mavo 3 - woordenschat H5

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Woordenschat

Maken opdracht 2 en 3 (blz 175)

De theorie

Inhoud van de les

Doel: aan het eind van de les weten we wat een understatement en een overdrijving is.

Overdrijving VS. understatement

Overdrijving: iets wordt sterker of groter gemaakt dan dat het is. 
bv. Ben je er eindelijk? Ik sta al uren op je te wachten!

                                  - Deze twee staan tegenover elkaar -

Understatement: iets wordt afgezwakt of minder erg gemaakt. 

bv. Je hebt een twee voor je toets. Je hebt dus wel een paar foutjes gemaakt. 

Overdrijving VS. understatement

Overdrijving: iets wordt sterker of groter gemaakt dan dat het is. 
bv. Ben je er eindelijk? Ik sta al uren op je te wachten!

                                  - Deze twee staan tegenover elkaar -

Understatement: iets wordt afgezwakt of minder erg gemaakt. 

bv. Je hebt een twee voor je toets. Je hebt dus wel een paar foutjes gemaakt. 

Understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.

Voorbeeld: Zij heeft wel een paar centen.

Je bedoelt: ze is rijk.

Understatement

Je gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken. 

Je bent een paar pondjes aangekomen.

Verschil met eufemisme: spottend

We verzuipen in het werk

1. understatement
2. overdrijving

Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.

1. understatement
2. overdrijving

In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.

1. understatement
2. overdrijving

De hond doet zijn behoefte altijd bij ons voor de deur.

1. understatement
2. overdrijving

Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.

1. understatement
2. overdrijving

Het gaat slecht met het bedrijf en de directie gaat reorganiseren.

1. understatement
2. overdrijving

Hij heeft een glaasje te veel op.

1. understatement
2. overdrijving

Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.

1. understatement
2. overdrijving

Je krijgt ook woorden zoals:

deppen

1. vorm van rappen
2. droogmaken
3. beweging met de armen

vervoering

1. betovering, verrukking
2. auto ritje
3. OV

kot

1. soort van rot
2. bootje
3. een eenvoudige kamer

column

1. vaste rubriek in een krant of tijdschrift met een persoonlijk karakter
2. aparte kolom
3. een eenvoudige kamer

afdoende

1. vanaf gaan
2. voldoende
3. matte verf

materie

1. matte verf
2. wat je kunt zien en aanraken
3. een grote woning die uit een ruimte bestaat

loft

1. soort witlof
2. een grote woning die uit een ruimte bestaat
3. betovering, verrukking

Aan de slag!

Maak de opdrachten 1, 2, 3 op blz. 175 & 176

Klaar? --> opdr. 4 etc.