Grammar 8: Plurals

Lesson planning
  • Uitleg(her) grammar : Plurals
Vooruitblik
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesson planning
  • Uitleg(her) grammar : Plurals
Vooruitblik

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals
  1. Je kan uitleggen hoe je meervouden gebruikt in het Engels. 
  2. Je kan zinnen maken met meervouden in het Engels.
Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Plurals
Grammar 8
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden

Slide 4 - Woordweb

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank


watch - watches
dish - dishes

Slide 5 - Tekstslide

Maak meervoud:
Chair
A
Chaires
B
Chairs

Slide 6 - Quizvraag

Maak meervoud:
Day
A
Days
B
Daies

Slide 7 - Quizvraag

Maak meervoud:
Bus
A
Busses
B
Buss
C
Bussis

Slide 8 - Quizvraag

Plural

Eindigen op medeklinker + -y

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigen op medeklijnker + -o

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 9 - Tekstslide

F naar Ves
wolf - wolves
loaf - loaves

F veranderd in V

Slide 10 - Tekstslide

Maak meervoud:
Hobby
A
Hobbyes
B
hobbys
C
Hobbies

Slide 11 - Quizvraag

Maak meervoud:
photo
A
photoes
B
photos

Slide 12 - Quizvraag

Maak meervoud:
tomato
A
tomatoes
B
tomatos

Slide 13 - Quizvraag

Maak meervoud:
city
A
citys
B
cities

Slide 14 - Quizvraag

Maak meervoud:
call
A
calls
B
calles
C
callies

Slide 15 - Quizvraag

Maak meervoud:
wolf
A
Wolfes
B
Wolves

Slide 16 - Quizvraag

uit je hoofd leren

Slide 17 - Tekstslide

Maak meervoud:
person
A
personen
B
persons
C
people
D
people's

Slide 18 - Quizvraag

Maak meervoud:
Muis
A
mice
B
mouses
C
mousen
D
mouse's

Slide 19 - Quizvraag

GEEN 'S

Slide 20 - Tekstslide

Maak meervoud:
Car
A
Cares
B
Cars

Slide 21 - Quizvraag

Maak meervoud:
Box
A
Box
B
Boxis
C
Boxes
D
Boxs

Slide 22 - Quizvraag

Maak meervoud:
Hobby
A
Hobbyes
B
hobbys
C
Hobbies

Slide 23 - Quizvraag

Maak meervoud:
laptop
A
Laptopes
B
laptops
C
laptopies

Slide 24 - Quizvraag