KD Verdieping Palliatieve zorg Thema wet-regelgeving rondom het levenseinde

KD verdieping palliatieve zorg 
Thema Samenwerking & wet-regelgeving rondom het levenseinde
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

KD verdieping palliatieve zorg 
Thema Samenwerking & wet-regelgeving rondom het levenseinde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt de verschillende begripsbepalingen euthanasie, abstinerend beleid, palliatieve sedatie, versterven en voltooid leven  benoemen
  • Je benoemt welke wet- en regelgeving relevant zijn in de stervensfase t.a.v. beslissingen, euthanasie en palliatieve sedatie. 
  • Je stemt palliatieve zorg af met andere disciplines en betrokkenen in de palliatieve zorgsituatie. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema opbouw
1. Verdieping/herhaling begrippen euthanasie, versterven, palliatieve sedatie, voltooid leven en abstinerend beleid.

2. Wet- en regelgeving 

3. Oefenopdracht O6-A maken en feedback werkbegeleider

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abstineren
Versterven
Euthanasie
Hulp bij zelfdoding
Palliatieve sedatie
Stoppen met eten en drinken.
Stoppen of niet starten met behandeling
Euthanasie voer je zelf uit
Arts beëindigd leven van zorgvrager op diens verzoek
Opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de terminale fase

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is euthanasie?
Euthanasie is het actief beëindigen van een leven door een ander. Bij euthanasie wordt de patiënt eerst in coma gebracht. Daarna wordt een middel toegediend waardoor de ademhaling stopt.
Euthanasie is altijd uit vrije wil, een patiënt vraagt en de arts voert de euthanasie uit. Volgens de Nederlandse wet mag dat bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Leg in eigen woorden uit wat er bedoelt wordt met zorgvuldigheidseis 2: Uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leg je een euthanasie verklaring vast ?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld euthanasie tekst 
Wanneer ik door ziekte, ongeval of welke oorzaak ook duurzaam in een lichamelijke en/of geestelijke toestand kom te verkeren, waaruit voor mij geen herstel tot een menswaardige bestaan te verwachten is, geef ik als mijn uitdrukkelijke wens te kennen te willen kiezen voor een zelfgekozen dood.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wilsverklaring omtrent
Behandelverbod: hierin ligt vast onder welke omstandigheden geweigerd wordt medische behandelingen te ondergaan. Bijvoorbeeld als de betrokkene in coma ligt. Of door een ziekte niet meer aanspreekbaar is. Bij een behandelverbod wordt ook geen voedsel en vocht toegediend.

Euthanasieverklaring: Hierin ligt vast onder welke omstandigheden men wil dat de arts euthanasie uitvoert. Aangegeven wordt in welke situatie er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Een arts is niet verplicht om een euthanasieverzoek uit te voeren.


Slide 12 - Tekstslide

Verklaring niet-reanimeren: Hier in ligt vast dat men niet gereanimeerd wil worden. Ook kan een niet-reanimerenpenning worden aangevraagd bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE).
Vertegenwoordiger aanwijzen: In de wilsverklaring kan ook worden aangeven wie vertegenwoordiger is. De vertegenwoordiger mag namens de patiënt met de arts in gesprek gaan over de medische behandeling.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Vul de antwoorden in op de casus!

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je rol als verpleegkundige bij euthanasie :
Een vuistregel is om je rol te beperken tot de voorbereidingshandelingen. Verricht alleen de handelingen die vooraf gaan aan de handelingen van de arts om het leven van de patiënt te beëindigen.




Slide 15 - Tekstslide

Zes denkbare scenario’s (waar je als verpleegkundige mee te maken kunt krijgen voorafgaand aan of tijdens de uitvoering van euthanasie):
Je brengt in opdracht van een arts een infuusnaald in, bedoeld voor klinisch gebruik. Later gebruikt de arts het infuus voor euthanasie. Er bestaat geen relatie tussen het aanbrengen van het infuus en de euthanasie, je kan dus onmogelijk (mede-) aansprakelijk zijn.
Je brengt in opdracht van een arts een infuusnaald in, bedoeld voor de uitvoering van een euthanasie maar de arts brengt je hier niet van op de hoogte. Je loopt geen risico omdat je niet betrokken/geïnformeerd werd.
Je weet dat er euthanasie zal plaatsvinden en verricht voorbereidende handelingen. De euthanasie verloopt volgens de zorgvuldigheidseisen. De arts heeft zorgvuldig gehandeld, en jij ook.
Je verricht voorbereidingshandelingen. Maar achteraf blijkt dat er niet aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. De arts blijft eindverantwoordelijk.
Je verricht voorbereidingshandelingen in een situatie waarbij het overduidelijk is dat er niet aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. In dit scenario loop je een risico op rechtsvervolging: je bent namelijk medeplichtig.
Je voert als verpleegkundige op verzoek van een arts euthanasie uit. Je loopt een sterk risico op vervolging. Alleen een arts mag euthanasie uitvoeren volgens de Euthanasiewet, dus jij kunt je niet beroepen op de bijzondere strafuitsluiting die in deze wet is vastgelegd.
 
