In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Indeling van de stoffen
Alle stoffen
een molecuul soort
meer molecuul soorten
zuivere stof
mengsels
je ziet een onderdeel
je ziet verschillende onderdelen
homogeen mengsel
heterogeen mengsel
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
homogene en heterogene mengsels herkennen.
voorbeelden noemen bij de verschillende groepen mengsels.
het scheiden van mengsels beschrijven met behulp van het deeltjesmodel.
uitleggen dat je gebruikmaakt van verschillen in stofeigenschappen bij het scheiden van mengsels.
Slide 2 - Tekstslide
Soorten mengsels
Slide 3 - Tekstslide
Indeling van mengsels
Homogeen mengsel
legering
bestaat uit metalen
bestaat uit gassen
bestaat uit een vloeistof met daarin een andere stof
oplossing
gasmengsel
Slide 4 - Tekstslide
Indeling van mengsels
heterogeen mengsel
basis is een vaste stof
geen naam
met een vaste stof
met een gas
met een vloeistof
gel
schuim
Slide 5 - Tekstslide
Indeling van mengsels
heterogeen mengsel
basis is een vloeibare stof
suspensie
met een vaste stof
met een gas
met een vloeistof
emulsie
schuim
Slide 6 - Tekstslide
Indeling van mengsels
heterogeen mengsel
basis is een gasvormige stof
rook
met een vaste stof
met een vloeistof
nevel
Slide 7 - Tekstslide
Hoe worden mengsels ingedeeld?
Slide 8 - Open vraag
Welke (drie) soorten mengsels moet je kennen? Geef ook aan hoe het mengsel ontstaat (bijv. (g) in (l) of (l) in (l), etc).
Slide 9 - Open vraag
Soorten mengsels
Vloeibare mengsels kunnen wij onderverdelen in twee categorieën:
Homogene mengsels
Heterogene mengsels
Slide 10 - Tekstslide
Hetrogene mengse
Een emulsie is een vloeistof waarin
druppeltjes van een andere vloeistof zweven.
Heterogene mengsels
Een suspensie is een vloeistof waarin kleine stukjes van een vaste stof zweven.
Slide 11 - Tekstslide
Andere soorten mengsels
Wat is rook? (g)+(s)
- wat is dan witte rook
- wat is dan zwarte rook
Slide 12 - Tekstslide
Andere soorten mengsels
Wat is nevel? (g)+(l)
- Wat is dan mist
Slide 13 - Tekstslide
Andere soorten mengsels
Wat is schuim?
Slide 14 - Tekstslide
Homogene mengsels
Een voorbeeld van een homogeen mengsel is een oplossing.
Een oplossing is een vaste stof,
een vloeistof of een gas gemengd
met een vloeistof.
Slide 15 - Tekstslide
Mengsels scheiden
Als je de zuivere stoffen uit mengsels wilt halen, moet je op zoek naar verschillen in stofeigenschappen tussen die gemengde stoffen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat voor soort mengsel is thee in de vorm van de theeblaadjes
A
heterogeen
B
homogeen
Slide 17 - Quizvraag
Welke mengsel is heterogeen?
A
kraanwater
B
lucht
C
mayonaise
D
sigarettenrook
Slide 18 - Quizvraag
Scheidingsmethoden
Leerdoelen:
Je leert wat bezinken, filtreren en extraheren is en hoe je die toepast.
Je leert rekenen met rendement.
Slide 19 - Tekstslide
Stoffen scheiden
Kenmerken van scheiding:
Stoffen blijven hetzelfde
Maakt gebruik van stofeigenschappen
Verschillende scheidingsmethoden voor verschillende doel
Scheidingsmethoden zijn te combineren
Slide 20 - Tekstslide
Adsorberen
Scheidingsprincipe = verschil in aanhechtingsvermogen van de stof aan een adsorptiemiddel.
Vaak is dit actieve kool.
Dit wordt ook adhesie genoemd.
Mengsels:
- Oplossingen
- Gassen
Slide 21 - Tekstslide
Bezinken(en Afschenken)/ Centrifugeren
Scheidingsprincipe = het verschil in dichtheid van de stoffen.
Mengsels:
-Suspensie
-Emulsie
Slide 22 - Tekstslide
Bezinken (en Afschenken)/ Centrifugeren
Scheidingsprincipe = het verschil in dichtheid van de stoffen.
Mengsels:
-Suspensie
-Emulsie
Slide 23 - Tekstslide
Chromatografie
Scheidingsprincipe = de oplosbaarheid van de stof in de loopvloeistof en de aanhechtingsvermogen van de stof aan de stationaire fase.
