Zorgvragers met dementie: zorg en begeleiding

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Zorg en begeleiding

Herhaling laatste les: welke 2 antwoorden kloppen?

1. Mevrouw Thijs giet haar glas water in de plantenbak. Dit noemen wij Agnosie.
2. Iemand met Afasie kan niet meer goed plannen maken, organiseren, logische gevolgtrekkingen maken.
3. Iemand met Apraxie trekt zijn sokken boven zijn schoenen aan.
4. Meneer Klein wijst naar een pen en zegt koe. Dit wijst op een stoornis in uitvoerende functies.

Verlies over de regie over het eigen leven

- Zelf beslissingen kunnen nemen noem je autonomie. 

-  Een zorgvrager met dementie heeft ook deze behoefte. Het wordt voor hem wel steeds moelijker om de regie over zijn eigen leven te houden.

- Daarom is het van belang dat je je afstemt op de zorgvrager. Hoe doe je dat?

Hoe stem je je af
met de zorgvrager?

Volgende punten zijn belangrijk:

- Je let op het gedrag van de zorgvrager en zijn gezichtsuitdrukking.

- Je merkt hierbij op hoe hij zich voelt en of hij het naar zijn zin heeft. 

- Om dit te kunnen moet je weten wat de gevolgen zijn van ziektebeelden , gebruik van medicijnen en hoe je daar het beste mee omgaat.

- Het gaat niet erom wat jij als belangrijk vindt, maar om wat de zorgvrager nodig heeft. Daarin zul je de zorgvrager moeten volgen. 

Belevingsgerichte benadering

Dat houdt in:

- Realiteitsoriëntaterende benadering (ROB)

- Validation

- Zintuiglijke benadering

- Warme zorg

- Nieuwe methode: STA OP!

Reminiscentie: Wat houdt dat in?

Welke voorzieningen voor
zelfstandig wonende zorgvrager
met dementie ken je ?

Ja, kijk in #OO onder opdrachten!

Tot de volgende les!