Quiz over Duurzaamheid

Duurzaamheid en voedsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Duurzaamheid en voedsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurzaamheid volgens jou?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam en duurzaamheid
duurzaam = gaat lang mee en/of kan hergebruikt worden
duurzaamheid =
1. van toepassing op de levensduur van een product
2. de manier waarop een product gemaakt is
3. zo verstandig mogelijk omgaan met energiebronnen, het milieu, de leefomgeving en de mens

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3 P's en duurzaam ondernemen
  • People
  • Planet
  • Profit

Duurzaamheid is de balans tussen de 3 P's
winst en welvaart (profit), effecten op milieu (planet), effecten op mensen (people)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De P van people

  •  lonen
  • kinderarbeid
  • werkomstandigheden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Keurmerk voor duurzaamheid
- Keurmerk geeft aan dat een product 
   duurzaam geproduceerd is.
- fairtrade = eerlijke handel

Max Havelaar keurmerk dat 3 P's van duurzame ontwikkeling afdekt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logo's Keurmerk voor duurzaamheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurzaamheid?
A
Duurzaamheid is een keurmerk
B
Duurzaamheid zegt iets over de kosten van een product
C
Duurzaamheid zegt iets over de levensduur of het productieproces van een product
D
Duurzaamheid zegt iets over hoe lang je een product kunt gebruiken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is van belang bij duurzaam ondernemen?
A
Dat de arbeiders goed betaald worden
B
Dat je rekening houdt met het mileu
C
Dat je winst maakt
D
Dat er evenwicht is tussen People, Planet & Profit

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de productie van palmolie is er geen evenwicht tussen de 3 P's.
Met welke P's wordt geen rekening gehouden?
A
Met de P van People en de P van Planet
B
Met de P van Planet en de P van Profit
C
Met de P van Profit en de P van People
D
Met de P van People, de P van Planet en de P van Profit

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kan een product in aanmerking komen voor het fairtrade keurmerk?
A
Wanneer bij de productie de 3 P's in balans zijn
B
Wanneer bij de productie geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt
C
Wanneer bij de productie de mensenrechten en arbeidsnormen worden nageleefd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Het komt er in het kort op neer dat in een duurzame wereld mens (people), milieu (planet) en economie (profit) met elkaar in evenwicht zijn, zodat we de aarde niet uitputten.
Er zijn veel dingen die je kunt doen om duurzamer te leven. Zo kun je bijvoorbeeld je afval scheiden, apparaten niet op stand-by laten staan, letten op wat en waar je je spullen koopt, je douchetijd inkorten, groene energie gebruiken, de lichten uitdoen als je niet in de kamer bent en nog veel meer. Als je water over hebt in je glas wat je bijvoorbeeld niet hebt opgedronken kan je dat aan je planten geven en zo bezuinig je water. Ook kun je zonnepanelen nemen en dat bespaart energie.
 Het komt er in het kort op neer dat in een duurzame wereld mens (people), milieu (planet) en economie (profit) met elkaar in evenwicht zijn, zodat we de aarde niet uitputten.
Er zijn veel dingen die je kunt doen om duurzamer te leven. Zo kun je bijvoorbeeld je afval scheiden, apparaten niet op stand-by laten staan, letten op wat en waar je je spullen koopt, je douchetijd inkorten, groene energie gebruiken, de lichten uitdoen als je niet in de kamer bent en nog veel meer. Als je water over hebt in je glas wat je bijvoorbeeld niet hebt opgedronken kan je dat aan je planten geven en zo bezuinig je water. Ook kun je zonnepanelen nemen en dat bespaart energie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier kun je duurzaam omgaan met voedsel?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Om zo'n filmpje kun je lachen maar:

  • Wij krijgen dagelijks 70% meer eiwitten binnen dan  we  eigenlijk nodig hebben.
  • Om te zorgen dat de dieren niet ziek worden spuiten we ze in met antibiotica. Als    je dat vlees eet, krijg jij dit ook binnen en wordt je langzaam resistent tegen   antibiotica.
  • Er zijn veel bestrijdingsmiddelen en kunstmest nodig om zoveel  mogelijk te   produceren op een stukje land.
  • Het kost heel veel energie om producten te produceren en te   vervoeren.
  • 15 mensen kunnen plantaardig eten van hetzelfde stukje land, waar één iemand dierlijk voedsel van eet.
  • De dierindustrie zorgt wereldwijd voor 21% van het totale broeikaseffect.
  • Eet dus bewust minder vlees en wordt flexitariër (semi-vegetarische eetstijl)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om
voedselverspilling
te voorkomen?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijk verschil tussen T.H.T. en T.G.T. datum?
A
Een product met een T.H.T datum kun je niet meer eten na die datum
B
Een product met een T.G.T datum kun je niet meer eten na die datum
C
Een product met een T.H.T datum kun je na die datum eten.
D
De richtdatum is bij THT anders dan bij TGT

Slide 21 - Quizvraag

THT = "Ten Minste Houdbaar Tot" en 
richtdatum tot wanneer een product van goede kwaliteit is. 
Na deze datum kan de kwaliteit afnemen, maar is het product vaak nog veilig om te eten. 
TGT = "Te Gebruiken Tot" en is de uiterste datum waarop een product veilig geconsumeerd kan worden. 
Na deze datum mag het product niet meer gegeten worden. 
Waarom is het gebruik van je zintuigen belangrijk bij een T.H.T.datum?
A
Zo kun je zien, ruiken en proeven of iets nog goed is.
B
Zo verspil je minder voedsel.
C
Zo kun je eten makkelijker bewaren.
D
Zo kun je voelen of de bonen in een blik nog goed zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nog enkele tips voor duurzaamvoedsel:

  • Kook met seizoensgroenten.
  • Restjes afgekoeld en afgedekt   bewaren in de koelkast.
  • Maak een nieuw recept met restjes of   kliekjes. 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies