Blok 7 Les 5 7.1 t/m 7.3 Samen kom je verder & Sociale ontwikkeling van baby t/m volwassene
Les 5 Het kind en de groep
~Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder~
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 5 Het kind en de groep
~Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder~
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel: aan het einde van de les kunnen de studenten
- uitleggen wat het verschil is tussen egoïsme en egocentrisch
- uitleggen wat de aanleiding is van de koppigheidsfase
- de link leggen tussen de koppigheidsfase van een peuter en de puberteitsfase.
- vertellen wat de volgende woorden betekenen: -peergroup, empathie en groepsdruk
Vandaag: - Terugblik op de vorige les
- Start nieuw boek Opvoeding en ontwikkeling (O&0)
- Sociale ontwikkeling van 0 tot en met 21 jaar
Slide 2 - Tekstslide
We hebben het gehad over de PDCA cyclus. Waar staat de afkorting voor?
Slide 3 - Open vraag
PDCA cyclus
Plan: passende doelstelling
Do: voer de activiteit uit
Check: kijk terug en evalueer
Act: trek een conclusie wat er nodig te is om te verbeteren
§ 1.4 Methodisch werken
Evaluatie model 2.
Slide 4 - Tekstslide
Op welke leeftijd kunnen kinderen activiteit redelijk zelfstandig plannen?
A
2-3
B
3-4
C
4-6
Slide 5 - Quizvraag
Een leerling uit groep 3 heeft een beloningskaart voor elke pauze die hij zonder vechtpartij doorkomt.
Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit
Slide 6 - Quizvraag
Groep 8 gaat oefenen met een oude cito-toets.
Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit
Slide 7 - Quizvraag
Leerlingen uit groep 8 vragen of ze zelf een sponsorloop mogen organiseren voor de aardbeving in Turkije en Syrië.
Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit
Slide 8 - Quizvraag
Ouders willen graag dat school aandacht besteed aan social media gebruik.
Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit
Slide 9 - Quizvraag
waar denk jij aan bij sociale vaardigheden?
Slide 10 - Tekstslide
Sociale vaardigheden ontwikkelen:
- voor zichzelf opkomen, - om hulp vragen, - beslissingen nemen, - omgaan met regels, - eerlijk delen, - andere vertrouwen en
- vriendschappen opbouwen en behouden.
Vraag: in welke situatie leert een kind dit?
welke oorzaken zijn er die dit proces kunnen verstoren?
7.1 Samen kom je verder
Slide 11 - Tekstslide
'Eigen ik' ontwikkelen
De sociale ontwikkeling en de 'eigen ik' ontwikkeling hangen nauw samen.
1: herkennen van een op zichzelf staand individu
2: besef van een sociale omgeving (ouders, broers/zussen, opa/oma
3: zelf stappen zetten in de sociale omgeving
De sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling zijn met elkaar verbonden.
7.1 Samen kom je verder
Slide 12 - Tekstslide
vrienden-trap
besties
vrienden
klasgenoten
bekenden
Slide 13 - Tekstslide
Emotionele ontwikkeling
De sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling zijn met elkaar verbonden.
Het kind herkent emoties bij zichzelf en anderen, leert hier grip op te krijgen en er op in te spelen.
Casus: in groep zes heerst geen veilig klimaat. Veel groepjes en buiten de groep vallende leerlingen. Wat zou je als school kunnen doen om dit klimaat te doorbreken?
7.1 Samen kom je verder
Slide 14 - Tekstslide
Sociale ontwikkeling 0 tot 2 jaar
- Stemmen en geuren herkennen
- Imiteren van gedrag: bv gezichtsuitdrukkingen
- Ontwikkeling van zelfbesef: ik ben ik
Filmfragment: De Rouge test 1.38 min.
Herkennen van hun eigen ik in de spiegel.
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.
