zeep en schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen
zeep en andere stoffen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schoonmaakmiddelen
zeep en andere stoffen

Slide 1 - Tekstslide

eerst twee begrippen:

hydrofiel: houdt van water
hydrofoob: is bang voor water

Slide 2 - Tekstslide

Waarom lost benzine niet op in water?
A
het is een hydrofiele stof
B
het is een hydrofobe stof
C
de dichtheid is kleiner dan die van water
D
het blijft drijven op water

Slide 3 - Quizvraag

Stoffen die hydrofiel zijn, lossen op in water

Slide 4 - Tekstslide

Stoffen die hydrofoob zijn, lossen op in benzine

Slide 5 - Tekstslide

De vraag:
Dit is zonnebloemolie en water.
de zonnebloemolie is...
A
hydrofoob
B
hydrofiel

Slide 6 - Quizvraag

De vraag:
Dit is methanol en water.
de methanol is...
A
hydrofoob
B
hydrofiel

Slide 7 - Quizvraag

De vraag:
Dit is methanol en water.
Dit mengsel is:
A
hydrofoob
B
heterogeen
C
emulsie
D
homogeen

Slide 8 - Quizvraag

fotovraag (mag ook in je schrift).
Teken op microniveau, dus in structuurformules, een mengsel van methanol en water

Slide 9 - Open vraag

Zeep: bijzondere moleculen
de staart is een koolwaterstof

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is het zeepmolecuul zo'n bijzonder molecuul?
A
omdat zeep kan schoonmaken
B
omdat zeep in water oplost
C
omdat het molecuul twee verschillende kanten heeft
D
omdat het molecuul lekker ruikt

Slide 11 - Quizvraag

micel
zeepmoleculen vormen
in water een bol met
de hydrofiele koppen
naar buiten en de
hydrofobe staarten
naar elkaar gericht

Slide 12 - Tekstslide

Waar zullen de moleculen van
vettig vuil gaan zitten?
A
Dat kun je niet weten
B
In het water
C
Bij de staarten van de zeepmoleculen
D
Bij de kopjes van de zeepmoleculen

Slide 13 - Quizvraag

het hydrofobe vuil, voelt zich thuis bij de hydrobe staarten van zeep

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De micel met vuil daarin zweeft in het water en weggespoeld met het water.
.

Slide 16 - Tekstslide

Een tweede reden waarom zeep werkt als schoonmaakmiddel

verlaging van de oppervlaktespanning van water

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

zeep verstoort de oppervlaktespanning van water

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het resultaat van het verlagen van de oppervlaktespanning?
A
de was blijft niet drijven op water in de wasmachine
B
het water kan dieper in de vezels van het wasgoed doordringen
C
de zeep kan dan beter schoonmaken
D
er passen meer moleculen van het vuil in de micellen

Slide 21 - Quizvraag

Andere soorten schoonmaakmiddelen

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je (het beste) doen
met schoonmaakazijn?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 23 - Quizvraag

Zure schoonmaakmiddelen zijn goed in het ontkalken

Slide 24 - Tekstslide

Waar wordt ammonia vooral
voor gebruikt?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 25 - Quizvraag

Basische schoonmaakmiddelen zijn goed in het ontvetten

Slide 26 - Tekstslide

Waar wordt peut / terpentine / wasbenzine vooral
voor gebruikt?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 27 - Quizvraag

Is er bij het gebruik van terpentine ook zeep nodig?
A
Ja, want het hydrofobe gedeelte van de zeep lost dan in de terpentine op
B
Ja, want het hydrofiele gedeelte van de zeep lost dan in de terpentine op
C
Nee, want het vettige vuil lost op in het hydrofobe terpentine
D
Nee, want het vettige vuil lost op in het hydrofiele terpentine

Slide 28 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 29 - Open vraag

Klaar

Slide 30 - Tekstslide