La classe du 7 septembre, 3 Havo

Le programme du 3 septembre
Contrôle des devoirs (het huiswerk): 
Apprendre: Les notes du 31 août + 
 verbes en -er, -ir, -re + le questionnaire

Nouveau: Grammaire bezittelijk vnw + exercice dans ce Lesson-Up
verbes pronominaux + avoir + être

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Le programme du 3 septembre
Contrôle des devoirs (het huiswerk): 
Apprendre: Les notes du 31 août + 
 verbes en -er, -ir, -re + le questionnaire

Nouveau: Grammaire bezittelijk vnw + exercice dans ce Lesson-Up
verbes pronominaux + avoir + être

Slide 1 - Tekstslide

les verbes en -er 
regarder: 


présent
je  regarde
tu regardes
il regarde
nous regardons
vous regardez
ils regardent

Slide 2 - Tekstslide

les verbes en -ir 
finir: 


présent
je finis
tu finis
il finit
nous finissons
vous finissez
ils finissent

Slide 3 - Tekstslide

les verbes en -re 
attendre: 


présent
j' attends
tu attends
il attend
nous attendons
vous attendez
ils attendent

Slide 4 - Tekstslide

les verbes pronominaux (se)
se demander :
se rencontrer:
s'appeler: 
présent
je me demande
tu te demandes
il se demande
nous nous demandons
vous vous demandez
ils se demandent

Slide 5 - Tekstslide

jij vertelt

Slide 6 - Open vraag

wij denken na

Slide 7 - Open vraag

zij blozen

Slide 8 - Open vraag

jullie ontmoeten

Slide 9 - Open vraag

ik wacht

Slide 10 - Open vraag

hij hoort

Slide 11 - Open vraag

L'adjectif possessif (bezitt. vnw)
mijn, zijn, jouw, haar, onze etc: Comment dire en français: 
Haar neef en haar grootmoeder
Zijn huis en zijn fiets
Jouw ouders en hun kleinkinderen
Mijn vriendin en onze dochter


Slide 12 - Tekstslide

L'adjectif possessif (bezit. vnw)
Haar neef en haar grootmoeder = son cousin et sa grand-mère
Zijn huis en zijn fiets = sa maison et son vélo/sa bicyclette
Jouw ouders en hun kleinkinderen = tes parents et leurs petits-enfants
Mijn vriendin en onze dochter = mon amie (!!!) et notre fille



Slide 13 - Tekstslide

Le questionnaire
Travaillez ensemble: 
pose les questions à ton voisin/ta voisine
à côté et devant/derrière et change de rôle (wissel van rol)
Attention à la prononciation!

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs pour le 10 septembre
[Oud: Apprendre (leren): Les notes dans votre cahier + 
  les verbes en -er, -ir, -re, verbes pronominaux + le questionnaire]

Nieuw: Grammaire pag. 10 LdT: bezittelijk vnw + avoir +être
Vocab. du liste Excel (SOM) page 1 (ned-frans/frans-ned)





Slide 15 - Tekstslide