H2 - week 9 - les 2 - Grammatica H5 - samengestelde zinnen

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Dagopening
- Samengestelde zinnen
- Hoofdzinnen en bijzinnen


Doel: 
- Je kunt in een samengestelde zin alle persoonsvormen en onderwerpen vinden
- Je kunt zien of een persoonsvorm bij een hoofdzin of een bijzin hoort.
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Elke zin heeft één persoonsvorm,

Maar, soms kunnen twee zinnen samen één nieuwe zin vormen.

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.





Samengestelde zin

Slide 3 - Tekstslide

Elke zin heeft één persoonsvorm,

Maar, soms kunnen twee zinnen samen één nieuwe zin vormen.

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is defect. 





Samengestelde zin

Slide 4 - Tekstslide

1. Ik moet de afwas met de hand doen.
2. De afwasmachine is defect.

Ik moet de afwas met de hand doen, want de afwasmachine is kapot. 

Ik MOEST de afwas met de hand doen, want de afwasmachine WAS kapot. 





Samengestelde zin

Slide 5 - Tekstslide

Ik MOEST de afwas met de hand doen, want de afwasmachine WAS kapot. 

Waarom moet je dit kunnen herkennen?





Samengestelde zin

Slide 6 - Tekstslide

Ik MOEST de afwas met de hand doen, want de afwasmachine WAS kapot. 

Waarom moet je dit kunnen herkennen?

Terwijl wij wachten op wat er gebeurt, is het toch gebeurd





Samengestelde zin

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin:
- In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp (bijna) altijd naast elkaar. 

Bijzin:
- In een bijzin hoeven de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar te staan. 
- De bijzin is vaak een onderdeel van de hoofdzin, je kunt hem vaak vervangen voor één woord





Hoofdzin of bijzin?

Slide 8 - Tekstslide

Wie de leukste vragen bedenkt, mag het interview geven. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)



Hoofdzin of bijzin?

Slide 9 - Tekstslide


Wat zijn de pv's?

Slide 10 - Open vraag

Wie de leukste vragen bedenkt, mag het interview geven. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?

   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 11 - Tekstslide


Wat zijn de onderwerpen
bij die pv's?

Slide 12 - Open vraag

Wie de leukste vragen bedenkt, mag het interview geven. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 13 - Tekstslide

Kun je een zinsdeel tussen de pv's en ow's
zetten?

Slide 14 - Open vraag

Wie de leukste vragen bedenkt, mag het interview geven. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - Wie de leukste vragen - vandaag - bedenkt - ja
   - Hij - vandaag - mag - nee
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 15 - Tekstslide

Wie de leukste vragen bedenkt, mag het interview geven. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
     - Ja       Bijzin  - hij
     - Nee   Hoofdzin
   



Hoofdzin of bijzin?

Slide 16 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)

Hoofdzin of bijzin?

Slide 17 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?


Hoofdzin of bijzin?

Slide 18 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
  
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 19 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja
   - nee, wat kun je daardoor zeggen over hoofdzinnen en bijzinnen?   
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 20 - Tekstslide

Toen de zomervakantie steeds dichterbij kwam, werden sommige leerlingen steeds minder gemotiveerd. 

1. Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
2. Wat zijn de onderwerpen?
3. Kun je zinsdelen tussen pv en ow inzetten?
   - ja,  Bijzin  - vervangen door toen
   - nee,  hoofdzin
   


Hoofdzin of bijzin?

Slide 21 - Tekstslide

Wat:  Grammatica zinsdelen  H5 - eigen leerlijn en H6 grammatica woordsoorten. 

Wanneer: Einde deze week af!
Hoe: werk netjes, als je iets niet snapt, dan mag je het opzoeken/in de chat vragen. 

Kijk goed naar de filmpjes in de methode en als je niet lukt, trek dan op tijd aan de bel!


Aan de slag!

Slide 22 - Tekstslide