Km1A - Weer en klimaat par 3.1 deel 1

Hoofdstuk 3



Weer en klimaat

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3



Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen aan het einde van deze les?
  • verschil tussen weer en klimaat
  • Wat de evenaar is
  • verschil tussen hoge en lage breedte
  • Wat de numeridiaan is
  • verschil tussen ooster- en westerlengte
  • Wat zijn Coördinaten?
  • Hoe schrijf je Coördinaten


Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
  • Weer

  • Klimaat
  • Evenaar
  • Hoge en lage breedte
  • Nulmeridiaan
  • Coördinaten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke belangrijke woorden heb je gehoord?

Slide 5 - Woordweb

Het weer:
Je meet:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • op 1 plaats
  • op 1 moment
  • kan elk moment veranderen

Slide 6 - Tekstslide

Het Klimaat:
Je meet:
  • het gemiddelde weer
  • over 30 jaar
  • in een groter gebied
  • kan niet snel veranderen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 8 - Open vraag

Lengtecirkel of meridiaan
Breedtecirkel parallel
Noorderbreedte 
Zuiderbreedte 

Boven en onder de evenaar
Westelijk halfrond 
Oostelijk halfrond 

0-meridiaan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lengtegraden en breedtegraden
Je kan vanaf de evenaar tellen naar het noorden en het zuiden
Je kan vanaf de nulmeridiaan tellen naar het oosten en het westen

Geteld vanaf de evenaar: breedtegraden
Geteld vanaf de nulmeridiaan: lengtegraden

Slide 11 - Tekstslide

Plaatsen op 30 graden breedte of lager liggen op lage breedte
Plaatsen op 60 graden breedte of hoger liggen op hoge breedte

Slide 12 - Tekstslide

Coördinaten zijn getallen, dus we moeten gaan tellen.
Breedtegraden: tot 90. Lengtegraden: tot 180.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Hoe schrijf je dan een coördinaat goed?
Je schrijft een coördinaat als: Breedtegraad°; Lengtegraad°

Slide 15 - Tekstslide

Wqt is de breedteligging van Calgary?
A
51° N.B; 114° W.L
B
114° W.L; 51° N.B
C
51° N.B; 106° O.L
D
106° O.L; 51° N.B

Slide 16 - Quizvraag

Weet je het nog?
Welk van deze plaatsen ligt op zuiderbreedte?
A
Amsterdam
B
Calgary
C
Sydney
D
New York

Slide 17 - Quizvraag

Welke graden geven aan hoe noordelijk of zuidelijk een plaats ligt?
A
Lengtegraden
B
Breedtegraden

Slide 18 - Quizvraag

Helsinki ligt op 61 graden noorderbreedte. Het ligt dus op...
A
lage breedte
B
hoge breedte
C
geen van beide

Slide 19 - Quizvraag

Drie van deze coördinaten zijn fout. Eén klopt wel. Welke?
A
21° NB en 186° OL
B
7° ZB en 94° WL
C
101° ZB en 23° OL
D
1° NB en 192° WL

Slide 20 - Quizvraag

Aan het werk!
Maak opdracht 1 en  2 van paragraaf 3.1

Ben je klaar?
Maak een samenvatting van deze les in een google document. Geef daarin antwoord op de leerdoelen uit he begin van de les.

Slide 21 - Tekstslide