blok 2 (les 1 en 2 Bij de tijd) groei van het christendom

Christendom
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Christendom

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het christendom

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Na de stichting van Rome breidden de Romeinen hun rijk steeds verder uit. Langzaamaan veroverden ze
omringende gebieden. In 218 v.Chr. hadden ze heel Italië onder hun hoede. Van daaruit veroverden ze het
hele gebied rondom de Middellandse Zee. De Middellandse Zee noemden ze daarom ook wel Mare
Nostrum, dat betekent ‘onze zee’. Je ziet het gebied dat de Romeinen veroverd hadden op de kaart. 

In 50 v.Chr. kwamen de Romeinen in Nederland. Ze veroverden het gebied tot aan de oude Rijn, daar lag de
grens van het Romeinse Rijk. Ten noorden van de grens woonden de Germanen. De Germanen verdedigden
hun gebied succesvol en daarom bleef de Rijn de grens van het Romeinse Rijk in Nederland. 

Door de Romeinen kwamen de mensen in ons land in contact met allemaal nieuwe uitvindingen en
producten. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- wegen
- watervoorzieningen
- eten zoals: druiven, perziken en kippen
- de religie van de Romeinen
Op deze kaart zie je hoe het christendom zich in de Romeinse tijd en het begin van de vroege middeleeuwen is verspreid in Europa 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke periode komt er na de val van het Romeinse Rijk?
timer
0:15
A
De Oudheid
B
De Germaanse Tijd
C
De Tijd van Grieken en Romeinen
D
De Middeleeuwen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Waarom werd na de val van het Romeinse rijk amper meer aan handel gedaan?
A
Mensen hadden geen geld meer om mee te betalen
B
De Romeinen beschermden de grenzen niet meer
C
Mensen hadden geen waardevolle spullen meer
D
Iedereen had ruzie met elkaar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een reden voor de val van het Romeinse Rijk?
A
Teveel Romeinen
B
Teveel Germanen
C
Het rijk werd slecht bestuurd
D
Het rijk was verouderd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
  • Na de Romeinen - Middeleeuwen.
  • 500-1500 na Chr. 
  • Maar waarom beginnen de Middeleeuwen in 500?

  • De Val van het Romeinse Rijk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk in deze tijd:
Adel
Adel, rijke mensen die een titel hebben, zoals een graaf of een koning hebben ook geld en macht. Ze konden een goed huis bouwen, zoals een kasteel. Ze konden zo ook andere mensen beschermen.
Ridders
Rijke mannen van adel, konden ridder zijn. Ze leefden erg vroom (volgens godsdienstregels) en konden goed vechten. Een ridder draagt een harnas ter bescherming. Ridders oefenden vechten in toernooien, maar gingen soms ook oorlog voeren in een kruistocht. (Godsdienstoorlog)
Monnik
Monniken zijn gelovige mensen. Ze leven in het klooster. Daar leven ze hun leven lang. Ze kunnen lezen en schrijven. Arme mensen kunnen dit niet. 
Godsdienst
De kerk wil vrede en veel volgers van hun godsdienst. Ze sturen missionarissen naar wilde volken om ze te bekeren. Overal worden kerken gebouwd. Monniken schrijven de bijbel over. Een zorgvuldig en precies werkje (soms saai) noemen we een monnikenwerkje. 
(Wat wilde Romeinse keizer Constantijn ook alweer?)
Missionaris
De kerk stuurt gelovige monniken naar de 'wilde volken' als de Franken, Germanen en Friezen. De monniken hebben een opdracht, een missie. Ze moeten de mensen bekeren en ze in het Christendom laten geloven. Als een monnik die opdracht krijgt heet hij een missionaris. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters
Vanuit de kloosters verspreidden monniken het christendom.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van monniken en ridders 
Hoofdstuk 2 
Monniken en Ridders


Verspreiding van het christendom 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie waren de eerste personen die het christendom verspreidde?
A
pausen
B
priesters
C
monniken
D
koningen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Willibrord en Bonifatius waren...
A
Monniken die in Engeland het christendom verspreidden.
B
Monniken die de Franken bekeerden tot het christendom.
C
De belangrijkste goden van de Friezen.
D
Het volk van de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding christendom
  • Christendom werd nog belangrijker!
  • Monniken (Willibrord en Bonifatius) bekeren mensen en stichtten kloosters
  • Elk dorp een eigen kerk en priester

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van natuurgoden naar Christendom

  • Rond 500: veel mensen in het huidige Nederland en Duitsland geloven nog in natuurgoden.

  • Christenen vonden dit verkeerd. Zij noemden deze mensen heidenen en wilden hen bekeren tot het Christendom.

  • 600/700: eerste Engelse monniken kwamen naar het huidige Nederland en Duitsland en verspreidden het christendom. Deze monniken werden ook wel missionarissen genoemd. Zij stichtten hier kloosters. 

  • Kloosterlingen (monniken en nonnen) stellen hun leven in dienst van het geloof.




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

monniken zijn
A
mannen die zich volledig richten op het christendom.
B
mannen/ vrouwen die zich volledig richten op het christendom.
C
een boer uit Drenthe.
D
Mensen die bij een klooster wonen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de periode van de Monniken en Ridders?

A
de late Middeleeuwen
B
de vroege Middeleeuwen
C
het einde van het Romeinse rijk
D
verspreiding van het christendom

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies