2H1 18 oktober 2023 tweede les

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les 2H1
woensdag 18 oktober 
Programma:
  • Opening
  • Aanwezigheid
  • Leesmoment
  • Huiswerk nakijken
  • Aan de slag met het ontleden van zinnen in zinsdelen
  • Afsluiting
Lesdoel:
Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin vinden

Slide 2 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken 
Paragraaf 3 Naamwoordelijk gezegde
Bladzijde 210 en 211
Leer: theorie bladzijde 210
Maak: opdracht 1 blz. 210 in je boek
Maak opdracht 2 blz. 211 in je schrift
Maak opdracht 3 blz. 211 in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Ontleden in zinsdelen
Paragraaf 3 bladzijde 210
Vorig jaar:
Persoonsvorm, Onderwerp, Werkwoordelijk gezegde, Lijdend Voorwerp, Meewerkend voorwerp, Bijwoordelijke bepaling.
Nu: Naamwoordelijk gezegde
https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/b2e2a335-2776-4988-8bf9-10947947bd68/contentUnit/71f3c17e-cdee-4b81-bc75-bc3625d7601f

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3 Naamwoordelijk gezegde
Bladzijde 210 en 211
Leer: theorie bladzijde 210
Maak opdracht 4 blz. 211 in je schrift
Maak opdracht 5 blz. 211 in je schrift
Klaar? Lees de theorie op bladzijde 214 over Werkwoordelijk of Naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Tekstslide

Het naamwoordelijk gezegde

Slide 8 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp) IS (of wordt of blijft).

Slide 9 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Een zin heeft een werkwoordelijk gezegde 

                       OF!


Een zin heeft een naamwoordelijk gezegde

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Mijn vader is op zijn studeerkamer
Wie of wat is mijn vader = ??????

Deze zin heeft dus geen naamwoordelijk gezegde. Een naamwoordelijk gezegde neemt een toestand of eigenschap van het onderwerp aan.


Slide 11 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde

Slide 12 - Tekstslide

          Het naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer werkwoorden en een (zelfstandig, bijvoeglijk, enz.) naamwoord. 

Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets is (ZIJN ZIN).

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het naamwoordelijk gezegde?
In de zon zijn de beelden prachtig.
Dus het naamwoordelijk gezegde is: 
'zijn prachtig'

Slide 14 - Tekstslide

soorten werkwoorden
  • koppelwerkwoord
  • hulpwerkwoord
  • zelfstandig werkwoord

Slide 15 - Tekstslide

Koppelwerkwoord
Eén van de werkwoorden van een naamwoordelijk gezegde  is een vorm van een koppelwerkwoord.
Koppelwerkwoorden: zijn, worden, lijken, blijken, blijven, schijnen  

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk:
Paragraaf 3 Naamwoordelijk gezegde
Bladzijde 210 en 211 en 214
Leer: theorie bladzijde 210 en bladzijde 214
Maak: opdracht 4 en 5 bladzijde 211

Slide 17 - Tekstslide

Tot ziens!

Slide 18 - Tekstslide