Begrijpen van Omtrek, Oppervlakte en Inhoud

Hoofdstuk 8 Begrijpen van Omtrek, Oppervlakte en Inhoud

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je omtrek, oppervlakte en inhoud berekenen en begrijpen hoe ze in de praktijk worden toegepast.

Wat weet je al over omtrek, oppervlakte en inhoud?

Wat is Omtrek?

De omtrek is de totale lengte rondom een figuur. Voor een rechthoek is dit 2 keer lengte plus 2 keer breedte.

Voorbeeld Omtrek

Bereken de omtrek van een rechthoek met een lengte van 5m en breedte van 3m.

Wat is Oppervlakte?

De oppervlakte is de totale ruimte binnen een figuur. Voor een rechthoek is dit lengte keer breedte.

Voorbeeld Oppervlakte

Bereken de oppervlakte van een rechthoek met een lengte van 5m en breedte van 3m.

Wat is Inhoud?

Inhoud is de ruimte die een 3D-figuur inneemt. Voor een kubus is dit lengte keer breedte keer hoogte.

Voorbeeld Inhoud

Bereken de inhoud van een kubus met een zijde van 4m.

De Cirkel: Omtrek

De omtrek van een cirkel is 2 keer pi keer de straal.

Voorbeeld Cirkel Omtrek

Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van 3m.

De Cirkel: Oppervlakte

De oppervlakte van een cirkel is pi keer de straal in het kwadraat.

Voorbeeld Cirkel Oppervlakte

Bereken de oppervlakte van een cirkel met een straal van 3m.

Samenvatting en Vragen

Bespreek de sleutelbegrippen en beantwoord vragen van leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.