Deel 7b, blok 2, week 1 Les 1 Miljoenen (9mei)

Schrijf 1 miljoen op als getal.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijf 1 miljoen op als getal.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe spreek je dit getal uit?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Schrijf dit getal in cijfers!

Slide 3 - Open vraag

Schrijf dit getal in cijfers!

Slide 4 - Open vraag

LESDOEL
Ik kan miljoenen uitspreken en opschrijven, en sommen maken
zoals:

1,8 miljoen  + 700 000  = 2 500 000

Slide 5 - Tekstslide

100 000 (0,1 miljoen)
200 000 (0,2 miljoen)
300 000 (0,3 miljoen)
400 000 (0,4 miljoen)
500 000 (0,5 miljoen)


600 000 (0,6 miljoen)
700 000 (0,7 miljoen)
800 000 (0,8 miljoen)
900 000 (0,9 miljoen)
1 000 000 (1 miljoen)

Slide 6 - Tekstslide

0,5 miljoen waar staat dat?
A
B
C

Slide 7 - Tekstslide

Welk getal staat bij A.

Slide 8 - Open vraag

Welk getal staat bij C.

Slide 9 - Open vraag

Wel getal staat er?
juf doet het voor

5,223 miljoen

Slide 10 - Tekstslide

Wel getal staat er?
Nu jullie.
2,91 miljoen

Slide 11 - Tekstslide

Wel getal staat er?
Nu jij.
0,25 miljoen

Slide 12 - Tekstslide

Wel getal staat er?
Nu jij.
1,05 miljoen

Slide 13 - Tekstslide


Welk getal staat hier.
1 decimaal na de komma
........ miljoen

Slide 14 - Open vraag


Welk getal staat hier.
2 decimalen na de komma
........ miljoen

Slide 15 - Open vraag

reken uit
Schrijf de getallen netjes onder elkaar.
Schrijf het op als komma getal.
3 400 000 (3,4 miljoen)

Slide 16 - Tekstslide

reken uit
schrijf het op als kommagetal
1,5 miljoen

Slide 17 - Tekstslide

reken uit
schrijf het op in cijfers

overleg met je schoudermaatje
  • 1 300 000

Slide 18 - Tekstslide

reken uit
schrijf het op cijfers


  • 2 500 000

Slide 19 - Tekstslide

reken uit
  • Lees de som goed.
  • Als je kosten maakt gaat dat van de winst af.
  • Schrijf het op als kommagetal


  • 1,2 miljoen

Slide 20 - Tekstslide

QUIZ!

Slide 21 - Tekstslide

Wat is goed?
In Amsterdam wonen ongeveer
900 000 mensen.
A
9 miljoen
B
0,9 miljoen

Slide 22 - Quizvraag

Wat staat hier?

0,25 miljoen
A
250 000
B
2 500 000
C
25 000
D
2 500

Slide 23 - Quizvraag

Wat is goed?

1 010 000
A
1,1 miljoen
B
1,01 miljoen
C
1,001 miljoen
D
1,001 miljoen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is goed?

3,07 miljoen
A
3 000 700
B
3 007 000
C
3 700 000
D
3 070 000

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed?

250 000
A
2,5 miljoen
B
0,2 miljoen
C
0,25 miljoen
D
0,025 miljoen

Slide 26 - Quizvraag


900 000 + 1,2 miljoen =
A
1,9 miljoen
B
2 miljoen
C
1,29 miljoen
D
2,1 miljoen

Slide 27 - Quizvraag


0,8 miljoen - 25 000 =
A
775 000
B
1 miljoen
C
1,5 miljoen
D
2,1 miljoen

Slide 28 - Quizvraag

 Deel 7b, blok 2, week 1, Les 1

Begin bij opgave



Maak alle opgaven.
KLAAR: werkpakket rekenen
1 j

Slide 29 - Tekstslide