KGT 5.1 Energievoorziening

5.1 Energievoorziening



1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 Energievoorziening



Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we deze les doen
Stuk uitleg elektriciteit
Zelfstandig werken
Uitleg deel 2
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

klassenregels
Ik wil geen politieagentje spelen.
Vind je de les niet interessant? Prima, is je eigen cijfer!!
Zorg wel dat je anderen niet afleidt (wees dus stil).
Er wordt niet gegeten/ gedronken. Je hebt net pauze gehad.
Er wordt niks door de klas gegooid.
Moet ik je toch waarschuwen? Kan je een bladzijde van het boek overschrijven. Elke waarschuwing een bladzijde erbij!

Slide 3 - Tekstslide

Energie
Afkorting: E

Eenheid: Joule [J]

Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten
energie ken je?

Slide 5 - Woordweb

Wat is energie?
(eigen woorden)

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Een poging energie te beschrijven
  • Energie is het vermogen om te bewegen, te verwarmen of om op een andere manier arbeid te doen. 
  • Er bestaan veel soorten energie. Alles wat beweegt heeft energie, warmte is energie, maar licht ook.
  • Het kan ook stilliggen bijvoorbeeld in chemische verbindingen , of een pijl die in de boog gespannen wordt of een gewicht dat je vast hebt.
  • Je kan geen nieuwe energie maken. Je kan energie alleen maar uit (een andere vorm van) energie halen. 
  • De totale hoeveelheid energie blijft altijd gelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Slide 9 - Tekstslide

Energiecentrales
Een energiecentrale produceert elektrische energie

De meeste centrales verbranden 

Het verbranden van fossiele brandstoffen is 
FOSSIELE BRANDSTOFFEN
Steenkool
Olie
Gas
SCHADELIJK
Er ontstaat:
- Opwarming van grondwater
- Roetdeeltjes
- Co2 (koolstofdioxide); dit zorgt voor BROEIKASEFFECT

Slide 10 - Tekstslide

Andere manieren om
energie op te wekken zijn:


  • Kerncentrale
  • Zonnepanelen
  • Windmolens
  • Waterkrachtcentrales

Slide 11 - Tekstslide

Groene energie

- Zonne energie
- Wind energie
- Water energie

Dit zijn
DUURZAME ENERGIEBRONNEN

Slide 12 - Tekstslide

Groene energiebronnen
Voordelen: 
geen afval/vervuiling

Nadelen: 
de installaties zijn vaak duur in aanschaf
en de energiebron niet altijd beschikbaar. 

Slide 13 - Tekstslide

Energie vervoeren
Energietransport

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je onthouden
  • Hoe wordt elektrische energie opgewekt bij een elektriciteitcentrale?
  • Wat voor spanning is nodig bij 
       verschillende punten van het 
       elektriciteitsnet?
  • Wat doet een transformator?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Energieverlies
  • Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
          
 
  • Voor de minste energieverlies moet de stroom met een zo hoog mogelijke spanning worden vervoerd worden.
ENERGIEVERLIES
minder energie over voor de eindgebruikers

Slide 17 - Tekstslide

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V

Slide 18 - Tekstslide

Transformatoren zijn overal!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

aan de slag
Ga aan de slag met de opgaven van 5.1
opgave 1 t/m 13

Slide 22 - Tekstslide

Verbruik van energie

Slide 23 - Tekstslide

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen

Afkorting: P 

Eenheid: watt (W)

Slide 24 - Tekstslide

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. 

Het energielabel is verplicht gesteld door de EU

Slide 25 - Tekstslide

Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden. 

Slide 26 - Tekstslide

Energie-stroomdiagrammen

Slide 27 - Tekstslide

Rendement






Wanneer je moet rekenen met rendement, maak een schetsje.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Bij de verbranding van een bepaalde hoeveelheid benzine, komt in een automotor 500 kJ aan warmte vrij. Hiermee kan 200 kJ bewegingsenergie worden gemaakt. Wat is rendement van deze auto?
A
500 / 200 -> 2,5 %
B
200 / 500 -> 0,40 %
C
500 / 200 -> 25%
D
200 / 500 -> 40%

Slide 30 - Quizvraag

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 31 - Quizvraag

Rendement
Pappa heeft voor Vaderdag een nieuw koffiezetapparaat
gekocht. Op de verpakking staat dat het vermogen 1200 W is.
Bij het koffie zetten wordt 200 W aan nuttig vermogen gebruikt.

Wat is het rendement?

Slide 32 - Tekstslide

aan de slag
Ga aan de slag met opgave 1 t/m  27
werk zachtjes in tweetallen
vragen? steek je vinger op
Klaar? werk rustig aan een ander vak

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Fossiele brandstoffen
Voordelen: makkelijk te vervoeren en verbranden. 

Nadelen: versterkt het broeikaseffect, geeft luchtvervuiling, raakt op. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Hoe noemen we de energie die in een batterij zit?
A
Elektrische energie
B
Zonne energie
C
Bewegingsenergie
D
Chemische energie

Slide 39 - Quizvraag

Kernenergie
Voordelen: geen luchtvervuiling

Nadelen: gevaarlijk afval, gevaarlijk om mee te werken. 

Slide 40 - Tekstslide

Zonnepanelen

Slide 41 - Tekstslide

De windturbine

bewegingsenergie -> elektrische energie

Binnen in een windmolen zit een generator. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

In Nederland maken we vooral gebruik van....
A
Waterenergie
B
Zonne energie
C
Windenergie
D
Kernenergie

Slide 44 - Quizvraag