Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 8 november
Les 8 november
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar.
Kinderen met een beperking.
De rol van een verpleegkundige.
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Natuur
HBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 8 november
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar.
Kinderen met een beperking.
De rol van een verpleegkundige.
Slide 1 - Tekstslide
Waar gaan we het vandaag over hebben?
De ontwikkeling van het schoolkind 9 t/m 12 jaar.
Onderscheidt in soorten beperkingen.
Meest voorkomende beperkingen bij kinderen.
Spel "2 waarheden 1 leugen".
Korte pauze.
De rol van de verpleegkundige buiten het ziekenhuis.
De rol van de verpleegkundige bij het kind op school.
De rol van de verpleegkundige bij het kind op een mytylschool.
Spel "tik-tak boem".
Evaluatie.
Slide 2 - Tekstslide
De ontwikkeling van
het schoolkind
Slide 3 - Woordweb
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar
Lichamelijke ontwikkeling
Lengtegroei.
Skeletontwikkeling.
Gewicht.
BMI.
JGZ-richtlijn.
Gebit.
Geslachtskenmerken.
Slide 4 - Tekstslide
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar
Motorische ontwikkeling
Kracht en vaardigheden.
Lichaamsbeheersing.
Uithoudingsvermogen.
Fijne motoriek.
Slide 5 - Tekstslide
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar
Taal- en spraakontwikkeling
Klanken.
Grammaticaregels.
Woordenschat.
Informatie beter begrijpen.
Mening vormen.
Uitdrukkingen.
Slide 6 - Tekstslide
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar
Cognitieve ontwikkeling
Lezen en schrijven.
Abstract denken.
Schoolvakken.
Slide 7 - Tekstslide
Ontwikkeling schoolkind 9 t/m 12 jaar
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Besef eindigheid van leven.
Verschil tussen ergens goed in zijn en je best doen.
Behoefte aan zelfstandigheid.
Kritischer zijn.
Zichzelf spiegelen.
Erbij willen horen.
Emotionele instabiliteit.
Slide 8 - Tekstslide
Wat versta je onder het hebben van een beperking?
Slide 9 - Open vraag
Onderscheidt in soorten beperkingen
Handicap/belemmering.
Door beperking, belemmering in bepaald activiteiten.
Lastiger gemaakt om te functioneren.
Iedereen ziet een beperking anders.
Autisme.
Lichamelijke beperkingen.
Verstandelijke beperkingen.
EMB.
Cognitieve beperkingen.
Zintuigelijke beperkingen.
Slide 10 - Tekstslide
Lichamelijke beperking
Er is sprake van een lichamelijke beperking of fysieke handicap, als een deel niet functioneert.
1 of meerdere lichaamsdelen.
kan ook het gevolg zijn van spier of zenuwstoornissen. (functionele afwijking)
Voorbeelden:
Congenitale aplasie.
Congenitale dysplasie.
Dwarslaesie.
Cerebrale parese.
Multiple sclerose.
Amputatie.
Ziekte van Duchenne.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Verstandelijke beperking
Ontwikkelingsstoornis.
Minder snel ontwikkelen
IQ 70/75. Normaal 90/100
Licht, matig, ernstig, diepe verstandelijke beperking.
Hieronder vallen veel syndromen.
Syndromen:
Verzameling van verschijnselen die vaak in dezelfde combinatie optreedt.
Afwijking in het erfelijke materiaal (genetische afwijking).
Westerse landen, DNA afwijking, mutatie, chromosoomafwijking.
Andere oorzaken.
Slide 13 - Tekstslide
Cognitieve beperkingen
Beperking in 1 of meerdere cognitieve functies.
Problemen met geheugen, verwerken van info, andere functies.
Taal, spraak, gehoor, zicht, bewegen.
Dit kan komen door:
Niet aangeboren hersenletsel.
ADHD.
Autisme.
Psychische beperking.
Slide 14 - Tekstslide
Ernstig meervoudige beperking
Zware lichamelijke, verstandelijk beperking.
Verstandelijk niveau van een baby.
Niet praten.
In NL 15.000
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Zintuigelijke beperking
Zien, horen, ruiken, proeven, voelen.
Één of meerdere van deze zintuigen werken niet (goed).
Auditieve beperking.
Visuele beperking.
Slide 17 - Tekstslide
Waar denk je aan bij de rol van een kinderverpleegkundige, bij kinderen met een beperking.
Slide 18 - Open vraag
Rol van de verpleegkundige bij kinderen met een beperking
Hangt altijd af van de situatie, thuiswonend of niet.
Wel thuiswonend? check-ups.
Ouders meenemen in dit proces.
Voorlichtingen.
Zo goed mogelijke kwaliteit van leven.
Slide 19 - Tekstslide
Meest voorkomende beperkingen bij kinderen
Verstandelijke beperkingen.
Syndroom van down.
Fragiele x-syndroom.
Syndroom van Turner.
Slide 20 - Tekstslide
Hoe wordt het syndroom van down ook wel genoemd?
A
Tisomie-21
B
Tisomi-22
C
Trisomi-21
D
Trisomie-21
Slide 21 - Quizvraag
Syndroom van Down
Trisomie-21, verstandelijke beperking + lichamelijke kenmerken.
Chromosoom te veel (3 x 21).
In NL 1 op 600 kinderen geboren.
Kan groter als moeder boven 45 is, kans 1 op 30.
Niet genezen, wel mee te leven.
Met hulp, zelfstandig.
Mild/zeer ernstig
Lager IQ
Uiterlijke kenmerken.
Medische klachten:
Aangeboren hartafwijkingen.
Niet ingedaalde teelballen.
Chronische oorinfecties.
