6.3 Verteringsenzymen (deel 2) kl + pract

H6 Voeding en vertering



Deze les:
  • hw bespreken 6.2 + 6.3
  • §6.3 Verteringsenzymen deel 2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H6 Voeding en vertering



Deze les:
  • hw bespreken 6.2 + 6.3
  • §6.3 Verteringsenzymen deel 2

Slide 1 - Tekstslide

§6.3 Leerdoelen
  1. Je licht het verband tussen de vorm en functie van enzymen toe en beschrijft de naamgeving
  2. Je licht aan de hand van de optimumkrommen de invloed van de temperatuur en de pH toe op de snelheid van een enzymreactie
  3. Je beschrijft de stappen van chemische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten
Check Classroom voor een tabel met leerdoelen, begrippen en binastabellen!

Slide 2 - Tekstslide

Enzymen
Verteringsenzym:
Eiwit dat een
molecuul kan
knippen

Hoe werkt dat?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Reactiesnelheid
Optimumkromme:
  • Minimum
  • Optimum
  • Maximum

Afhankelijk van temperatuur
en pH!

Slide 5 - Tekstslide

Welk enzym heeft de grootste reactiesnelheid?

Slide 6 - Open vraag

Bij welke temperatuur werkt enzym Y het snelst?

Slide 7 - Open vraag

Reactiesnelheid
Optimumkromme:
  • Minimum
  • Optimum
  • Maximum

Afhankelijk van temperatuur
en pH!

Slide 8 - Tekstslide

Zuurgraad
De pH is een maat voor de zuurgraad van een waterige oplossing

De pH heeft invloed op de structuur van een enzym!


Slide 9 - Tekstslide

Reactiesnelheid
Te hoge temp, te lage pH:
enzym onherstelbaar beschadigd

Te lage temp: 
enzym werkt tijdelijk niet 

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende enzymen hebben verschillende optima!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met een practicum!
Lees de handleiding bij het practicum amylase op Classroom en maak in tweetallen de vragen vooraf.

Klaar? Kijk je antwoorden na van 6.2 en 6.3







Slide 13 - Tekstslide

Practicum amylase
  • Wat is het doel van het practicum? En hoe zet je dat in een goede onderzoeksvraag?
  •  Hoe werkt amylase? En wat is dan de hypothese?
  • Hoe ga je te werk?
  • Wat is de controleproef?

Slide 14 - Tekstslide

Een onderzoeksvraag


Wat is het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele in bepaalde tijd of situatie?

Slide 15 - Tekstslide

Variabelen
Onafhankelijke variabele
De oorzaak, deze variabele kun je veranderen

Afhankelijke variabele 
Het gevolg, verandert door de invloed van de onafhankelijke variabele

Slide 16 - Tekstslide

Zetmeel aantonen

Zetmeel kan worden aangetoond met jood
(lugol = joodoplossing)

-> Hoe donkerder de kleur, hoe meer zetmeel!

Slide 17 - Tekstslide