Medicijnen

Medicijnen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeBeroepsopleiding

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Medicijnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je een opleiding hebt gevolgd ben je automatisch bekwaam
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Onjuist, Je bent bevoegd. Bekwaam wordt je door te oefenen.
Als verzorgende heb je een functionele zelfstandigheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Onjuist, Je hebt een niet-functionele zelfstandigheid.
Je handelt in opdracht van een zelfstandig bevoegde opdrachtgever.
De essentieregel in het kader van medicatieveiligheid is
A
De regel van 4
B
De regel van 5
C
De regel van 6
D
De regel van 7

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 5 J's

Slide 5 - Open vraag

Juiste medicijn
Juiste tijdstip van toedienen
Juiste dosering
Juiste toedieningsvorm
Juiste zorgvrager
Hoe kun je risico's op fouten verkleinen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderdosering betekent dat iemand meer medicijn nodigt heeft dan de gemiddelde zorgvrager
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Onjuist, Dit betekent dat iemand te weinig heeft gekregen waardoor ook te weinig werkzame stof.
De ziekte/symptomen worden niet goed bestreden.
Een placebo is
A
Een medicijn met minder werkzame stof
B
Een medicijn met meerdere werkzame stoffen
C
Een medicijn zonder werkzame stof

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in ieder geval in elke bijsluiter?

Slide 9 - Open vraag

1. De naam van de fabrikant en het medicijn.
2. Heldere informatie over  de werking en het gebruik van het medicijn.
3. De bestanddelen van het medicijn en hoeveel medicijnen in de verpakking zit.
4. De indicatie: voor welke redenen het medicijn kan worden voorgeschreven.
5. Risico's en mogelijke bijwerkingen van het gebruik van het medicijn.
Op een goed etiket staat de naam van de apotheek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn veel voorkomende lichamelijke klachten bij gebruik van medicijnen?
A
Maag-en darmklachten
B
Hartritmestoornissen
C
Bloed ophoesten
D
Bewusteloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toedienen van medicatie via de huid is een vorm van parenterale toediening
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Parenteraal wil zeggen buiten het maagdarmkanaal om.
Bij een curatieve toediening wordt een ziekte voorkomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Voorkomen van een ziekte is profylactisch.

Wat is het verschil tussen gewenning en verslaving?

Slide 14 - Open vraag

Gewenning: De medicatie werkt na een verloop van tijd onvoldoende. men heeft meer of iets anders nodig om het zelfde effect te krijgen.

Verslaving: Je wordt lichamelijke en geestelijk afhankelijk van de medicatie
De opname van het medicijn in het bloed heet
A
Absorptie
B
Distributie
C
Excretie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijnstillers noemen we
A
Analgetica
B
Antibiotica
C
Anticoagulantia
D
Diuretica

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als de inhoud van de GDS(geneesmiddeldistributiesysteem) niet klopt?

Slide 17 - Open vraag

Je neemt contact op met de apotheker.
Een vloeistof waar vaste deeltjes in zitten, noemen we een
A
Emulsie
B
Suspensie

Slide 18 - Quizvraag

Suspensie: de vaster deeltjes zweven naar het oppervalk of zakken naar de bodem.

Emulsie: Samenvoegingen van vloeistoffen die geen oplossing kunnen vormen.



Wat is een nadeel van het toedienen van medicijnen via inhalatie?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goede ademhalings- en hand coördinatie heb je nodig bij
A
Inhaleren met dosisaerosol
B
Inhaleren met een droogpoederinhalator
C
Met een vernevelapparaat

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies