1.2 & 1.3 Onderwerp en pv tt

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

BSA-gesprekken

13:00 Can

13:30 Hala

14:00 Sevda

14:30 Sila

17:30 Marcin

18:00 Nassim 

Onderwerp en Persoonsvorm t.t.

Nederlands 

Taalverzorging

Planning

Uitleg 

Opdracht

Toets 17-12 gaat niet door 

Onderwerp

Het onderwerp is de persoon of het ding waar de zin over gaat.

Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen:

Wie/wat + persoonsvorm?

Aan het einde van de les

Weet je hoe je het onderwerp in de zin vindt.

Kan je de persoonsvorm op de juiste manier spellen.

Benoem het onderwerp in de zin:
Joshua ging fietsen naar Zwolle.

Benoem het onderwerp in de zin:
Op zaterdag was de postbode erg druk.

Benoem het onderwerp in de zin.
Voor het feest heeft iedereen iets meegenomen.

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Je hebt de ik-vorm nodig. 

Pv t.t.

Tip: Vervang het werkwoord door een vorm van lopen. Hoor je een -t achter de ik-vorm, dan schrijf je dat ook:

- Loop je? -> Je schrijft dan Vind je?

- Loopt jouw zus? -> Je schrijft dan Vindt jouw zus?

Spellingscontrole vindt niet alle fouten in de werkwoordspelling. Controleer dus altijd zelf. 

Vind de pv t.t. in de zin:
Deze film vind ik geweldig.

Vind de pv t.t. in de zin:
Lola schrijft een brief naar haar opa.

Wat is de juiste spelling?
(Worden) jouw ouders ook uitgenodigd voor het gesprek?

1. Worden
2. Word
3. Wordt

Wat is de juiste spelling?
(Vinden) dat groepje hier de weg?

1. Vinden
2. Vind
3. Vindt

Wat is de juiste spelling?
(Verhuizen) je volgend jaar naar een ander huis?

1. Verhuizen
2. Verhuis
3. Verhuisd

Opdracht

Maak 1.2 en 1.3

273 t/m 277