In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Algemene spelling
Naar aanleiding van de casus 'Diefstal gravertje'
Slide 1 - Tekstslide
Er hingen 2 camera's: de....was kapot. Wat moet er op de .... staan?
A
linkercamera
B
linker camera
Slide 2 - Quizvraag
Linker en rechter worden aan het volgende woord vast geschreven als het links-zijn of rechts-zijn een vaste eigenschap is, zoals linkerbroekzak en linkervoet.
Als iets zich ‘toevallig’ links of rechts bevindt, ligt los schrijven meer voor de hand: dat linker boek en die rechter computer. Aaneenschrijven is niet ‘fout’.
LET OP: linker schoen (in een rij schoenen op een schoenenrek bijvoorbeeld) en linkerschoen (voor de linkervoet).
Slide 3 - Tekstslide
Er zit een barst in de linker zij ruit.
Corrigeer linker zij ruit.
A
linkerzijruit
B
linker zijruit
C
linkerzij ruit
Slide 4 - Quizvraag
Ik weet het niet misschien een oud collega die wraak wil. Wat is fout?
A
oud-collega
B
wil moet zijn: wilt
C
niets
D
Komma ertussen: niet, misschien
Slide 5 - Quizvraag
Samenstellingen
Sommige samenstellingen schrijf je altijd met een streepje:
oud-
ex-
niet-
Voorbeelden?
Slide 6 - Tekstslide
...waardoor het hek open ging.
A
open ging is correct
B
openging moet aan elkaar
Slide 7 - Quizvraag
Samengesteld werkwoord
Regel: samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar, ook als je ze vervoegt.
binnenkomen
gebruikmaken
Slide 8 - Tekstslide
Samenstellingen
Dat zijn woorden die uit 2 of meer aparte woorden bestaan. Die aparte woorden zijn woorden die ook los gebruikt zouden kunnen worden.
Regel: schrijf samenstellingen zoveel mogelijk aan elkaar.
Slide 9 - Tekstslide
Ook vroeg ik haar of zij nog een reserve sleutel had. Is reserve sleutel goed geschreven?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Wie heeft toegang tot de locatie? Alle wonende op dit adres. Schrijf over of pas aan.
Slide 11 - Open vraag
Ik wil graag aangifte doen .... mijn gestolen graafmachine.
A
voor
B
van
C
in
Slide 12 - Quizvraag
Vaste voorzetsels
In het Nederlands zijn er heel wat woorden die een vaste combinatie vormen met een bepaald voorzetsel.
Hier zijn geen regels voor,
deze moet je uit je hoofd leren.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe heet u en mag ik u legitimatie zien? Goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
man: bouwbedrijf van wonderen. zeeweg 70 egmond aan zee. Schrijf op de juiste plaats de hoofdletters.
Slide 15 - Open vraag
Schrijfwijze
Twijfel je hoe je bepaalde woorden moet schrijven?
Tik nooit zomaar wat in op Google!
Ga naar gerenommeerde sites als:
www.woordenlijst.org
www.encyclo.nl
www.vandale.nl
www.onzetaal.nl
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag!
In Teams staat een document met daarin de opdracht van vorige week van de hele klas.
Bekijk de tekst waar jouw naam onder staat en geef feedback. Geef minimaal 2 tips en minimaal 2 tops. Over 10 minuten bespreken we de feedback.
Op CumLaude een opdracht ingeleverd? Check de feedback!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.