Basisstof 1 wat is biologie BTDP

Thema 1: 

Levend, dood of levenloos.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1: 

Levend, dood of levenloos.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen.
  1. Dagopening
  2. Lesdoelen benoemen
  3. De begrippen levend, dood en levenloos behandelen.
  4. Levenskenmerken bespreken.
  5. Zelfstandig opdrachten maken in het werkboek.
  6. Oefenen me de begrippen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Aan het einde van de les weten jullie het verschil tussen levend, dood en levenloos en kunnen jullie deze begrippen van elkaar onderscheiden

2. Kennen jullie zeven levenskenmerken.

Slide 3 - Tekstslide

Organisme = levend wezen

                                                                         Levend


                                    Dood


                                                                  Levenloos

Slide 4 - Tekstslide

Levend, dood en levenloos


* Levend = iets dat levensverschijnselen heeft.

* Dood = iets dat geen levensverschijnselen heeft.

* Levenloos = iets dat nooit geleefd heeft.

Slide 5 - Tekstslide

Levenskenmerken

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

levenloos
1
dood
2
levend
3
levenloos
4
dood
5
dood
7
levend
8
levend
6
levenloos
9

Slide 8 - Tekstslide

Levend of niet?

Speelgoedauto
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 9 - Quizvraag

Levend of niet?

Een boom
A
Levend
B
levenloos

Slide 10 - Quizvraag

Levend of niet?

Fiets
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 11 - Quizvraag


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 12 - Quizvraag


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 13 - Quizvraag


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 14 - Quizvraag

Maken opdracht 1, 2 en 3
Let op dit is ook huiswerk.

Slide 15 - Tekstslide

dood, levend of levenloos
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 16 - Quizvraag

dood, levend of levenloos?
A
levenloos
B
dood
C
levend

Slide 17 - Quizvraag

dood, levend of levenloos?
A
blad=levend druppel=dood
B
blad=levenloos druppen=levenloos
C
blad=levend druppel=levenloos
D
blad=levend druppel=levend

Slide 18 - Quizvraag


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 19 - Quizvraag


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 20 - Quizvraag