In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
BS3 Dieren
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
00:32
Wanneer bestaan twee dieren uit 2 verschillende soorten?
Slide 4 - Open vraag
01:01
Slide 5 - Tekstslide
01:01
Bij welke stam hoort de Noordelijke Groene Anaconda?
A
Stekelhuidigen
B
Geleedpotigen
C
Gewervelden
D
Weekdieren
Slide 6 - Quizvraag
01:01
Bij welk rijk hoort de Noordelijke Groene Anaconda?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien
Slide 7 - Quizvraag
01:01
Tot welke hoofdgroep behoort de Anaconda?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten
Slide 8 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie.
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.
Slide 9 - Tekstslide
Symmetrie
Het rijk van de dieren wordt onderverdeeld in stammen. Daarvoor wordt gekeken naar de symmetrie van een organisme en of het organisme een skelet heeft.
Een dier kan:
- niet-symmetrisch zijn
of
- symmetrisch zijn (tweezijdig of veelzijdig)
Slide 10 - Tekstslide
Symmetrie
Bestudeer een organisme.
Bekijk of en hoe het symmetrisch is.
tweezijdig
Slide 11 - Tekstslide
Symmetrie
Dieren zijn
- niet symmetrisch
- tweezijdig symmetrisch
- veelzijdig symmetrisch
Slide 12 - Tekstslide
Skelet
Dieren hebben
- geen skelet
- een uitwendig skelet
- een inwendig skelet
Slide 13 - Tekstslide
Veel dieren hebben stevige delen in het lichaam. Die delen geven naast stevigheid ook bescherming.
Je noemt die delen 'het skelet'. Er zijn veel verschillende soorten van 'het skelet'. Soms zit het aan de buitenkant, dan noem je het een uitwendig skelet. Soms zit het aan de binnenkant, dan noem je het een inwendig skelet.
Er zijn ook dieren die geen skelet hebben. Deze dieren leven meestal in het water.
Bijvoorbeelden van dieren zonder skelet zijn: de zee-anemoon of de kwal.
Slide 14 - Tekstslide
Stammen van het dierenrijk
Sponzen
Neteldieren
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden
(Wormen) - komt niet in het boek voor
Slide 15 - Tekstslide
Sponzen
Kenmerken:
- niet symmetrisch
- skelet van stevige hoornstof
tussen de cellen (spicula)
- zitten meestal vast op de
bodem van de zee
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Neteldieren
Kenmerken:
- veelzijdig symmetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Weekdieren
Kenmerken:
- Tweezijdig symmetrisch
- Meestal een schelp of huisje
als skelet
Inktvis
Slak
Schelpdier
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Stekelhuidigen
Kenmerken:
- veelzijdig symmetrisch
- inwendig skelet (kalk)
- de huid is bedekt met stekels
of knobbels
- leeft op de bodem
van de zee
Zee-egel
Zeester
Zeelelie
Slide 22 - Tekstslide
Geleedpotigen
-Tweezijdig symmetrisch
-Het skelet is uitwendig (pantser).
-de spinnen, kreeften, insecten en duizendpoten
Gewervelden
-Tweezijdig symmetrisch
-Inwendig skelet
-vissen, amfibieen, vogels, reptielen en zoogdieren
Slide 23 - Tekstslide
Aan het werk: maak thema 3.3
Maak de de opdrachten vanaf blz 193 t/m 196. Opdracht 1 t/m +8, behalve 4.
De eerste 10 minuten werk je alleen.
Daarna mag je buurman/ buurvrouw.
timer
15:00
Slide 24 - Tekstslide
Aan het werk: maak thema 3.3
Maak de de opdrachten vanaf blz 194 t/m 198. Opdracht 1 t/m +9, behalve 5.
De eerste 10 minuten werk je alleen
Daarna mag je overleggen met je tafel
timer
15:00
Slide 25 - Tekstslide
Zoeken op wikipedia:
- Indeling rechts
Staat niet alles er? Dan is je dier niet specifiek genoeg. Vraag hulp :)
- Latijnse naam (schuingedrukt tussen haakjes, bestaat uit 2 woorden)
Foto: mag ook tekening zijn
Leefomgeving: bijv. land (Madagaskar) of gebied (berg, bos, oceaan)
Voortplanting: Levendbarend, Ei met schaal, ei met schubben, etc.
Huidbedekking: haar, veren, schubben, etc.
Ademhaling: longen, kieuwen, tracheëen
Lengte: minimum-maximum
Gewicht: minimum-maximum
Voedsel: wat eet dit dier?
Voortbeweging: lopen/vliegen/zwemmen
Skelet: inwendig/uitwendig/geen
Symmetrie: tweezijdig/veelzijdig/niet-symmetrisch
Celkenmerken: Welke onderdelen vindt je in de cellen van dit dier?