Coordinerende taken t.a.v. inzetten van medewerkers

Je wordt beter om andere te begeleiden als je in staat bent leiding te geven aan jezelf. 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je wordt beter om andere te begeleiden als je in staat bent leiding te geven aan jezelf. 

Slide 1 - Tekstslide

Leermiddelen
Profiel PBSD Theorieboek, Thieme, 
Thema 9, hoofdstuk 25 en 27

Slide 2 - Tekstslide

Eindopdracht
Je beschrijft een persoonlijk verslag met hierin:
  1. Wie ben je?
  2. Wat wil je?
  3. Wat kun je?
  4. Wat doe je?
  5. Welke transfer wil je maken in het vervolg in je rol als coördinator? 

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer geef je leiding?

Slide 4 - Open vraag

Persoonlijk leiderschap
- Elke dag geef je leiding aan jezelf
- Persoonlijk leiderschap gaat verder: bewust zijn van de manier waarop je leidinggeeft en welke beslissingen je dagelijks neemt. 

Stukje lezen over persoonlijk leiderschap. 

Slide 5 - Tekstslide

Ben jij je ervan bewust dat al je handelingen het gevolg zijn van je eigen beslissingen?

Slide 6 - Open vraag

Paradigma's 
De manier waarop je naar de wereld, naar anderen en naar jezelf kijkt wordt beïnvloed door je opvoeding, opleiding en mensen om je heen. Je wereldbeeld of je denkbeeld is een paradigma. Je paradigma's kunnen veranderen als je nieuwe inzichten krijgt. voor goed persoonlijk leiderschap is het belangrijk dat je je bewust bent van je eigen paradigma's, omdat deze je gedrag en je keuzes beïnvloeden. 

Slide 7 - Tekstslide

Je moet je bewust zijn van je paradigma's op de volgende drie gebieden:

  1. Paradigma's van jezelf. Vraag: welke paradigma's heb jij over jezelf? Zijn die gedachten vooral positief of negatief?
  2. Paradigma's over anderen. Vraag: Vel je snel een oordeel over anderen of wacht je liever even af voordat je een mening vormt?
  3.  Paradigma's over het leven. Vraag: Waar leg jij je focus op in je leven: op status, familie, vrienden, partner, principes of iets anders?

Slide 8 - Tekstslide

Tweetallen
in gesprek met elkaar en beantwoord de vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Week 2
Coordinerende taken t.a.v. inzetten van medewerkers




Slide 10 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 11 - Open vraag

Vorige week
Persoonlijk leiderschap
Paradigma's

Slide 12 - Tekstslide

De zeven eigenschappen
Volgens de Amerikaanse schrijver Stephen Covey zijn er zeven goede eigenschappen die je jezelf aan zou moeten leren om leiding te kunnen geven. Hiermee bedoelt hij vooral het leidinggeven aan jezelf, zodat je uiteindelijk op een goede manier leiding kunt geven aan anderen/ Het gaat om de volgende eigenschappen.

Slide 13 - Tekstslide

De zeven eigenschappen
1. Wees proactief
2. Stel levensdoelen
3. Geef voorrang aan belangrijk dingen
4. Denk in win-win situaties
5. Luister voordat je reageert
6. Sta open voor synergie
7. Houd jezelf scherp

Slide 14 - Tekstslide

1. Wees proactief
Dit houdt in dat je initiatief toont in verantwoordelijkheid nemen voor je eigen daden. Voorbeelden van initiatief tonen zijn: contacten zoeken met de familieleden van je cliënten en een oplossing zoeken voor problemen. Het lijkt vaak makkelijk om bij problemen hulp in te schakelen van anderen. Maar als je even stilstaat bij het probleem en op zoek gaat naar een oplossing, dan kun je misschien wel versteld staan van jezelf. Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen daden wil zeggen dat je, als je een fout maakt, niet de schuld in de schoen van een ander probeert te schuiven maar je excuses aanbiedt voor de fout die je gemaakt hebt.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

In gesprek
Ga in tweetallen in gesprek over 'hoe proactief 

Slide 17 - Tekstslide

Coördineren 
Coördinatie wil zeggen het regelen, afstemmen en op elkaar laten aansluiten van verschillende vormen van zorg en ondersteuning rondom de client. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je nodig om goed te kunnen coördineren?