Wil je eigenlijk wel meewerken aan de handelingen die vooraf gaan aan de euthanasie, zoals het inbrengen van een infuus?
  •  Betrokkenheid --> je hebt recht om te weigeren 
  •  Maak vroegtijdig binnen het team je bezwaren kenbaar.
  • Rapportage in het verpleegkundig dossier over een verzoek dien je te doen en is géén meewerken 
  • Blijf professioneel en respecteer het verzoek van de  patiënt. Tijdens de euthanasieprocedure kun je ervoor kiezen om de zorg aan een collega over te dragen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt palliatieve sedatie in?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie 
Onder palliatieve sedatie wordt verstaan het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase.

Palliatieve sedatie heeft als doel om onbehandelbaar lijden te verlichten (en niet het leven te verkorten) door middel van verlaging van het bewustzijn


Bekijk in de volgende slide de video en beantwoord de quizvragen, let dus goed op! 

Slide 18 - Tekstslide

Palliatieve sedatie heeft als doel om anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten (en niet het leven te verkorten) door middel van verlaging van het bewustzijn. Dit lijden komt voort uit refractaire klachten c.q. symptomen, die kunnen bestaan uit verschillende (gecombineerde) dimensies: lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel.
Meestal is er sprake van continue sedatie tot aan het overlijden. Palliatieve sedatie kan echter ook kortdurend of intermitterend worden toegepast.

Ervan uitgaande dat palliatieve sedatie nooit levensbekortend mag zijn en er tijdens de sedatie geen vocht wordt toegediend, dient de geschatte levensverwachting van een patiënt, die continu en diep wordt gesedeerd, niet langer dan 1-2 weken te zijn.
Er zijn echter ook situaties mogelijk waarbij de patiënt lijdt aan één of meer refractaire symptomen én waarbij het overlijden onafwendbaar is, maar niet op zeer korte termijn wordt verwacht. Het problematische aan deze situaties is dat:
het niet toedienen van vocht tot de dood leidt
het langdurig volhouden van diepe en continue palliatieve sedatie farmacologisch steeds moeilijker wordt, omdat er gewenning optreedt aan de sedativa
de kans op complicaties zoals decubitus en cachexie sterk toeneemt.
 In die situaties kan palliatieve sedatie oppervlakkig en/of tijdelijk (intermitterend) - kortdurend worden ingezet. Daarbij blijft de mogelijkheid tot vochtinname en communicatie behouden.

4

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:50
Wanneer wordt een symptoom refractair genoemd?
A
Als het niet reageert op behandeling
B
Als het vaak terugkomt
C
Als er teveel bijwerkingen zijn aan de behandeling
D
Als het tijdelijk is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:08
Welke belangrijke informatie geef je familie over palliatieve sedatie? Som het kort op.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:26
Bij continue palliatieve sedatie wordt er altijd morfine en midazolam samen toegediend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:56
midazolam
levopromazine
propofol
morfine
 Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen.
versterkt het effect van pijnstillers. Verder remt het braakneigingen en vermindert het onrust.
Anestheticum wordt ingezet bij onvoldoende effect slaapmiddelen.
wordt gebruikt tegen pijn en benauwd zijn

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je rol/taak als verpleegkundige bij palliatieve sedatie ?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rol/taak
  1. Relevante gegevens verzamelen en inbrengen voor de besluitvorming voor palliatieve sedatie.
  2. Het is een multidisciplinaire aangelegenheid
  3. Patiënt en nabestaanden voorbereiden op het nemen van afscheid
  4. Monitoren of de sedatie volgens plan verloopt

