H3 Herhaling VMBO-TH2

Aardrijkskunde
Hoofdstuk 3 Water
Herhalingsparagraaf Wereld
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde
Hoofdstuk 3 Water
Herhalingsparagraaf Wereld

Slide 1 - Tekstslide

Infiltratie
Nuttige neerslag
Regiem
Vernieuwbare voorraad
Waterbalans
Waterkringloop
Hoeveelheid water dat een gebied binnenkomt en uitgaat.
Schommelingen in de waterafvoer van een rivier tijdens het jaar.
Verschil tussen de neerslag en verdamping in een gebied.
Water dat steeds wordt aangevuld. 
Water dat verdampt en weer neerslag wordt. 
Water zakt in de bodem. 

Slide 2 - Sleepvraag

A
B
C
D
E
Grondwater
IJskappen en gletsjers
Toegankelijk grondwater
Water in oceanen
Zoetwater

Slide 3 - Sleepvraag

Bij de Zwitserse grens heeft de rivier de kenmerken van een:
A
Gletsjerrivier
B
Regenrivier

Slide 4 - Quizvraag

De Rijn
Hoe kun je zien dat het bij de Zwitserse grens een gletsjerrivier is? 

Het hele jaar door vervoert de rivier weinig water. In het voorjaar en in de zomer iets meer (door het smelten van de gletsjer).

Slide 5 - Tekstslide

De Rijn
De Rijn vervoert bij de Nederlandse grens meer/ minder water dan bij de Zwitserse grens. Dit komt door:



De Rijn heeft in de zomer veel/ weinig water, omdat in de zomer:

Slide 6 - Tekstslide

De Rijn
De Rijn vervoert bij de Nederlandse grens meer water dan bij de Zwitserse grens. Dit komt door:
Er komt regenwater bij + water uit zijrivieren. 

De Rijn heeft in de zomer weinig water, omdat in de zomer:
meer water verdampt.

Slide 7 - Tekstslide

In gebieden met een positieve waterbalans kunnen perioden optreden met een tekort aan water.
Juist
Onjuist

Slide 8 - Poll

Bij een hoge temperatuur is de nuttige neerslag lager.
Juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

Gletsjerrivieren krijgen hun water van smeltend zee-ijs.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

Waterafvoer
In welke tijd van het jaar zien we een piekafvoer?
= mei en juni. 

Waar komt dit door? 
A. Smeltend ijs. 
B. Tropische orkanen. 
C. Veel regen. 
D. Weinig verdamping.

Slide 11 - Tekstslide

In het regenwoud is de lucht vochtig en regent het veel.
Welke stelling is juist?
A
De vochtige lucht verdampt en wordt zo regen.
B
De waterkringloop duurt hier maar kort.
C
In figuur 10 zie je de nuttige neerslag van dit gebied.
D
Zoveel regen in het regenwoud noem je de moesson.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zorgt boskap in de Amazone voor meer wateroverlast?
Twee redenen.

Slide 14 - Open vraag

Noteer twee manieren waarop herbebossing helpt tegen wateroverlast.

Slide 15 - Open vraag

Midden-Oosten
Turkije maakt de hoeveelheid zoet water die het land heeft groter door:


Saudi-Arabië probeert meer zoet water te krijgen door:

Slide 16 - Tekstslide

Midden-Oosten
Turkije maakt de hoeveelheid zoet water die het land heeft groter door:
de aanleg van stuwdammen.

Saudi-Arabië probeert meer zoet water te krijgen door:
te ontzilten. 

Beide projecten kosten veel geld.

Slide 17 - Tekstslide

Irak en Syrië vinden het niet prettig dat Turkije steeds meer
stuwdammen bouwt. Leg uit dat een stuwdam voor het ene
land minder waterstress betekent, maar voor een ander
land juist meer.

Slide 18 - Open vraag

Hoe kan waterstress leiden tot een wateroorlog?

Slide 19 - Open vraag