kgt 1 - chapitre 5 - herhalen getallen

PROGRAMME
  • Absence
  • Phrases-clés
  • Interro vocabulaire B
  • Herhalen getallen
  • Au travail
Let op:  we werken in boek B!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PROGRAMME
  • Absence
  • Phrases-clés
  • Interro vocabulaire B
  • Herhalen getallen
  • Au travail
Let op:  we werken in boek B!

Slide 1 - Tekstslide

Tu as quel âge?

Slide 2 - Open vraag

Tu as passé un bon week-end?
- Oui, ...

Slide 3 - Open vraag

C'est qui, Simon?
(Dat is mijn vriend.)

Slide 4 - Open vraag

OVERHORING VOCA B

Slide 5 - Tekstslide

Choisis la bonne traduction.

le jardin
A
natuurlijk
B
het geld
C
de tuin
D
ik kan

Slide 6 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

l'argent
A
natuurlijk
B
het geld
C
vragen
D
ik kan

Slide 7 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

bien sûr
A
natuurlijk
B
weigeren
C
vragen
D
ik kan

Slide 8 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

refuser
A
natuurlijk
B
weigeren
C
vragen
D
ik kan

Slide 9 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

je peux
A
natuurlijk
B
dit jaar
C
vragen
D
ik kan

Slide 10 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

cette année
A
natuurlijk
B
dit jaar
C
vragen
D
ik kan

Slide 11 - Quizvraag

Choisis la bonne traduction.

demander
A
natuurlijk
B
dit jaar
C
vragen
D
ik kan

Slide 12 - Quizvraag

Zet de maanden van het jaar op de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
octobre
juin
août
décembre
janvier
mars
mai

Slide 13 - Sleepvraag

Les nombres jusq'à 100

Slide 14 - Tekstslide

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
quatre-vingt-dix
cinquante
quatre-vingts
dix
trente
quarante
soixante
cent
vingt
soixante-dix

Slide 16 - Sleepvraag

Wat weet je nog over de getallen 60 t/m 100?

Slide 17 - Open vraag

Sleep de vertalingen naar de juiste getallen.
60
75
74
63
69
68
71
73
77
70
78
soixante-dix-sept
soixante-neuf
soixante-treize
soixante
soixante-quatorze
soixante-dix-huit
soixante-trois
soixante-huit
soixante-dix
soixante-quinze
soixante et onze

Slide 18 - Sleepvraag

Les nombres
10 = dix
20 = vingt
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante
70, 80, 90 = leren we vandaag :)

Slide 19 - Tekstslide

70 t/m 100
Vanaf 70 tellen de Fransen anders dan wij gewend zijn.

70 = soixante-dix

80 = quatre-vingts

90 = quatre-vingt-dix

100 = cent

Slide 20 - Tekstslide

70
Vanaf 70 tellen de Fransen anders dan wij gewend zijn.

70 = soixante-dix.            60+10
71 = soixante-et-onze.   60+11
72 = soixante-douze.      60+12

Slide 21 - Tekstslide

80
80 = quatre-vingts      4 keer 20

81 = quatre-vingt-un
82 = quatre-vingt-deux
83 = quatre-vingt-trois

Slide 22 - Tekstslide

1. quatre-vingts
2. quatre-vingt-trois
3. quatre-vingt-huit
4. quatre-vingt-un

Slide 23 - Open vraag

90
90 = quatre-vingt-dix           4 keer 20 plus 10

91 = quatre-vingt-onze
92 = quatre-vingt-douze
93 = quatre-vingt-treize

Slide 24 - Tekstslide

90
A
quatre-vingts
B
quatre-vingt-dix
C
quarante-vingt-deux
D
quatre-vingt-dix-sept

Slide 25 - Quizvraag

96
A
quatre-vingt-sept
B
quatre-vingt-dix-sept
C
quatre-vingt-six
D
quatre-vingt-seize

Slide 26 - Quizvraag

92
A
quatre-vingt-deux
B
quatre-vingt-douze

Slide 27 - Quizvraag

98
A
quatre-vingt-huit
B
quatre-vingt-dix-huit

Slide 28 - Quizvraag

94
A
quatre-vingt-quatre
B
quatre-vingt-quatorze

Slide 29 - Quizvraag

Luister naar het fragment. Kies steeds het getal dat je hoort. Je hebt steeds twee opties.
1
2
3
4
5
6
15
45
19
79
11,50
11,95
70
80
2,80
2,89
1,63
1,73

Slide 30 - Sleepvraag

Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot : 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 31 - Sleepvraag

AU TRAVAIL
Maken: opdracht 9c blz. 16
Leren: vocabulaire B blz. 42 - op quizlet!



Slide 32 - Tekstslide

1. Comment s’appelle la mère de Marge ?
2. Comment s’appellent les grand-pères de Bart ?
3. Comment s’appellent les filles de Homer ?
4. Comment s’appellent les sœurs de Marge ?
5. Ling a combien de cousins ?
6. Homer et Marge ont combien d’enfants ?

*enfants = kinderen

Hij heet: il s'appelle
Zij heten: ils s'appellent

Zij heet: elle s'appelle
Zij heten: elles s'appellent
Exercice - ''Simpsons

Slide 33 - Tekstslide

1. Comment s’appelle la mère de Marge ?
Elle s'appelle Jackie.

2. Comment s’appellent les grand-pères de Bart ?
Ils s'appellent Abraham et Clancy.

3. Comment s’appellent les filles de Homer ?
Elles s'appellent Lisa et Maggie.

4. Comment s’appellent les sœurs de Marge ?
Elles s'appellent Patty et Selma.

5. Ling a combien de cousins ?
Elle a trois cousins.

6. Homer et Marge ont combien d’enfants ?
Ils ont trois enfants.
Exercice 1 - les réponses

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link