Verfijning van het atoommodel van Bohr

Hoofdstuk 3. De elektronenmantel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3. De elektronenmantel

Slide 1 - Tekstslide

3.1. Atoommodel van Bohr

  • vullen van binnen naar buiten
  • laagst mogelijke energie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Op de L schil zitten er altijd 8 elektronen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De binnenste schillen hebben het hoogste energie niveau.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

3.2.1.Subniveaus (Sommerfeld) p. 12
  • 4 subschillen (s, p, d, f)
  • elke subschil heeft een ander energieniveau
  • aantal subschillen per schil = schilnummer (max. 4)
  • max. aantal elektronen per subschil

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel subniveaus vinden we terug op de M-schil?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel elektronen zijn er maximaal aanwezig in de p-subschil?
A
2
B
6
C
10
D
14

Slide 10 - Quizvraag

3.2.2.Magnetische niveaus (p. 13)
  • per magnetisch niveau maximaal 2 elektronen
  • aantal magnetische niveaus per subniveau = (max. aantal elektronen)/2
  • voorgesteld door hokjes

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel elektronen bevat een magnetisch niveau maximaal?
A
2
B
6
C
10
D
14

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel magnetische niveaus bevat het f-subniveau maximaal?
A
3
B
5
C
7
D
14

Slide 13 - Quizvraag

3.2.3. Spin van een elektron (p. 13)

Slide 14 - Tekstslide

3.2.4. De regel van Pauli (p. 14)

Slide 15 - Tekstslide

3.3. Het golfmechanisch atoommodel (p. 15)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

orbitaal (= gebied waarbinnen de waarschijnlijkheid om het elektron aan te treffen 90% is)
  • elk magnetisch niveau wordt voorgesteld door een orbitaal
  • grootte --> hoofdniveau
  • vorm --> subniveau (s bol, p halter, d en f ingewikkelde vormen)
  • oriëntatie --> magnetisch niveau 

Slide 18 - Tekstslide

Als twee orbitalen dezelfde vorm en grootte maar een verschillende oriëntatie hebben dan is hun energie niveau gelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video