feesten, die we niet behandelden.
Zoals, bijvoorbeeld, het loofhuttenfeest.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Huiswerk

Leer hoofdstuk 2
Kies een keuze-opdracht.

Denk om totaal 5 

Slide 42 - Tekstslide