7.4 Planeten onderzoeken

7.4 Planeten onderzoeken
Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek je plek op
pak je spullen voor je
zorg dat je klaar zit bij 0.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

7.4 Planeten onderzoeken
Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek je plek op
pak je spullen voor je
zorg dat je klaar zit bij 0.

Slide 1 - Tekstslide

NASK
H.7       Het Heelal
§4           Planeten
onderzoeken
Agenda

Slide 2 - Tekstslide

Onthoud
Er zijn vier aardse planeten: Mercurius, Venus, aarde en Mars.
Deze vier planeten hebben allemaal een hard oppervlak. Alleen de aarde en Mars hebben manen.
De vier aardse planeten hebben een atmosfeer.
De atmosfeer van de aarde bestaat voor 80% uit stikstof en voor 20% uit zuurstof.
De atmosfeer van Venus is veel dichter dan de atmosfeer van de aarde.
De atmosfeer van Mercurius en Mars is juist veel dunner dan die van de aarde.
Er zijn vier reuzenplaneten: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Deze vier planeten zijn veel groter dan de aarde. Ze bestaan voor een groot deel uit gas.
Jupiter is de grootste planeet. Hij heeft een rode vlek en strepen.
Saturnus herken je aan zijn ringen.
Jupiter en Saturnus hebben beide meer dan zestig manen.
Uranus en Neptunus draaien het verst van de zon. Beide planeten zijn blauw.
Uranus heeft 27 manen en Neptunus heeft er 13.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
7.4.1 Je kunt beschrijven hoe je vanaf de aarde planeten kunt onderzoeken.
7.4.2 Je kunt beschrijven wat een scheervlucht (flyby) is.
7.4.3 Je kunt beschrijven wat een lander is.
7.4.4 Je kunt beschrijven wat een orbiter is.
7.4.5 Je kunt beschrijven wat een rover is.

Slide 4 - Tekstslide

telescoop

Slide 5 - Tekstslide

Flyby

Slide 6 - Tekstslide

Landers

Slide 7 - Tekstslide

Orbiter

Slide 8 - Tekstslide

Rover

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat? 7.4 Planeten onderzoeken- opdrachten 1 t/m 10
 Waar? online boek via magister of in jouw boek.
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman.
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je.
Klaar? maken test jezelf online van §7.4
Tijd over? Test jezelf maken van §7.5

Slide 10 - Tekstslide

Onthoud
Vanaf de aarde kun je planeten onderzoeken door ernaar te kijken met alleen je ogen. Je ziet de planeten dan bewegen langs de sterrenhemel. Planeten kun je beter zien met een telescoop.
Een planeet kun je beter onderzoeken door ernaartoe te gaan met een ruimtevaartuig.
Een ruimtevaartuig kan een scheervlucht maken langs een planeet. In het Engels heet dat een flyby.
Je kunt een planeet nog beter onderzoeken door erop te landen. Een ruimtevaartuig dat dit kan heet een lander. Er zijn alleen landers geland op Mars en Venus. Een lander landt op een planeet en staat dan op een vaste plek.
Een ruimtevaartuig kan ook in een baan rond een planeet draaien. Hierdoor kun je lange tijd onderzoek doen en foto’s maken. Een ruimtevaartuig dat rond een planeet draait noem je een orbiter.
Een rover kan over het oppervlak van een planeet rijden. Daardoor kan een rover een veel groter deel van een planeet onderzoeken.

Slide 11 - Tekstslide