Uitwerking par 7.4

Uitwerking par 7.4
51)
  • De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
52)
  • a) € 246,8 miljard
  • b) € 259,6 miljard
  • c) Het tekort was € 12,8 miljard (€ 259,6 mrd - € 246,8 mrd)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Uitwerking par 7.4
51)
  • De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
52)
  • a) € 246,8 miljard
  • b) € 259,6 miljard
  • c) Het tekort was € 12,8 miljard (€ 259,6 mrd - € 246,8 mrd)

Slide 1 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
53)
  • "Zorg" en "sociale zekerheid en arbeidsmarkt".
54)
  • Hoeveel procent is uitgave Onderwijs, cultuur en wetenschappen van de totale uitgaven?
  • uitgave onderwijs..... / totale uitgaven x 100 =
  • € 33 mrd / € 259,6 mrd x 100 = 12,7%

Slide 2 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
55)
  • Sociale zekerheid en arbeidsmarkt
  • rentelasten staatsschuld
  • Gemeente en provinciefonds
  • Zorg

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
56)
  • € 1 miljard begrotingsoverschot (meer inkomsten dan uitgaven)
57)
  • Alle tekorten optellen, geld tekort betekent lenen.
€ 168 miljard

Slide 4 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
58)
  • Meer uitgaven dan inkomsten 
  • € 15 miljard
  • bezuinigen
  • staatschuld

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
59)
Twee manieren om een begrotingstekort te voorkomen:
  • Bezuinigen (minder uitgeven)
  • Meer inkomsten (meer belasting)
60)
  • D

Slide 6 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
61)
  • Hoeveel procent is het tekort/overschot van de inkomsten?
  • Is er een tekort of een overschot?
  • Tekort want uitgaven zijn groter dan inkomsten
  • tekort = € 253,5 mrd - € 262,1 mrd = € 8,6 mrd.
  • Tekort/ totale inkomsten x 100 = 
  • € 8,6 mrd / € 253,5 mrd x 100 = 3,4%

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
62)
  • verminderen
63)
  • De tweede en de derde zijn de juiste uitspraken
64)
eigen mening

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
65)
  • c-->a--->b
66 
  • a) € 0,49 + € 0,19 + € 0,73 + € 0,29 = € 1,70
  • b) € 0,73 + € 0,29 = €1,02
  • c) Accijns zijn indirecte belastingen omdat het ebdrag via het tankstation bij de belastingdienst komt.

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
67) 
  • aardgasopbrengsten
  • winst uit staatsbedrijven
  • boetes
68)
  • niet belasting opbrengsten
  • 69) D

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4
Samenvatting
  • rijksbegroting 
  • toelichting
  • meer 
  • overschot
  • staatschuld
  • belastingen
  • loon en inkomstenbelasting
  • overheid 
  • niet belastingontvangsten

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking par 7.4

Slide 12 - Tekstslide