Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 3 Twijfelwoorden
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Dialect/taal?
Slide 22 - Woordweb
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf je dan of als?
'Jannes vindt het net zo moeilijk ... Thomas.'
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Wat is juist/beter?
A
Die docent is een heel aardige man.
B
Die docent is een hele aardige man.
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Hen of hun of zij?
Hun: bezit, bijv. hun lokaal, hun vakantie
Hen: lv, bijv. ik vroeg hen, na vz, bijv. ik geef dit aan hen.
Zij: Zij hebben dat gedaan (mv)
Hun hebben pech
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Jou of jouw?
'Die vader van ... is een akelige man.'
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Een meerderheid heeft tegen het voorstel gestemd.
B
Een meerderheid hebben tegen het voorstel gestemd.
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Mix van oefeningen
Slide 40 - Tekstslide
Welke zin is juist geschreven?
A
Ik geef meer geld uit dan jij.
B
Ik geef meer geld uit dan jou.
C
Ik geef meer geld uit dan jouw.
D
Ik geef meer geld uit dan je.
Slide 41 - Quizvraag
Vul het juiste woord in.
'Ik heb aan (hen/hun) de planning doorgestuurd.'
Slide 42 - Open vraag
Welke zin is juist geschreven?
A
Hij is net zo oud dan mijn zoon.
B
Geef me jou sleutels!
C
Jeste is groter als jou.
D
Kees is vijf keer sterker dan Luc.
Slide 43 - Quizvraag
Vul het juiste woord in.
'Is (u/uw) gezondheid in orde?'
Slide 44 - Open vraag
Welke zin is juist geschreven?
A
Hij staat met zijn rug na het raam.
B
Naar het lezen van dat boek, was ik op de hoogte.
C
Naardat je dat zei, werd ik verdrietig.
D
Naar aanleiding van die maatregel blijf ik binnen.
Slide 45 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Les 3 Twijfelwoorden
October 2024
- Les met
44 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Week 45/46 - Twijfelwoorden
December 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
De passieve zin
October 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 28 26 april 2025 uitgebreid
April 2025
- Les met
32 slides
Nederlands
Secondary Education
Herhaling deel 1 (werkwoorden-woordleer-zinsleer)
October 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 6 (27 september 2024)
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 28 26 april 2025
April 2025
- Les met
23 slides
Nederlands
Secondary Education
W6 - zinsleer
February 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Secundair onderwijs