Nederlands - Spelling - Persoonsvorm tt, vt en voltooid deelwoord

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3E

Vandaag...
- Vlog
- Spelling pvtt, pvvt, vd




Huiswerk vrijdag 1 april
Grote Repetitie 2

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3E

Vandaag...
- Vlog
- Spelling pvtt, pvvt, vd




Huiswerk vrijdag 1 april
Grote Repetitie 2

Slide 1 - Tekstslide

En nu...
- Spelling H4 nog niet af? Deze les afmaken

- Opdrachten opnieuw maken? Laat het me even weten

- Maak van De Brug het onderdeel werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddg klas 2B

Vandaag...
- Stillezen
- Herhaling zinsdelen
- Start werkwoordspelling




 
Huiswerk
Dinsdag 17 januari
Repetitie zinsdelen. Kijk goed in Magister voor het leerwerk!




Leerdoelen:
- Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- Ik kan de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen
- Ik kan de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Wil je mij die schooltas even aangeven?
pv=
wg=
ow (wie/wat?)=
lv (wie/wat?)=
mv (aan wie/voor wie?)=
bwb=

Slide 6 - Tekstslide

Wil je mij die schooltas even aangeven?
pv= wil
wg= wil aangeven
ow (wie/wat?)= je
lv (wie/wat?)= die schooltas
mv (aan wie/voor wie?)= mij
bwb= even

Slide 7 - Tekstslide

De honden van mijn vader worden iedere dag zes keer uitgelaten.
pv=
wg=
ow=
lv=
mv=
bwb=
bwb=

Slide 8 - Tekstslide

De honden van mijn vader worden iedere dag zes keer uitgelaten.
pv= worden
wg= worden uitgelaten
ow= de honden van mijn vader
lv= X
mv= X
bwb= iedere dag
bwb= zes keer

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1. Ik-vorm (bij: ik, of jij achter de pv)
2. Ik-vorm + t (bij: jij, hij, zij, men)
3. Hele werkwoord (bij: wij, jullie en zij)

- ik loop, ik vind, ik fiets, ik vaar, loop jij, vind jij, fiets jij, vaar jij
- jij loopt, hij vindt, zij fietst, men vaart
- wij lopen,jullie vinden, zij fietsen, wij varen

Slide 10 - Tekstslide

persoonsvorm verleden tijd
Twee mogelijkheden:

zwakke werkwoorden (fietsen - fietsten, gooien - gooiden)
en
sterke werkwoorden (lopen - liepen, kijken - keken)

Slide 11 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Je maakt de verleden tijd van een zwak werkwoord als volgt:

- ik-vorm + de / te bij ik, jij, hij, zij, men
- ik-vorm + den / ten bij wij, jullie en zij

ik bloedde, jij fietste, hij antwoordde
wij bloedden, jullie fietsten, zij antwoordden

Bij twijfel over de(n) of te(n) gebruik je de regel van 'T SeXy FoKSCHaaP

Slide 12 - Tekstslide

'T SeXy FoKSCHaaP
Is het: ik schrobde of ik schrobte?

1. Haal -en van het hele werkwoord af. Schrobben - schrobb

2. Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?
Ja: ik-vorm + te(n)
Nee: ik-vorm + de(n)

Slide 13 - Tekstslide

Sterke werkwoorden
Bij een sterk werkwoord verandert de klank in de verleden tijd:

worden - werden - geworden
zingen - zongen - gezongen
lopen - liepen - gelopen


Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Je kunt beginnen met de starttoets: 
https://forms.office.com/e/T06i7Rkm5v

Let goed op dat je begint met vraag 1: 'Wie maakt deze oefentoets'. Anders moet je even op 'Ga terug' klikken. 



Slide 15 - Tekstslide

En nu...
- Maak de LessonUp af.
- Maak van Taalverzorging Spelling hoofdstuk 1: 
opdracht 1 t/m 6


Slide 16 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden: het voltooid deelwoord eindigt op een -d of een -t. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

Ik heb gerend. (want rende)
Ik heb gefietst. (want fietste)
Ik heb gepakt. (want pakte)


Bij twijfel : 'T SeXy FoKSCHaaP

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt altijd op -en.

zwemmen - gezwommen
lopen - gelopen
kijken - gekeken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

(spelen t.t.) 1. Het jongetje ....... in de zandbak.

Slide 20 - Open vraag

(zwemmen t.t.) 2. De kinderen ...... in het koude water.

Slide 21 - Open vraag

(worden t.t.) 6. Milan ..... bijna 10.

Slide 22 - Open vraag

(spelen t.t.) 8. Het elftal ........ vandaag thuis.

Slide 23 - Open vraag

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

De worstjes ... gisteren aan.
A
brande
B
brandde
C
branden
D
brandden

Slide 26 - Quizvraag

Noteer het voltooid deelwoord van het volgende werkwoord: AANVALLEN

Slide 27 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord in de zin: (BEVRIJDEN)
Onze stad werd op 17 april 1945 ...

Slide 28 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord in de zin: (BOFFEN)
Ik heb echt enorm gebof...

Slide 29 - Open vraag

Werkwoord SPREKEN
Heb jij de buurman gisteren nog ...?
A
sprak
B
spreken
C
spraken
D
gesproken

Slide 30 - Quizvraag

Online werken
TL :



Havo:  

Slide 31 - Tekstslide

TL: 

Taalverzorging hs 1  
persoonsvorm tt en vt

Taalverzorging hs 3
voltooid deelwoord

Taalverzorging hs 4 
lastige werkwoordsvormen


 Havo: 

Spelling hs 6 
persoonsvorm tt en vd

Spelling hs 2 
leenwoorden 
Engelse werkwoorden 

Spelling hs 3
lastige werkwoordsvormen, -d of -dt?

Spelling hs 4 
meer lastige werkwoordsvormen

Slide 32 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddg klas 2B

Vandaag...
- Stillezen
- Herhaling zinsdelen
- Start werkwoordspelling




 
Huiswerk
Dinsdag 17 januari
Repetitie zinsdelen. Kijk goed in Magister voor het leerwerk!




Leerdoelen:
- Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- Ik kan de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen
- Ik kan de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen


Slide 33 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Ik heb mijn goede voornemens vanmorgen met mijn vrienden besproken.
pv=
wg=
ow (wie/wat?)=
lv (wie/wat?)=
mv (aan wie/voor wie?)=
bwb=
bwb=

Slide 35 - Tekstslide

Dankbaar overhandigde hij de taart aan mijn buurvrouw
pv=
wg=
ow=
lv=
mv=
bwb=

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!
Je kunt beginnen met de starttoets: 
https://forms.office.com/e/T06i7Rkm5v

Let goed op dat je begint met vraag 1: 'Wie maakt deze oefentoets'. Anders moet je even op 'Ga terug' klikken. 



Slide 37 - Tekstslide