Nieuwsbegrip 9 februari 2021

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Jeugdjournaal voor Nieuwbegrip kijken
  • In tweetallen de tekst lezen en de sleutelvragen beantwoorden
  • Gezamenlijk nabespreken en een aantal vragen beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je gezien?

Slide 3 - Woordweb

Tekst lezen en sleutelvragen beantwoorden


DUO 1:
Louie, Yoav 




  • Haal de tekst en de opdrachten op uit Teams (lesmateriaal> Nieuwsbegrip > 9 februari 2021)

DUO 2:
Konstantina, Adeley 

TRIO 3
Bryan, Andrew, Sayd

Slide 4 - Tekstslide

1) Waar zorgt het winterse weer in Nederland voor? Noem één positief en één negatief gevolg.

Slide 5 - Open vraag

2) Wanneer spreek je van een koudegolf? Er zijn twee dingen belangrijk.

Slide 6 - Open vraag

3) Wat betekent code rood?

Slide 7 - Open vraag

4) Welke overlast veroorzaakte het extreme weer? Noem twee voorbeelden.

Slide 8 - Open vraag

5) Hoe komt het dat Nederland altijd een schaatsland is geweest?

Slide 9 - Open vraag

6) Hoe kun je berekenen je of het ijs dik genoeg is om erop te schaatsen?

Slide 10 - Open vraag

Wat vind jij van het winterse weer?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Wat wordt er bedoeld met 'met het oog op' (r. 17)?
A
rekening houdend met
B
terwijl je niks weet over
C
terwijl je terugkijkt naar
D
zonder te denken aan

Slide 12 - Quizvraag

In regel 19-20 staat: Zondag was het treinverkeer gestremd, omdat de wissels bevroren zijn en niet werken door de stuifsneeuw. Wat betekent gestremd zijn?
A
geblokkeerd zijn
B
opgestart zijn
C
toegestaan zijn
D
vertraagd zijn

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is het eigenlijk al uitgesloten dat er een Elfstedentocht komt (r. 31-32)?
A
De organisatie van de Elfstedentocht heeft gezegd dat er dit jaar geen Elfstedentocht wordt georganiseerd.
B
Het gaat niet lang en niet streng genoeg vriezen, dus het ijs wordt waarschijnlijk niet dik genoeg voor een Elfstedentocht.
C
Het ijs wordt waarschijnlijk wel dik genoeg, maar door de sneeuw kan er niet op geschaatst worden.
D
Vanwege de maatregelen is het dit jaar helemaal niet toegestaan om te schaatsen.

Slide 14 - Quizvraag

In r. 36 staat: Als het overdag ook vriest, dan zorgt elke 5 graden vorst voor één centimeter ijs. Welk verband is er tussen deze zinnen?
A
Het is een oorzaak.
B
Het is een reden.
C
Het is een tegenstelling.
D
Het is een voorwaarde

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin past het best als laatste zin van de tekst?
A
De kans is dus groot dat er na sneeuwpret ook ijspret volgt.
B
De kans is dus groot dat er geen einde komt aan de ijspret.
C
Helaas heeft niet iedereen een paar schaatsen in huis.
D
Helaas is het niet toegestaan om te schaatsen.

Slide 16 - Quizvraag