Schildklierproblemen.
Problemen met het spijsverteringskanaal.
Navelbreuk.
Last van het gebit.
Kans vruchtbaarheid, verkleind.
Slide 22 - Tekstslide
Fragiele X-syndroom
Erfelijke aandoening , verstandelijke handicap.
Mutatie in FMR-1 gen (x chromosoom).
Speelt een rol in cognitieve ontwikkeling.
20 jongetjes en 15 meisjes.
Overgedragen door de X chromosoom.
Opvallend is: het gezicht, oren .
Lage spierspanning.
Heftiger mannen.
Afwijkend gedrag, druk en impulsief.
Epilepsie, dwangneurose, depressie.
Normale levensverwachting.
Verminderde kans vruchtbaarheid.
Veel hulp.
Slide 23 - Tekstslide
Wat is waar over het syndroom van Turner?
A
Het komt alleen voor bij jongens.
B
Er mist een y geslachtshormoon.
C
het komt alleen voor mij meiden.
D
Het komt voor bij beide geslachten
Slide 24 - Quizvraag
Syndroom van Turner
Alleen voor bij meiden.
Jongens zijn dan niet levensvatbaar.
Er mist een X geslachtschromosoom.
Lichamelijke kenmerken
Onderontwikkelde geslachtsorganen.
Achtergebleven lengtegroei.
Ellebogen die van het lichaam af staan.
Vliesachtige nek.
Driehoekig gezicht met een smalle kin.
Grote uitstaande oren.
Afhangende schouders.
Vaak onontwikkelde taal.
Verstandelijk gehandicapt.
Verminderd oriëntatievermogen.
Aangeboren lymfe-oedeem, Aangeboren hartafwijking.
Verminderd 13 jaar.
Slide 25 - Tekstslide
Spel
2 leugens 1 waarheid
Slide 26 - Tekstslide
Vanaf welke leeftijd begint de 2e wisselfase bij kinderen?
A
Vanaf de leeftijd 7-8 jaar begint de 2e wisselfase van het gebit bij een kind.
B
Vanaf de leeftijd 9-10 jaar begint de 2e wisselfase van het gebit bij een kind.
C
Vanaf de leeftijd 11-12 jaar begint de 2e wisselfase van het gebit bij een kind.
Slide 27 - Quizvraag
Welk antwoord is juist over een EMB?
A
Een EMB heb je als je een ernstige lichamelijke en verstandelijke beperking hebt
B
Een EMB staat voor erg meervoudige beperking
C
Mensen met een EMB kunnen wel praten
Slide 28 - Quizvraag
Welk antwoord is juist over de lengtegroei van een kind?
A
Cultuur speelt geen rol in de lengtegroei van een kind.
B
Een schoolkind groeit gemiddeld tussen de 4 en 6 cm per jaar.
C
Bij de beoordeling van de skeletontwikkeling wordt er gekeken naar de bot-ontwikkeling van de rechter hand en pols.
Slide 29 - Quizvraag
Welk antwoord over de cognitieve ontwikkeling is juist?
A
Een schoolkind van 12 jaar kan nog niet abstract denken.
B
Een schoolkind van 12 jaar heeft nog geen interesse in schoolvakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek.
C
Waar het kind goed in kan leren is afhankelijk van de cognitieve ontwikkeling, intelligentie en persoonlijkheidskenmerken.
Slide 30 - Quizvraag
PAUZE
10 minuutjes
Slide 31 - Tekstslide
Rol van verpleegkundige in de thuiszorg.
Thuiszorg verplaatst zorg naar eigen omgeving van het kind.
Niet meer langer in het ziekenhuis.
Aanpassen aan het kind.
Huis, school, opa's & oma's, vakantiebestemmingen.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Andere disciplines als diëtiste, artsen.
Ouders.
Ook heb kind zelf.
Toetsje.
Kwaliteit van leven.
Slide 34 - Tekstslide
Rol van de verpleegkundige voor kind op school
Zorg rondom voedingssondes
Toedienen van medicijnen
Tracheacanule zorg
Infuuszorg
Stomazorg
Darmspoelen
Wondzorg
Diabetische zorg
Slide 35 - Tekstslide
Wat is een Mytylschool?
Slide 36 - Open vraag
Feitje
De namen Mytyl en Tyltyl zijn overgenomen van het sprookje l'Oiseau bleu, van Maurice Maeterlinck en soortnamen geworden voor lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen.
Slide 37 - Tekstslide
Rol van de verpleegkundige op de Mytylschool
Verpleegtechnische zorg
Het verlenen van basis medische zorg/EHBO
Informeren, adviseren en instrueren
Deelnemen aan kind- en jongeren besprekingen
Coördinatie van zorg en begeleiding
Samenwerking met ouders en andere disciplines
Slide 38 - Tekstslide
Spel Tik-Tak Boem
Slide 39 - Tekstslide
Evaluatie
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Mijn proefles
April 2021
- Les met
33 slides
Voeding en diëtetiek
HBO
Studiejaar 3
Verstandelijke beperkingen
December 2023
- Les met
28 slides
Bewegingsagogie
MBO
Studiejaar 2
Verstandelijke beperking - Syndroom van down
Maart 2021
- Les met
27 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Verstandelijke beperking - Syndroom van down
Januari 2021
- Les met
23 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
Verstandelijke beperkingen
Maart 2022
- Les met
32 slides
Bewegingsagogie
MBO
Studiejaar 2
Bijeenkomst 2 GHZ DVP20B4
September 2021
- Les met
19 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Contextdag kennismaken GHZ
September 2021
- Les met
27 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
D2BTh6 B7 Chromosoomonderzoek - lln
April 2019
- Les met
28 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2