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid leven 
Euthanasiewens zonder medische reden (voltooid leven)
Soms willen mensen sterven die vinden dat hun leven voltooid of klaar is. Bijvoorbeeld omdat ze een goed en lang leven hebben gehad. Of klaar zijn met leven of ‘levensmoe’ zijn. Als het lijden geen medische oorzaak heeft, mogen deze mensen volgens de wet geen euthanasie krijgen

Slide 26 - Tekstslide

Mensen die hun leven voltooid vinden, zijn meestal niet ongeneeslijk ziek. Wel kunnen ze lichamelijk aftakelen, afhankelijk worden van anderen en te maken krijgen met het verlies van regie over het leven, het wegvallen van het sociale netwerk en het verlies van doel en zingeving.  In combinatie kunnen dit soort
Factoren leiden tot levensmoeheid. Of iemand het leven voltooid vindt, is altijd een persoonlijke afweging.  (NVVE)
Het kabinet wil graag meer weten over mensen die hun leven klaar (“voltooid”) vinden en willen sterven. Ongeveer 10.000 Nederlanders van 55 jaar en ouder willen graag zelf of met hulp een einde aan hun leven maken. Zij hebben een blijvende wens om te sterven (actieve en aanhoudende wens). Dat bleek uit een onderzoek naar hoe groot deze groep mensen is en wat de omstandigheden van deze groep zijn. Het kabinet wil in het voorjaar van 2020 reageren op het onderzoek.
D66 heeft een wetsvoorstel ingediend . D66 is voorstander van een wet die het voor ouderen mogelijk maakt hun leven te beëindigen als zij zelf hun leven voltooid achten. Zorgvuldigheid staat daarbij voor D66 voorop. Nog voor het kabinet hiertoe besloot, was Kamerlid Pia Dijkstra al bezig met een initiatiefwet hierover. Zij vindt het winst dat nu een goed maatschappelijk en politiek debat gevoerd wordt. Volgens D66 is te lang weggekeken van de wens tot zelfbeschikking van ouderen die hun leven voltooid achten.
Lees de verhalen op : https://voltooidleven.nl/
Documentaires over voltooid leven:
 https://www.npostart.nl/kabinet-wil-stervenshulp-bij-voltooid-leven-toestaan/12-10-2016/WO_NOS_5504848
https://www.npostart.nl/de-verwondering/15-10-2017/KN_1692939 (interviews door Els van de Wijngaarden met mensen die hun leven voltooid vinden)
 

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1. Bij palliatieve sedatie wordt altijd actief een middel toegediend om het overlijden te bespoedigen.
A
Juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Toelichting: Palliatieve sedatie is geen levensbekortende handeling. Er worden middelen toegediend om het bewustzijn te verlagen, niet om het leven te beëindigen.
2. Een verpleegkundige mag een arts erop attenderen dat een patiënt mogelijk in aanmerking komt voor euthanasie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Toelichting: Een verpleegkundige heeft een signalerende rol en kan op basis van observaties het gesprek openen met de arts.
3. Abstinerend beleid betekent dat er geen medische behandelingen meer worden gestart of voortgezet, ook als deze levensverlengend zouden kunnen zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Toelichting: Bij abstineren besluit men om af te zien van (verdere) curatieve of levensverlengende behandelingen.
4. Een verpleegkundige wordt geacht mee te werken aan euthanasie als een arts dit besluit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Toelichting: Net als artsen mogen verpleegkundigen gewetensbezwaren hebben en weigeren om betrokken te zijn, mits dit zorgvuldig wordt afgestemd.
5. Bij palliatieve sedatie is de verpleegkundige verantwoordelijk voor het in stand houden van de sedatie volgens het medisch beleid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Toelichting: De arts stelt de indicatie, maar de verpleegkundige voert het beleid uit, monitort het effect en rapporteert hierover.
6. Welke wet regelt het beëindigen van leven op verzoek en hulp bij zelfdoding in Nederland?
A
De wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
B
De wet op de dodenbezorging
C
De wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
D
De algemene wet bijzondere ziektekosten

Slide 33 - Quizvraag

de 'euthanasiewet' genoemd, bevat de voorwaarden waaronder euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn toegestaan.
7. Bij welke leeftijdsgroep is euthanasie onder voorwaarden toegestaan?
A
Vanaf 18 jaar
B
Vanaf 16 jaar met toestemming van ouders
C
Vanaf 12 jaar met aanvullende regels
D
Alleen vanaf 21 jaar

Slide 34 - Quizvraag

Kinderen vanaf 12 jaar mogen een verzoek doen, maar er gelden extra voorwaarden (zoals toestemming van ouders tussen 12 en 16 jaar).