Slide 19 - Open vraag

Belang van een goede coördinatie en samenwerking
  • Sociale kaart
  • Duidelijke taak- en verantwoordelijkheidsverdeling
  • Goede communicatie

1. Ketenzorg
2. Coördineren van zorg en ondersteuning
3. Coördinatie van de onderlinge samenwerking

Slide 20 - Tekstslide

Ketenzorg
Het samenwerkingsverband tussen hulp en zorgverleners van diverse organisaties wordt ook wel aangeduid als ketenzorg. 

Slide 21 - Tekstslide

Coördineren van zorg en ondersteuning
- Maken van goede afspraken
- Plannen van het werk
- Organisatie van het werk
- Overleg voeren
- Informatieoverdracht

Slide 22 - Tekstslide

Coördinatie van de onderlinge samenwerking
  1. Voor de client is duidelijk wie van de betrokken hulpverleners welke rol heeft. 
  2. Alle betrokken professionals hebben inzage in dossier en zijn op de hoogte van alle relevante gegevens.
  3. Elke hulp en zorgverlener informeert andere collega's en vult het zorgdossier aan.
  4. Duidelijke afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden
  5. Waar nodig worden controlemomenten ingepland:overleg/evaluatie. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht 1,2,3 uit je werkboek PBSD hoofdstuk 25: blz. 226, 227,228
Theorie in PBSD hoofdstuk 25.2: blz. 324/325

Slide 24 - Tekstslide

Week 3
- Stel levensdoelen
- Taken van de leidinggevende

Slide 25 - Tekstslide

De zeven eigenschappen
1. Wees proactief
2. Stel levensdoelen

Slide 26 - Tekstslide

Stel levensdoelen
Door je bewust te zijn van wat je wilt bereiken in het leven en welke rol je wilt spelen om het leven van anderen, kun je makkelijker handelen vanuit je eigen principes. Hoe zou je als je oud bent willen terugkijken op je leven? Misschien zou je op latere leeftijd willen dat je meer tijd had doorgebracht met familie, reizen of iets anders. Als je je daar nu bewust van bent, kun je daar nu al naar handelen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

In gesprek met elkaar
Hoe zou je als je oud bent willen terug kijken op je leven?

Slide 29 - Tekstslide

Taken van de leidinggevende
Doelen stellen
Planningen maken
Motiveren
Delegeren
Instrueren
Beslissingen nemen
Een manier van omgang vinden
Bemiddelen bijconflicten
Controleren en bijsturen
Beoordelen

Slide 30 - Tekstslide

Casus
Fien is als Pb’er ook stagebegeleidster van Linda. Voor een tussentijdse evaluatie vult Fien een beoordelingsformulier in over Linda. Dit formulier bestaat uit de competenties en vaardigheden die vereist zijn voor het uitvoeren van de functie. Fien geeft bij elke vaardigheid aan of Linda hier al over beschikt of dat ze hier nog meer begeleiding in moet krijgen. Fien vindt he invullen van het formulier wel prettig, omdat ze nu een overzicht heeft van de punten waarop ze Linda nog beter kan begeleiden. Ze neemt het beoordelingsformulier door met Linda en vraagt haar of ze het met haar eens is. Linda begrijpt sommige punten van feedback wel, maar sommige begrijpt ze niet. Fien probeert zo goed mogelijk aan Linda uit te leggen. Uiteindelijk vindt Linda het ook prettig om te weten welke vaardigheden ze al onder de knie heeft en waar ze nog aan moet werken.

Slide 31 - Tekstslide

 Eindopdracht 
Maak alvast een start met de eindopdracht

Slide 32 - Tekstslide

waar ging de vorige les over?

Slide 33 - Open vraag

Vandaag
Covey eigenschap 3
Leiderschapsstijlen

Slide 34 - Tekstslide

De zeven eigenschappen
1. Wees proactief
2. Stel levensdoelen
3. Geef voorrang aan belangrijke zaken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

In gesprek
Geef jij voorrang aan belangrijke dingen?

Slide 37 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen
Als je je bewust bent van je persoonlijk leiderschap, kun je andere leidinggeven of coördineren vanuit verschillende stijlen. 

Slide 38 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen 
1. mentor
2. Stimulator
3. Controleur
4. Coordinator
5. Innovator
6. Bemiddelaar
7. Producent
8. Bestuurder

Slide 39 - Tekstslide

In gesprek
Welke stijl past bij jou? En welke stijl zou je lastig vinden? Hoe zou je hieraan kunnen werken?

Slide 40 - Tekstslide