Les 7 Eigen risico en Wajong

1 / 37
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Welke levensfase lijkt je het leukst, zover je dat nu kan beoordelen?
A
kindfase
B
tienerfase
C
volwassenfase
D
gepensioneerd

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer uit huis, eerste kind, trouwen, met pensioen, overlijden

Slide 4 - Tekstslide

Levenssituatie keuzes
  • studeren of gelijk gaan werken? (studielening)
  •  samenwonen; kopen of huren? (hypotheek)
  • kinderen: dus minder werken, hogere uitgaven?
  • scheiden, verhuizen?
  • (vroeger) met pensioen of doorwerken?
  • overlijden, erven, is alles goed geregeld?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een eigen risico?
A
Een gebeurtenis waarvan je niet zeker weet of hij gaat plaatsvinden
B
Het deel van de schade dat je zelf moet betalen.
C
Het risico dat je neemt als je op vakantie gaat naar een onveilig land.
D
Met een eigen risico betaal je minder premie

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat moet er met het eigen risico in de zorg gebeuren?
Verlagen of afschaffen
Laten zoals het is (bevriezen)
Anders inzetten (per keer maximaal 100 euro)

Slide 8 - Poll

Geef twee argumenten voor afschaffing van het eigen risico.

Slide 9 - Open vraag

sociale zekerheid
volksverzekeringen
Sleep de begrippen naar je juiste plaats in het schema.
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Werknemers-verzekeringen

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is een collectieve verzekering?
A
Als je verplicht mee moet doen via het werk.
B
Alle verzekeringen zijn altijd collectief
C
Als je verplicht mee moet doen vd overheid.
D
Als je kiest om met een groep te verzekeren.

Slide 11 - Quizvraag

Collectieve sector
Particuliere sector
Bol.com
De Gemeentelijke Gezondheidsdienst
De AH
Nuon
OHRA Verzekeringen
Rabobank
UWV

Slide 12 - Sleepvraag

Werknemersverzekeringen
Volksverzekeringen
Ziektewet (ZW)
Werkloosheidswet (WW)
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Algemene ouderdomswet (AOW)
Wet werk en bijstand (WWB)
Algemene nabestaandewet (ANW)

Slide 13 - Sleepvraag

Basispensioen voor pensioengerichtigden
Een uitkering als je werkloos bent geworden
Laatste vangnet voor mensen zonder inkomen
uitkering voor jonge mensen met een beperking
Bijstand
WW
WAJONG
AOW

Slide 14 - Sleepvraag

De Wajong is een
A
Volksverzerkering
B
Werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 15 - Quizvraag

Voor- en nadelen van privatiseren
Sleep de zinnen in de juiste kolom.
Voordelen
Nadelen
Minder kosten voor de overheid.
Lagere prijzen door marktwerking.
Kans op minder kwaliteit.
Meer keuzevrijheid.
Overheid verliest inspraak.

Slide 16 - Sleepvraag

Verzekeren
Om grote financiële risico's op te vangen VERZEKEREN mensen zich. 

Het idee: elke maand betaal je een x bedrag aan premie, en ALS er dan wat gebeurt, krijg je de geleden schade uitbetaald. 

Deels zijn verzekeringen verplicht (= collectieve verzekeringen)
 deels mag je het zelf bepalen (= particuliere verzekeringen)

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor heftige (en financieel nadelige) gebeurtenis kan je bedenken, waarvoor je je zou willen verzekeren?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

welke soort verzekeringen ken je al?

