Havo 2 - week 25 - gram zinsdelen - Samengestelde zinnen H5

- Samengestelde zinnen 

Doel: 
- Je herkent de verschillende zinnen binnen een zin.
- Je kunt aangeven of de samengestelde zin bestaat uit twee hoofdzinnen of uit een hoofdzin en een bijzin. 



Vandaag in de les:
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

- Samengestelde zinnen 

Doel: 
- Je herkent de verschillende zinnen binnen een zin.
- Je kunt aangeven of de samengestelde zin bestaat uit twee hoofdzinnen of uit een hoofdzin en een bijzin. 



Vandaag in de les:

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij over hoofdzinnen en bijzinnen?

Slide 2 - Open vraag

Hoofdzin
- Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Er past(bijna nooit) iets tussen.
- De persoonsvorm staat voorin de (hoofd)zin .


Slide 3 - Tekstslide

Bijzin
- Tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen wel andere zinsdelen staan.
- De persoonsvorm staat vaak achterin de (bij)zin.

Slide 4 - Tekstslide

Elke zin heeft één persoonsvorm,

Maar, soms kunnen twee zinnen samen één nieuwe zin vormen.

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is kapot. 



Samengestelde zin

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een samengestelde zin?

Slide 6 - Open vraag

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is kapot. 

Ik MOEST de afwas met de hand doen, want de afwasmachine WAS kapot. 





Samengestelde zin

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin:
- In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp (bijna) altijd naast elkaar. 

Bijzin:
- De bijzin is vaak een onderdeel van de hoofdzin, je kunt hem vaak vervangen voor één woord
- In een bijzin hoeven de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar te staan. 





Hoofdzin of bijzin?

Slide 8 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
Hoofdzin of bijzin?

Slide 9 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
Hoofdzin of bijzin?

Slide 10 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
Hoofdzin of bijzin?

Slide 11 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee,    Wat kun je dan zeggen over hoofdzin/bijzin
Hoofdzin of bijzin?

Slide 12 - Tekstslide

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee,  het zijn dus twee hoofdzinnen!

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten.
Hij begroette ons hartelijk. 
Hoofdzin of bijzin?

Slide 13 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)

Hoofdzin of bijzin?

Slide 14 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?


Hoofdzin of bijzin?

Slide 15 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
  
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 16 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja
   - nee, wat kun je daardoor zeggen over hoofdzinnen en bijzinnen?   
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 17 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja,  Bijzin  - vervangen door toen
   - nee,  hoofdzin
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 18 - Tekstslide

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)



Hoofdzin of bijzin?

Slide 19 - Tekstslide


Wat zijn de pv's?

Slide 20 - Open vraag

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?

   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 21 - Tekstslide


Wat zijn de onderwerpen bij die pv's?

Slide 22 - Open vraag

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - 
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 23 - Tekstslide

Kun je een zinsdeel tussen de pv's en ow's zetten? (per ov apart)

Slide 24 - Open vraag

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee
   - Ja
   - Ja Wat kun je dus zeggen over Hoofd- en bijzinnen?
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 25 - Tekstslide

Sandy luisterde geïnteresseerd toen de geschiedenisdocent vertelde dat de middeleeuwse maatschappij was opgebouwd als een piramide

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Nee   Hoofdzin
   - Ja       Bijzin  - toen
   - Ja       Bijzin  - dat
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 26 - Tekstslide

Wat:  Grammatica zinsdelen  H5 - eigen leerlijn

Wanneer: Einde deze week af! (19 juni )
Hoe: werk netjes, als je iets niet snapt, dan mag je het opzoeken/in de chat vragen. 

Kijk goed naar de filmpjes in de methode en als je niet lukt, trek dan op tijd aan de bel!


Aan de slag!

Slide 27 - Tekstslide