Slide 15 - Tekstslide
Sociale ontwikkeling 2-4 jaar
- Gebruik van het woordje ‘ik’
- Koppigheidsfase ‘Ikke wil dat niet’, ‘ikke zelf doen!’
- Vanaf 3 jaar soms al ‘vaste’ vriendschappen
- Fantasievriendjes
Vraag: vinden jullie dit reden tot bezorgdheid?
- Egocentrisch
Vraag: wat is het verschil met egoïstisch?
Geen idee? Blz. 187
Filmfragment: ik bepaal zelf.
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.
Slide 16 - Tekstslide
Sociale ontwikkeling 4-6 jaar
Omgeving is belangrijk bij het ontstaan van vriendschappen.
Vanaf leeftijd van 5 worden kinderen steeds socialer. Dit komt o.a. doordat kinderen dan naar de basisschool gaan. Constante oefening van sociale vaardigheden.
Vraag: wie van jullie heeft een vriendschap die uit deze periode stamt. Hoe kennen jullie elkaar? School of elders? Weet je nog hoe deze vriendschap ontstond?
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.
Slide 17 - Tekstslide
Lees het stukje 'Inleven in anderen: 6 tot 9 jaar. blz. 188
Vraag:
- hoe zou jij empathisch vermogen omschrijven?
- wat wordt er bedoeld met identificatie?
- op welke basis worden vriendschappen gevormd?
twee antwoorden
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.
Slide 18 - Tekstslide
Empathisch vermogen
Empathisch vermogen betekent dat een kind zich kan inleven in een ander. Het kind herkent gevoelens van een ander en snapt hoe het daarop moet reageren.
Situaties vanuit een ander perspectief kunnen bekijken.
Identificatie
Jezelf herkennen in een ander
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.
Slide 19 - Tekstslide
Sociale ontwikkeling 9 tot 12 jaar
- socialisatie: houden aan regels en aanpassen aan de groep
- ontstaan van clubjes: Nike club, Twente club, HC club
- verschillen tussen jongens en meiden wordt groter
7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene
Slide 20 - Tekstslide
Losmakingsproces: 12 tot 18 jaar
(puber: 12-15 jaar adolescent 15-18 jaar)
- peergroup
- houding richting ouders verandert
- conflicten met ouders en docenten
- zelf verantwoordelijkheid willen nemen
- groepsdruk: starten met roken, vapen, winkeldiefstal, alcohol, etc.
Opvallend:
Baby: ontdekken van eigen ik. 'Ik ben iemand los van mijn papa en mama'
Puber: ontwikkelen van hun eigen ik. 'Wat wil ik? Wie ben ik? Wat vind ik?'
7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene
Slide 21 - Tekstslide
Onderscheiden van anderen: 18 tot 21 jaar
Volwassen
- gemengde vriendengroep (j/m)
- sociale intelligentie
- volwassenheid: meer jezelf onderscheiden van anderen
7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene
Slide 22 - Tekstslide
Terugblikken op de leerdoelen van vandaag:
Lesdoel: aan het einde van de les kunnen de studenten
- uitleggen wat het verschil is tussen egoïsme en egocentrisch
-uitleggen wat de aanleiding is van de koppigheidsfase
- de link leggen tussen de koppigheidsfase van een peuter en de puberteitsfase.
-vertellen wat de volgende woorden betekenen: -peergroup, empathie en groepsdruk
Lees bovenstaande door? Kun je het vertellen? Zo niet, check je boek. Het rad beslist wie de vraag krijgt.
Slide 23 - Tekstslide
Optioneel: aan de slag
Lees paragraaf 7.1 t/m 7.3 nogmaals rustig door.
*Inoefen tip: Arceer belangrijke stukken tekst*
Maak de opdrachten in je werkboek van paragraaf 7.1 t/m 7.3
Klaar? Lees paragraaf 7.4 vast rustig door.
Volgt deze les direct op de volgende les? Neem dan 10 minuten de tijd om in rust met bovenstaande opdracht aan de slag te gaan.