Unit 3 lesson 4

Welcome to English class
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to English class

Slide 1 - Tekstslide

Unit 3 - Lesson 4

Slide 2 - Tekstslide

Things to do
Unit 3 lesson 4

Grammar:
 adverbs
adjectives
irregular verbs

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Adjectives
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Een bijvoeglijk naamwoord beschrijft en zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
the angry teacher


angry is dan het bijvoeglijk nmw. , want het zegt iets over de docent / teacher.

Slide 5 - Tekstslide

Adverbs
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Een bijwoord kan iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord (wat iets zegt over een zelfstandig naamwoord).
The teacher is extremely angry.


Slide 6 - Tekstslide

Adverbs
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Een bijwoord zegt ook iets over een werkwoord.
Dit geeft antwoord op de vraag hoe?
The teacher screams angrily.


Hoe schreeuwt de docent? angrily.
Dit is dus een bijwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De positie van deze adverbs
1. Voor het hoofdwerkwoord
I often play guitar.
She has never played guitar.
She does not often go home in summer.

2. na een vorm van be (am/is/are/was/were)
I am always on time for my lessons.

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen..

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de juiste plek van de adverb?
A
He usually does his homework.
B
He does his homework usually.
C
He does usually his homework.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste plek van de adverb
A
My sister never has gone to New York.
B
My sister has gone never to New York.
C
Never my sister has gone to New York.
D
My sister has never gone to New York.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste plek van de adverb?
A
I frequently am late.
B
I am frequently late.
C
Frequently I am late.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste plek van de adverb?
A
I miss never the train.
B
I never miss the train.
C
I miss the train never.
D
Never miss I the train.

Slide 15 - Quizvraag

Irregular verbs

Slide 16 - Tekstslide

to be, was/were, ........

Slide 17 - Open vraag

to become, became, .......

Slide 18 - Open vraag

to bite, bit, .........

Slide 19 - Open vraag

to blow, ............., blown

Slide 20 - Open vraag

to build, ............, built

Slide 21 - Open vraag

to bring, .............., brought

Slide 22 - Open vraag

to catch, caught, .............

Slide 23 - Open vraag

to cost, cost, ..........

Slide 24 - Open vraag

to do, ......., done

Slide 25 - Open vraag

to ........... drank, drunk

Slide 26 - Open vraag

to fly, ........., flown

Slide 27 - Open vraag

to have, ..........., had

Slide 28 - Open vraag

Things to do
Homework:

Maken les 4:
TL: 30 t/m 35 en 37

Slide 29 - Tekstslide