Mengsels:
- Inkmengsel
Slide 24 - Tekstslide
Chromatografie
Rf-waarde: de verhouding van de snelheid van de stof en die van de oplosmiddel (mobiele/loopvloeistof)
Rf-waarde= A / B
*A: afstand van de stof vanaf de basislijn.
*B: Afstand van de loopvloeistof vanaf de basislijn.
Slide 25 - Tekstslide
Rendement
Rendement= opbrengst (wat je feitelijk heb gekregen).
Slide 26 - Tekstslide
Destilleren
Scheidingsprincipe = verschil in kookpunt
Mengsels:
Oplossingen (vloeistof in vloeistof).
De kookpunt van de vloeistoffen moeten minimaal 20°C verschillen.
Let op de termen destillaat en residu
Slide 27 - Tekstslide
Extraheren
Scheidingsprincipe = Verschil in oplosbaarheid van de vaste stof in de extractiemiddel.
Slide 28 - Tekstslide
Filtreren
Scheidingsprincipe = verschil in deeltjes grootte.
Mengsels:
- Suspensie
Let op de termen filtraat en residu
Slide 29 - Tekstslide
Indampen
Scheidingsprincipe = verschil in kookpunt.
Mengsels:
- Oplossingen (vaste stof in vloeistof)
Slide 30 - Tekstslide
Scheidingsmethodes
Deeltjesgrootte en Dichtheid
filtreren (suspensie en rook).
bezinken (suspensie en emulsie) en afschenken(suspensie en emulsie) .
centrifugeren (suspensie en emulsie).
Slide 31 - Tekstslide
Scheidingsmethoden
Kookpunt
indampen (oplossing)
destilleren (oplossing)
Slide 32 - Tekstslide
Scheidingsmethoden
Oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen
extraheren (heterogeen mengsel)
adsorberen (oplossing, gasmengsel)
chromatograferen (kleurstoffen)
Slide 33 - Tekstslide
Het zetten van thee (water op een vaste stof en er ontstaat een oplossing en een prutje) is
A
destilleren
B
filtreren
C
indampen
D
extraheren
Slide 34 - Quizvraag
Zout winnen uit zeewater, waarbij de zon het water verdampt en het zout over blijft is een vorm van
A
destilleren
B
filtreren
C
indampen
D
extraheren
Slide 35 - Quizvraag
Zout winnen uit de grond waarbij er eerst heet water de grond in wordt geperst waarin het zout uit het steenzout oplost, het steenzout achterblijft en het opgeloste zout omhoog komt is een vorm van
A
destilleren
B
filtereren
C
indampen
D
extraheren
Slide 36 - Quizvraag
Ik heb een fles wijn en daarin zit wat neerslag. Ik heb geen tijd om het rustig te laten staan dus slinger de wijn snel rond om de droesem sneller naar de bodem van de fles te krijgen, dit is een vorm van
A
filtereren
B
bezinken
C
centrifugeren
D
afschenken
Slide 37 - Quizvraag
Slagroom is een mengsel van voornamelijk room (een melkachtige vloeistof) en lucht dat er in geslagen is. Slagroom is een voorbeeld van een
A
suspensie
B
emulsie
C
schuim
D
nevel
Slide 38 - Quizvraag
Ik ga een brood maken. Het deeg is een mengsel dat voornamelijk uit meel (een vaste stof) bestaat met daarin een beetje water. Deeg is een voorbeeld van een
A
suspensie
B
gel
C
emulsie
D
oplossing
Slide 39 - Quizvraag
Mayonaise is een mengsel van voornamelijk olie en een beetje azijn, dit wordt goed doorgeroerd, maar blijft troebel. Mayonaise is een voorbeeld van een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
gel
Slide 40 - Quizvraag
In een gasmasker zit een koolstof filter. Het koolstof kan heel goed giftige of stinkende gas moleculen aan zich hechten. Het principe van een gasmasker is
A
extraheren
B
chromatografie
C
destilleren
D
adsorberen
Slide 41 - Quizvraag
Het zeven van steentjes en schelpjes uit het strandzand kun je vergelijken met een andere scheidingsmethode, welke?
A
filtreren
B
bezinken
C
afschenken
D
centrifugeren
Slide 42 - Quizvraag
Bij het maken van bouillon, laat je groenten en of vlees een lange tijd in licht kokend water staan. De smaak- en geur stoffen trekken uit de groenten/vlees en komen in het water van het bouillon terecht. Dit is hetzelfde als