Slide 20 - Woordweb

Particuliere verzekeringen
sluit je zelf af bij een bank of verzekeraar

betaal je maandelijks premie voor 

zijn vrijwillig+ dekken persoonlijke risico's 
van voornamelijk bezit 


bijvoorbeeld: inboedelverzekering, fietsverzekering, reisverzekering, overlijdensrisicoverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, rechtsbijstandverzekering, autoverzekering, uitvaartverzekering, enz enz

Slide 21 - Tekstslide

Collectieve verzekeringen
worden geregeld door de overheid

betaal je meestal via je inkomstenbelasting

zijn verplicht; iedereen doet mee+ dekken risico's van verschillende levensgebeurtenissen

Bijvoorbeeld: volksverzekeringen als AOW, Wlz, Wajong, kinderbijslag, basis zorgverzekering, bijstand, en werknemersverzekeringen zoals de werkloosheidswet, ziektewet, WIA (arbeidsongeschiktheid),

Slide 22 - Tekstslide

Zorgverzekering
In Nederland is de BASIS zorgverzekering verplicht; iedereen moet zich verzekeren+ de verzekeraars moeten je accepteren als klant (jong of oud, gezond of ziek)

De AANVULLENDE zorgverzekering is particulier (vrijwillig dus);
bijv. je tandartsverzekering, extra fysiobehandelingen, etc.

Slide 23 - Tekstslide

Goede en slechte risico's 
Goede risico's zijn verzekerde klanten die weinig risico lopen op schade: ze betalen meer premie dan dat ze 'claimen' (laten uitkeren vanwege geleden schade)

Slechte risico's lopen veel risico op schade; ze ontvangen meer geld van de verzekeraar voor hun schade dan dat ze aan premie betalen; dure klanten dus

Slide 24 - Tekstslide

Problemen in de verzekeringswereld
AVERECHTSE SELECTIE: goede risico's haken af (want geclaimde schade < premie) en slechte risico's blijven over (dure klanten want schade > premie)

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
- eigen risico
- maximum claimbedrag

Slide 25 - Tekstslide

Problemen in de verzekeringswereld
MOREEL WANGEDRAG: verzekerden gaan grotere risico's nemen, omdat ze toch verzekerd zijn

OPLOSSING? - premiedifferentiatie
- eigen risico
- maximum claimbedrag

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Maken 8.5 t/m 8.12

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Voordeel huren
– niet lenen(geen risico), maar gewoon vaste maandelijkse lasten.
– geen zorgen over onderhoud, dat is een taak voor de verhuurder.
– vrijheid, opzeggen en wegwezen.
– huurstijging van de huur is beperkt.
– mogelijkheid van huursubsidie.
– wettelijke huurbescherming.
– steeds meer keuze in huurvormen.

Slide 29 - Tekstslide

Nadeel huren
– moderniseren van de woning loont niet. Vaak moet de woning bij vertrek weer in de oorspronkelijke staat opgeleverd worden.

– weinig keuze en mogelijk lange wachttijden.

– huur wordt in de toekomst misschien afhankelijk gemaakt van het inkomen (heeft betrekking op de sociale woningbouw).

Slide 30 - Tekstslide

Voordeel kopen
– met een eigen huis doe je wat je wil, jij bent de baas.

– mogelijke waardestijging. Crisis of niet, een huis is een belegging voor de lange termijn.

– meer keuze, geen wachtlijsten voor een goede woning.

– je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. en de nationale hypotheekgarantie.

Slide 31 - Tekstslide

Nadeel kopen
– het kopen van een huis kost veel geld, zoals overdrachtsbelasting.

– mogelijkheid van waardedaling. Als de markt tegenzit, kan het verkopen van een huis lang duren.

– het onderhoud is voor jou.

– woonlasten kunnen variëren door wijziging rente en onzekerheid over hypotheekrenteaftrek.

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgave 8.13 t/m 8.16

Slide 33 - Tekstslide

Erven 
Een erfenis betreft alle schulden en bezittingen die een overledene achterlaat. 

Geen testament? Dan bepaalt het erfrecht welke nabestaanden welk deel krijgt.

Als de overlevende partner nog in het huis mag blijven wonen, noemen we dat vruchtgebruik. De andere erfgenamen krijgen de erfenis pas na het overlijden van de overlevende partner. 

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opgave 8.17 t/m 8.20
VWO: bouwsteen 8.1 + 8.2

Slide 35 - Tekstslide

Fijne zomervakantie!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link