‹Terug naar zoeken

ATCB Spieren

SPIERWEEFSEL
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dierr en gezondheidMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SPIERWEEFSEL

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOEL VAN DE LES
  • Soorten spierweefsel leren kennen

  • Werking van spierweefsel bestuderen 

  • Pathologie spierweefsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van
spierweefsel

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functies van spieren
  • verzorgen van alle bewegingen van het skelet
  • lichaamshouding handhaven
  • lichaamstemperatuur handhaven (spieren vormen een bron van warmte)
  • ondersteuning bieden weke delen.
  • openen en sluiten van lichaamsholten (bv kringspier) 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het samentrekken van een spier?
A
Contractie
B
Incretie
C
Secretie
D
Extractie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SPIERWEEFSEL
  • Opgebouwd uit spiercellen

  • Die cellen kunnen samentrekken = contractie

  • Spieren worden geprikkeld door zenuwen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene eigenschappen
Spierweefsel bestaat vooral uit spiercellen
   
Spiercellen zijn gevuld met langwerpige eiwitketens: myofibrillen

Tussen spiercellen zit bindweefsel: 
(steun/ bloedvaten/ zenuwen)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel stuurt impuls naar spieren:
  • Actinedraden & myosinedraden schuiven in elkaar
  • Myofibrillen worden korter
  • Spiercel wordt korter

Spier wordt korter = contractie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Samentrekken van spier kost energie (ATP)
Ontspannen kost geen energie

  • Spierweefsel heeft hoge stofwisselingsactiviteit
Het is dus goed doorbloed

  • Myoglobine = eiwit in spiercel die zuurstof kan binden


Slide 11 - Tekstslide

Myoglobine lijkt op hemoglobine (RBC)
SOORTEN SPIERWEEFSEL
  • Glad spierweefsel

  • Dwarsgestreept/skelet spierweefsel

  • Hartspierweefsel 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GLAD SPIERWEEFSEL
  • Geen dwarsstreping
  • Onwillekeurig spierweefsel
  • Trekt langzaam en gelijkmatig samen
  • In de wand van de holle  organen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DWARSGESTREEPT SPIERWEEFSEL
  • Typische dwarsstreping
  • Opgebouwd uit spiervezels = myofibrillen
  • Heel veel vezels vormen een spierbundel
  • Contractie is krachtig en snel, sneller uitgeput
  • Staat onder invloed van de wil = willekeurig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HARTSPIERWEEFSEL
  • Dwarsgestreept

  • Onwillekeurig

  • Trekt snel en krachtig samen 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling willekeurige spieren
  • Skeletspieren: door pezen aan skelet                                      bevestigd                                
  • Huidspieren: tussen skelet en huid                                                      (hoofdhuid/oren/vliegen verjagen)                                                         
  • Kringspieren: omgeven opening  (anus)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skeletspieren
Agonisten is spier die verantwoordelijk is voor de beweging die gemaakt wordt
Synergisten (spier) die bij samentrekking elkaars werking ondersteunen
Antagonisten (spier) die elkaars werking tegengaan

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PEZEN
  • Plaats: aan het einde van een spier
  • Collageen bindweefsel
  • Om de pees zit een peesschede met slijmerig vocht (synovia)
  • Slijmbeurs: zakje met vocht als bescherming tegen botuitsteeksels

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke spieren KOP
Kaaksluiters zijn sterkst ontwikkeld
  1. Kauwspier (M. masseter)
  2. Bijtspier (M. temporalis)

Slide 19 - Tekstslide

Zeer sterk ontwikkeld bij pitbulls en andere vechthonden
Belangrijke spieren ROMP
Lange rugstrekker (M. longissimus dorsi)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Broekspieren                                 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierstofwisseling
  • Verbranding van glucose met behulp van zuurstof = aëroob
  • Afvalstoffen: kooldioxide (koolzuurgas) en water

  • Verbranding van glucose zonder zuurstof = anaëroob
  • Afvalstof: melkzuur (spierpijn)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiertonus
  • Spanning van een spier tijdens rust

  • Hypertonus = te hoge spierspanning

  • Hypotonus = te lage spierspanning

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierhyperplasie







= aangeboren
Spierhypertrofie






= toename aantal fibrillen bij trainen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierdegeneratie
Spieratrofie: achteruitgang van het spierweefsel met als gevolg verslapping (minder vezels, kleinere vezels)
Spierdegeneratie: verval van cellen (vb. verwonding, ontsteking)
Spierdystrofie: ernstige degeneratie
Spiernecrose: vezels en tussenliggende bindweefsel sterft af

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe trekt glad spierweefsel samen?
A
Langzaam en gelijkmatig
B
Snel en gelijkmatig
C
Snel en krachtig

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'flexie' ?
A
Strekken
B
Buigen
C
Draaien
D
Wrikken

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over hartspierweefsel?
A
Het is onwillekeurig
B
Het is willekeurig

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit zijn pezen opgebouwd?
A
Myofibrillen
B
Kraakbeenweefsel
C
Collageen bindweefsel
D
Myoglobine

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is extensie?
A
Buigen
B
Strekken
C
Naar binnen draaien
D
Naar buiten draaien

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beweging is dit?
A
Extentie
B
Rotatie
C
Flexie
D
Abductie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beweging is dit?
A
Adductie
B
Abductie
C
Pronatie
D
Supinatie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pronatie
Abductie
Flexie
Supinatie

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn myofibrillen?
A
Spiervezels
B
Zenuwcellen
C
Zenuwvezels

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spieratrofie is
A
Afname van spierweefsel
B
Toename van spierweefsel
C
Een scheur in het spierweefsel
D
Ernstige spierpijn

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Ik ben weer een stukje wijzer geworden
Ik wist al veel
Ik vond het een lastige les
Ik heb nog een aanvulling op wat er verteld is
Ik wil nog iets mededelen/vragen

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

19.1 & 19.2 Spieren en bewegen

- Les met 50 slides
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Fysiologie van de spieren

- Les met 28 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

les 5 en 6 Spierstelsel

- Les met 34 slides
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 2,3

De spieren

- Les met 25 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

SPIERWEEFSEL

- Les met 20 slides
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

De spieren

- Les met 26 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Les 1 Basiszorg

- Les met 41 slides
anatomieMBOStudiejaar 2

spieren

- Les met 34 slides
anatomieMBOStudiejaar 2