B&F, technisch lezen, Station Zuid Nieuws week 2 les 3

• Technisch lezen
• Basisschool
• Groep 6

Technisch lezen: Station Zuid

Thema Nieuws: week 2 les 3
Doel: woorden die eindigen op -air

Lees hard op mee

Lees de tekst

Welk woord past in de zin?
De sprong van de skater zag er ......... uit.

1. familiair
2. spectaculair
3. polair

Welk woord past in de zin?
Veel mensen vinden smakken bij het eten..................

1. ordinair
2. secundair
3. militair

Welk woord past in de zin?
De rijkste mensen op aarde zijn...............

1. miljardair
2. militair
3. primair

Welk woord past in de zin?
Vals spelen bij spelletjes is niet...............

1. culinair
2. flair
3. fair

Welk woord past in de zin?
De jonge zangeres is erg..................

1. eclair
2. populair
3. modulair

Schrijf twee woorden op die eindigen op -air.

Welk woord past in de zin?

Dat beroep lijkt me...................

1. culianair
2. spectaculair
3. eclair
4. militair

Welk woord past in de zin?

Misschien word ik later wel.................

1. culianair
2. spectaculair
3. eclair
4. militair

Welk woord past in de zin?

Of bakker, dan maak ik de lekkerste .....

1. culianair
2. spectaculair
3. eclair
4. populair

Welk woord past in de zin?
En kok lijkt me ook wel wat, heerlijk.......

1. culianair
2. spectaculair
3. eclair
4. populair

Welk woord past in de zin?
Welk beroep is er bij jou..............?

1. culianair
2. spectaculair
3. eclair
4. populair

Lees hard op mee

Goed gedaan!

Ben je drie ster bij Station Zuid? Dan maak je nog de volgende opdrachten. 
Eén en twee ster mogen kiezen je ze wel of niet maakt.

Ons ...... is zo versleten dat de meester laatst door de stoel zakte.

1. stagiair
2. modulair
3. schoolmeubilair

De uitvinding van de stoommachine was ..............

1. literair
2. revolutionair
3. culinair

Toen hij nar voren kwam, klonk boegeroep. Hij was niet erg ...............

1. populair
2. eclair
3. au pair

De studie die mijn zus doet is .......

1. miljardair
2. familiair
3. universitair

Met veel ...... hield ze haar spreekbeurt.

1. flair
2. militair
3. diamantair

Welk antwoord past erbij?

Is dat jullie nieuwe au pair?

1. Ja, en hij gedraagt zich ook autoritair.
2. Ja, en het is ook heel literair.
3. Nee, ze werk als stagiair.
4. Nee, eten op straat vind ik ordinair.

Welk antwoord past erbij?

Zullen we een eclair kopen?

1. Ja, en hij gedraagt zich ook autoritair.
2. Ja, en het is ook heel literair.
3. Nee, ze werk als stagiair.
4. Nee, eten op straat vind ik ordinair.

Welk antwoord past erbij?

Is dat een populair boek?

1. Ja, en hij gedraagt zich ook autoritair.
2. Ja, en het is ook heel literair.
3. Nee, ze werk als stagiair.
4. Nee, eten op straat vind ik ordinair.

Welk antwoord past erbij?

Is die man een hoge militair?

1. Ja, en hij gedraagt zich ook autoritair.
2. Ja, en het is ook heel literair.
3. Nee, ze werk als stagiair.
4. Nee, eten op straat vind ik ordinair.

Welke woorden kun je ervan maken?
ta-lair-cu-spec

Welke woorden kun je ervan maken?
nair-di-or

Welke woorden kun je ervan maken?
meu-tuin-lair-bi

Welke woorden kun je ervan maken?
li-dair-so

Goed gedaan!