Herhaling spelling en stijl examen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hij krabte / krabde eens flink aan zijn hoofd.

Slide 3 - Open vraag

Vroeger besteden / besteedden we veel aandacht aan spelling.

Slide 4 - Open vraag

Ik heb zijn vroeg goed beantwoord / beantwoordt / beantwoort.

Slide 5 - Open vraag

Hoofdletters
Het eerste woord van een zin
Persoonsnamen
Aardrijkskundige namen
Namen van talen 

Slide 6 - Tekstslide

Trema's
  • Om uitspraakproblemen te voorkomen (poëzie)
  • Bij woorden met een e-uitgang krijg je een extra letter als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt: twee --> tweeën
  • Bij woorden met een e-uitgang met de klemtoon op een andere lettergreep gebruik je geen extra letter: bacterie --> bacteriën 

Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken
  • Om uitspraakproblemen te voorkomen (zee-egel)
  • In vaste uitdrukkingen (kant-en-klaarmaatlijd)
  • In aardrijkskundige namen (West-Friesland)
  • In samenstellingen met letters of cijfers (A4-papier)

Slide 8 - Tekstslide

Apostrof
  • Bij een meervoud als er uitspraakproblemen kunnen ontstaan (baby --> baby's)
  • Bij verkleinwoorden met een y-uitgang die anders verkeerd worden uitgesproken (pony --> pony'tje)

Slide 9 - Tekstslide

OEFENEN!

Slide 10 - Tekstslide