8. Wat is vereist bij een schriftelijk verzoek om euthanasie?
A
Het verzoek moet ondertekend zijn door een arts
B
Het moet een persoonlijke verklaring zijn waarin staat in welke omstandigheden je het wenst.
C
Het is alleen geldig bij mensen met dementie
D
Er zijn geen wettelijke eisen aan zo'n verzoek

Slide 35 - Quizvraag

Een wilsverklaring moet duidelijk en concreet aangeven in welke situatie iemand euthanasie wenst.
9. Welke van onderstaande opties is géén zorgvuldigheidseis volgens de wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding?
A
De arts is overtuigd dat sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden
B
De arts raadpleegt ten minste één onafhankelijke arts
C
De patiënt ondertekent een toestemmingsverklaring in het bijzijn van een notaris
D
De arts overtuigt zich ervan dat het verzoek vrijwillig en weloverwogen is gedaan

Slide 36 - Quizvraag

Er is geen notariële verklaring nodig; een schriftelijke verklaring van de patiënt zelf is voldoende.
10. Welke stelling is juist voor minderjarigen tussen 12 en 16 jaar bij een euthanasieverzoek?
A
Ouders hoeven niet betrokken te worden
B
Ouders moeten instemmen met het verzoek
C
Ouders mogen het verzoek niet beïnvloeden
D
Een mondeling verzoek van de arts is voldoende

Slide 37 - Quizvraag

Ouders of voogd moeten toestemming geven bij euthanasieverzoeken van kinderen tussen 12 en 16 jaar.
11. Wat zijn de mogelijke gevolgen als een arts niet voldoet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen bij euthanasie?
A
Er zijn geen gevolgen zolang de patiënt toestemming gaf
B
Alleen het medisch tuchtcollege wordt ingeschakeld
C
De toetsingscommissie kan het melden aan het Openbaar Ministerie en de Inspectie Gezondheidszorg
D
De arts krijgt een schriftelijke waarschuwing van de beroepsvereniging

Slide 38 - Quizvraag

Als de toetsingscommissie twijfelt aan de naleving van de wet, wordt de zaak doorverwezen naar justitie en inspectie.
12. Wat zegt het Nederlandse strafrecht over hulp bij zelfdoding buiten de wettelijke kaders?
A
Het is strafbaar en kan bestraft worden met maximaal 3 jaar gevangenisstraf of een boete
B
Het is strafbaar, er staat maximaal 12 jaar gevangenisstraf op
C
Het is toegestaan zolang de patiënt wil overlijden
D
Alleen artsen mogen dit doen zonder straf

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13. Wat is het verschil tussen euthanasie en hulp bij zelfdoding volgens de Nederlandse wet?
A
Er is geen verschil
B
Bij euthanasie dient de arts het middel toe, bij hulp bij zelfdoding neemt de patiënt het zelf in
C
Euthanasie is altijd strafbaar, hulp bij zelfdoding niet
D
Euthanasie is alleen toegestaan bij terminale patiënten

Slide 40 - Quizvraag

Het verschil zit in wie het levensbeëindigend middel toedient
14. Mag een arts weigeren om mee te werken aan euthanasie?
A
Nee, het is een recht van de patiënt
B
Nee, tenzij er juridische twijfel is
C
Ja, alleen in uitzonderlijke gevallen
D
Ja, artsen mogen weigeren op basis van gewetensbezwaar

Slide 41 - Quizvraag

Een arts is niet verplicht euthanasie uit te voeren, ook niet als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.
15. Wat is de rol van een arts voor ondersteuning en consultatie bij euthanasie (de zogenoemde SCEN-arts)?
A
De arts voert de levensbeëindiging uit
B
De arts helpt de familie bij het indienen van een verzoek
C
De arts geeft een onafhankelijk oordeel over de vraag of aan alle wettelijke eisen is voldaan
D
De arts beslist zelfstandig of euthanasie wordt uitgevoerd

Slide 42 - Quizvraag

Een SCEN-arts toetst als onafhankelijk arts of het verzoek aan de zorgvuldigheidseisen voldoet.
Weet je nu voldoende over deze onderwerpen? 

Wil je nog meer weten kijk dan op aanvullende bronnen op de overzichtspagina op Its learning!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke gevoel verlaat jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies