pvolv

pvolv
oftewel:
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

pvolv
oftewel:
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je ze ook al weer?
Pv: zin vragend maken
O: wie/wat + pv
LV: wie/wat + o + pv

Slide 2 - Tekstslide

Wat is in de volgende zinnen de persoonsvorm en het onderwerp

Slide 3 - Tekstslide

De bakker heeft de broden alsnog kunnen verkopen

Slide 4 - Open vraag

In de zomer heeft mijn tante een opblaaszwembadje gekocht.

Slide 5 - Open vraag

Oké, nu ga je ook het lijdend voorwerp uit de zin halen

Nog een keer hoe: wie/wat + o + pv

Slide 6 - Tekstslide

Mijn moeder heeft een cake gebakken.

Slide 7 - Open vraag

De heksen toveren de prins om in een kikker.

Slide 8 - Open vraag

Ik wil een nieuwe outfit voor het feestje van morgen.

Slide 9 - Open vraag

Heeft Tom die kartonnen doos hier neergezet?

Slide 10 - Open vraag

Mijn broertje ruimt nooit zijn spullen op.

Slide 11 - Open vraag

Ik heb voor school mijn agenda nodig.

Slide 12 - Open vraag

De meester deelt de lastige taaltoetsen uit aan groep 7.

Slide 13 - Open vraag

Mijn nicht heeft een verrassingsreis geboekt.

Slide 14 - Open vraag

Mijn moeder heeft de auto op slot gedaan.

Slide 15 - Open vraag

De kinderen van mijn nicht hebben skeelers gekocht.

Slide 16 - Open vraag

Mijn oom wil een auto voor zeven personen kopen.

Slide 17 - Open vraag

Jullie winkel verkocht een klein schilderij op vrijdag.

Slide 18 - Open vraag

Ik ben het pionnetje van het bordspel kwijtgeraakt.

Slide 19 - Open vraag