5.3 Zijn wij sociaal?

H5 Hoe werkt de overheid?
Paragraaf 5.3 zijn wij sociaal?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Hoe werkt de overheid?
Paragraaf 5.3 zijn wij sociaal?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een sociale markteconomie?
A
Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en de overheid niet ingrijpt.
B
Een economie waarin bedrijven zelf bepalen wat ze verkopen en vraag en aanbod de prijs bepalen, maar de overheid grijpt in wanneer nodig.
C
Een economie waarin bedrijven geen invloed hebben op wat ze verkopen.
D
Een economie waarin de overheid bepaalt hoeveel er wordt geproduceerd en tegen welke prijs.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en de overheid niet ingrijpt.
B
Een economie waarin de overheid bepaalt hoeveel er wordt geproduceerd en tegen welke prijs.
C
Een economie waarin de overheid geen invloed heeft.
D
Een economie waarin bedrijven zelf bepalen wat ze verkopen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een planeconomie?
A
Een economie waarin bedrijven zelf bepalen wat ze verkopen.
B
Een economie waarin de overheid bepaalt hoeveel er wordt geproduceerd en tegen welke prijs.
C
Een economie waarin de overheid geen invloed heeft.
D
Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen.

Slide 5 - Quizvraag

Welke instantie onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid?
A
Geen van bovenstaande
B
CBS
C
CPB
D
SER

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het bbp?
A
de totale waarde van de overheidsuitgaven
B
de totale waarde van de productie in een land
C
de totale waarde van de investeringen
D
de totale waarde van de import en export

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een recessie?
A
Een krimpend bbp
B
Een langdurige economische crisis
C
Bedrijven maken minder winst
D
Twee kwartalen geen economische groei

Slide 8 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 5.2
  • Bbp
  • Cpb
  • Economische crisis
  • Economische groei
  • Plan economie

  • Recessie
  • SER
  • Sociale markteconomie
  • Vrijemarkteconomie

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel is.
  • Je kunt de sociale verzekeringen onderverdelen in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale voorzieningen zijn en wat sociale zekerheid is.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland een verzorgingsstaat is.

Slide 10 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
In Nederland hebben we het solidariteitsbeginsel dat houdt in dat iedereen met een inkomen een deel daarvan afstaat voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen. 
Zo worden zwakkeren door de sterken geholpen. 
Voorbeelden zijn:
  • De sociale verzekeringen
  • Inkomenssteun zoals huurtoeslag en zorgtoeslag

Slide 11 - Tekstslide

Wat houdt het solidariteitsbeginsel in Nederland in?
A
Iedereen met een inkomen draagt niets af voor mensen zonder inkomen
B
Sterken worden geholpen door zwakkeren
C
Iedereen met een inkomen draagt een deel daarvan af voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen
D
Alleen mensen met een laag inkomen dragen bij aan mensen zonder inkomen

Slide 12 - Quizvraag

Sociale verzekeringen
Er bestaat een kans dat je buiten je eigen schuld zonder inkomen komt te zitten.
In veel van die situaties kun je een uitkering krijgen van de sociale verzekeringen
We maken onderscheid in:
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen

Slide 13 - Tekstslide

Volksverzekeringen
Volksverzekeringen zijn sociale verzekering waar alle inwoners van Nederland recht op hebben.
Iedereen tot de pensioenleeftijd betaalt een percentage van zijn inkomen als premie voor de volksverzekeringen.
De volgende verzekeringen zijn er:
  • AOW (Algemene Ouderdomswet)
  • Anw (algemene nabestaande wet)
  • Wlz (Wet langdurige zorg)

Slide 14 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen
Werknemersverzekeringen zijn sociale verzekeringen voor mensen die in loondienst werken of gewerkt hebben.
De premies voor werknemersverzekeringen worden door de werkgeven betaald.
De belangrijkste werknemersverzekeringen zijn:
  • WW (werkloosheidswet)
  • WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

Slide 15 - Tekstslide

Voor wie zijn werknemersverzekeringen bedoeld?
A
Iedereen tot de pensioenleeftijd
B
Alleen ouderen
C
Zelfstandig ondernemers
D
Mensen in loondienst

Slide 16 - Quizvraag

Welke verzekering valt onder volksverzekeringen?
A
WW
B
AOW
C
Wlz
D
WIA

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn volksverzekeringen?
A
Verzekeringen die alleen gelden voor ouderen.
B
Sociale verzekeringen voor mensen in loondienst.
C
Sociale verzekeringen die door de werkgever worden betaald.
D
Sociale verzekeringen waar alle inwoners recht op hebben.

Slide 18 - Quizvraag

Sociale voorziening
  • Soms heb je geen recht op  een sociale verzekering. 
  • Je kunt dan in aanmerking komen voor een sociale voorziening
  • Dit is een uitkering die betaald wordt met belastinggeld.
  • Een voorbeeld is de bijstandsuitkering of toeslagen.
  • De sociale verzekeringen en de sociale voorzieningen samen vormen de sociale zekerheid.

Slide 19 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
  • Dankzij de sociale zekerheid is er in ons land een bestaansminimum voor ieder inwoner.
  • De overheid heeft een bedrag vastgesteld dat je minimaal nodig hebt om van te leven. Dit is het sociaal minimum.
  • Naast sociale zekerheid regelt de overheid ook gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs.
  • Daarom noem je Nederland een verzorgingsstaat.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat is het sociaal minimum?
A
Het gemiddelde inkomen in Nederland
B
Een door de overheid vastgesteld bestaansminimum
C
Het bedrag dat je kunt sparen
D
De maximale huurprijs

Slide 22 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een sociale voorziening.
A
Pensioenregeling
B
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
C
Zorgverzekering
D
Bijstandsuitkering

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel is.
  • Je kunt de sociale verzekeringen onderverdelen in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale voorzieningen zijn en wat sociale zekerheid is.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland een verzorgingsstaat is.

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.3
  • Sociaal minimum
  • Sociale verzekeringen
  • Volksverzekeringen
  • Werknemersverzekeringen
  • Sociale voorzieningen
  • Solidariteitsbeginsel
  • Verzorgingsstaat

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.3: 2, 3, 4, 6, 7 en 8 
Maken Rekenopdrachten: 4 en 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.3
 

timer
25:00

Slide 26 - Tekstslide