Samengestelde zinnen 3bb

Samengestelde zinnen, hoe werkt dat?

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen, hoe werkt dat?

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken samengestelde zinnen

Slide 2 - Woordweb

Wat is een samengestelde zin?
Twee of meer zinnen met elk hun eigen ‘mededeling’ of ‘boodschap’ worden aan elkaar 'geplakt' tot één zin.

Een voegwoord ‘plakt’ twee zinnen aan elkaar en zorgt ervoor dat die ene zin een goed lopend geheel vormt.

Deze goed lopende zin die uit twee of meer kleinere zinnen bestaat, noem je een samengestelde zin.

Slide 3 - Tekstslide

Een samengestelde zin heeft altijd twee pv's.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

In een samengestelde zin heb je, behalve de twee pv's, geen andere werkwoorden in de zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Kies uit: Wat zijn voegwoorden?
A
of, want, ik, hij
B
tafelpoot, stoelendans, kamerscherm
C
maar, want, omdat, en, of

Slide 6 - Quizvraag

Maak een correcte samengestelde zin met het voegwoord "want" en de persoonsvormen "viel" en "was"

Slide 7 - Open vraag

Maak een samengestelde zin met het voegwoord "of" en de persoonsvormen "krijg" en " kies"

Slide 8 - Open vraag

Maak er een samengestelde zin van:
Ilse heeft haar kamer geverfd. Het is niet mooi geworden.

Slide 9 - Open vraag

Ik lust echt geen patat. Ik ga niet naar McDonald's.

Slide 10 - Open vraag

Een moeilijke vraag: Wat zijn de regels om de twee pv's en de twee onderwerpen te vinden in een samengestelde zin?

Slide 11 - Open vraag